Antwoord op vragen van de leden Çörüz en Van Haersma Buma inzake onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D23406, datum: 2008-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z04846:
- Gericht aan: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: C. Çörüz, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. van Haersma Buma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 79 00 Datum 18 december 2008 Ons kenmerk 5575535/08 Uw kenmerk 2080903380 Onderwerp Beantwoording Kamervragen van de leden Çörüz en Van Haersma Buma (beiden CDA) inzake onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners In antwoord op uw brief van 23 oktober 2008 deel ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mee dat de schriftelijke vragen van de leden Çörüz en Van Haersma Buma (beiden CDA) van uw Kamer over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners (ingezonden 22 oktober 2008), worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage van deze brief. De Minister van Justitie, Antwoorden van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen van de leden Çörüz en Van Haersma Buma (beiden CDA) over onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners. (Ingezonden 22 oktober 2008) Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van de uitspraken van de plaatsvervangend korpschef van de politie Haaglanden, bij RTV West, waarin hij pleit voor onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 Kunt u over het jaar 2007 een overzicht geven van de gevallen waarin bij bedreiging of mishandeling van politieagenten of hulpverleners een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is geëist door het Openbaar Ministerie (OM)? Antwoord Het College van procureurs-generaal heeft mij gemeld, dat het niet mogelijk is op basis van gegevens uit (digitale) registratiesystemen een overzicht op te stellen van de gevallen waarin een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is geëist door het OM na het plegen van bedreiging of mishandeling van politieagenten of hulpverleners. Daarvoor is uitvoerig en handmatig dossieronderzoek nodig, hetgeen zeer tijdrovend is. Een dergelijk onderzoek legt derhalve een onevenredige druk op de capaciteit van het Openbaar Ministerie. Ter toelichting merk ik op dat de door de officier van justitie ter zitting geformuleerde eis niet standaard wordt opgenomen in het automatiseringssysteem (Compas) van het Openbaar Ministerie. Bovendien is in veel strafzaken sprake van verschillende strafbare feiten, zodat niet nauwkeurig kan worden vastgesteld in welke gevallen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is geëist terzake van de enkele bedreiging of mishandeling van politieagenten of hulpverleners. Vraag 3 Deelt u de mening dat een forse strafmaat op zijn plaats is bij mishandeling en bedreiging van politieagenten en andere hulpverleners? Antwoord Ja, ik ben van mening dat geweld tegen alle werknemers met een publieke taak niet getolereerd kan worden. De straffen die in dit soort gevallen dienen te worden gevorderd, zijn evenwel mede afhankelijk van de ernst van het geweld en dienen ons inziens daartoe ook in verhouding te staan. De officieren van justitie gaan bij het bepalen van hun eis ter terechtzitting uit van de BOS/Polaris-richtlijnen. Zoals de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik u hebben gemeld in de brief van 26 oktober 2006 (Kamerstuk 2006-2007, 28 684, nr. 100), heeft het College van procureurs-generaal de richtlijn ‘Kader voor de strafvordering’ aangepast en kan de strafeis in zaken waarbij geweld wordt gepleegd tegen een persoon tijdens of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn beroep, met 100% worden verhoogd. In dit verband wordt tevens verwezen naar het programma ‘Veilige Publieke Taak’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het programma richt zich op het voorkomen van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, het helpen van werkgevers bij het beschermen van hun publieke taak en hun werknemers en het aanpakken van daders. Uitgangspunt bij het laatste is, dat er altijd een reactie volgt als een dader een werknemer met een publieke taak agressief bejegent of geweld aandoet. Vraag 4 Geven de OM-richtlijnen thans mogelijkheden om onvoorwaardelijke gevangenisstraf in dezen te eisen? Zo neen, bent u bereid dit zo te wijzigen dat in geval van bedreiging en mishandeling tegen politieagenten en andere hulpverleners onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist kan worden? Antwoord Ja, bedreiging of mishandeling van een politieagent of hulpverlener kan leiden tot een eis tot veroordeling tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De officier van justitie bepaalt het uitgangspunt van zijn eis aan de hand van de door het College van procureurs-generaal vastgestelde BOS/Polaris-richtlijnen. Deze richtlijnen maken het eisen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf mogelijk. Zie hieromtrent tevens het antwoord op vraag 3. 1) HYPERLINK http://leiden.westonline.nl/nieuwsitem/22825 http://leiden.westonline.nl/nieuwsitem/22825 5575535/08/18 december 2008 PAGE 2 / NUMPAGES 4 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.