Antwoord op vragen van het lid Leijten over het averechtse effect dat de marktwerking heeft op klantvriendelijkheid en kwaliteit
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D23696, datum: 2008-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z08004:
- Gericht aan: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 22 december 2008 Betreft Kamervragen Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten R.M. (SP) over het averechtse effect dat de marktwerking heeft op klantvriendelijkheid en kwaliteit (2080906550). Hoogachtend, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. dr. J. Bussemaker Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten R.M. over het averechtse effect dat de marktwerking heeft op klantvriendelijkheid en kwaliteit. (2080906550) Vraag 1 Wat is uw reactie op de uitspraken van directeuren van Friese thuiszorginstellingen over de marktwerking? (http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=420101) Antwoord 1 U verwijst naar een artikel in het Friesch Dagblad. Kern van het artikel is de stelling dat thuiszorginstellingen worden geacht te concurreren op kwaliteit, maar dat daarvan weinig terecht komt omdat de financiering van de thuiszorg onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) tekort schiet om alle geleverde zorg te dekken. Een belangrijk vraagstuk in het kader van de uitvoering van de AWBZ betreft de vraag in relatie tot het beschikbaar budget. Mijn uitgangspunt is dat alle cliĆ«nten die in de thuissituatie zorg en ondersteuning nodig hebben deze ook krijgen. Vanuit dat oogpunt is in het kader van de AWBZ een knelpuntenprocedure voorhanden indien regionaal knelpunten ontstaan. Tot nog toe heb ik geen signalen van de NZa ontvangen dat de beschikbare middelen in het kader van de AWBZ ontoereikend zijn om aan de zorgvraag tegemoet te komen. Vraag 2 Hoe wordt er in uw ogen op dit moment geconcurreerd op kwaliteit? Antwoord 2 Zorgkantoren sluiten contracten met zorgaanbieders. In de overeenkomsten worden onder andere afspraken gemaakt op het gebied van kwaliteit. Met ingang van 1 januari 2009, bij de nieuwe concessieverlening aan de zorgverzekeraars voor de uitvoering van de AWBZ, heb ik als voorwaarde gesteld dat gebruik wordt gemaakt van uniforme kwaliteitscriteria gebaseerd op het kwaliteitskader verantwoorde zorg. Gemeenten sluiten contracten af met aanbieders voor het leveren van hulp bij het huishouden. Bij het contracteren spelen zowel prijs- als kwaliteitsoverwegingen een rol. Voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het Kwaliteitskader Wmo ontwikkeld. Vraag 3 Erkent u dat er weinig te kiezen valt indien mensen te horen krijgen dat de aanbieder van keuze alleen zorg kan geven via een persoonsgebonden budget (PGB) of doorverwijst naar een andere regionale aanbieder omdat de aanbieder de zorg niet betaald krijgt? Zo ja, hoe gaat u dit oplossen? Zo neen, welke keuze hebben mensen? Antwoord 3 Voorop staat dat de geĆÆndiceerde zorg moet worden geleverd. Om dit mogelijk te maken sluit het zorgkantoor contracten af met meerdere zorgaanbieders. Hierdoor hebben cliĆ«nten ook de mogelijkheid om te kiezen uit verschillende zorgaanbieders. Ik waardeer het positief dat cliĆ«nten de keuze hebben tussen meerdere aanbieders. Achtergrond hierbij is niet alleen dat de structurele keuzemogelijkheden voor cliĆ«nten worden vergroot, maar ook dat nieuwe concepten een kans krijgen en nieuwe aanbieders vaak efficiĆ«nter opereren. Het is mogelijk dat op een gegeven moment meer cliĆ«nten zorg wensen af te nemen van aanbieders dan de productieafspraken van die aanbieders toelaten. Indien andere zorgaanbieders deze zorg niet (kunnen) leveren kan het zorgkantoor alsnog besluiten meer productie aan die aanbieders toe te kennen. Het zorgkantoor zal hier echter voorzichtig mee om gaan om te voorkomen dat een beperkt aantal aanbieders de regionale markt gaat domineren. Hiermee voorkomt het zorgkantoor dat de keuzemogelijkheden van de cliĆ«nt op de langere termijn beperkt zouden worden. Het zorgkantoor maakt derhalve de afweging om in het lopende jaar een lichte beperking toe te staan van de keuzevrijheid van de cliĆ«nt ten gunste van de structurele handhaving van de keuzemogelijkheden van de cliĆ«nt. Vraag 4 Erkent u dat de zorgkantoren en gemeenten in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor een passend zorgaanbod, en dus met voldoende aanbieders in de regio afspraken moeten? Zo ja, hoe controleert u dat de zorgkantoren/gemeenten zorgdragen voor een passend en kwalitatief goed aanbod van zorg? Zo neen, wie is daar dan verantwoordelijk voor? Antwoord 4 Binnen de AWBZ is een belangrijke rol weggelegd voor zorgkantoren en zorgaanbieders. Zorgkantoren hebben de zorgplicht. Via de contracten met de zorgaanbieders wordt voorzien in de zorgleverantie. Dit is geen vrijblijvende taak. De NZa zal deze partijen dan ook aanspreken op hun verantwoordelijkheid in het kader van de AWBZ. De Wmo noemt het voeren van een huishouden als een van de vier terreinen waarop gemeenten de plicht hebben om belemmeringen te compenseren die mensen als gevolg van een beperking bij hun participatie ondervinden. Gemeenten sluiten met meerdere aanbieders contracten af voor het leveren van hulp bij het huishouden. In bestek en contract nemen zij kwaliteitseisen op. Volgens de āEerste tussenrapportage Wmo-evaluatieā (SCP, 2008) staat kwaliteit van de hulp bovenaan in de rangorde van aspecten die bij de aanbesteding van hulp bij het huishouden een rol spelen. Bij 98% van de gemeenten was dit het geval. Als het gaat om kwaliteit moeten aanbieders voldoen aan meerdere wettelijke verplichtingen. Zo blijft de Kwaliteitswet zorginstellingen van toepassing op de hulp bij het huishouden. Ook zijn de Wet klachtrecht cliĆ«nten zorgsector en de Wet medezeggenschap cliĆ«nten zorginstellingen van toepassing. Vraag 5 Erkent u dat zorgkantoren/gemeenten er vervolgens voor moeten zorgen dat mensen de zorg kunnen krijgen van de instelling/zorgaanbieder door wie zij geholpen willen worden? Zo ja, waarom verwijzen zorgaanbieders mensen dan toch door naar andere aanbieders? Zo neen, waarom niet? Wat is uw mening over deze gang van zaken? Antwoord 5 Zie het antwoord op vraag 3. Vraag 6 Erkent u dat deze praktijk klantonvriendelijk maar ook belastend is voor mensen? Antwoord 6 Zie het antwoord op vraag 3. Vraag 7 Welke maatregelen gaat u treffen, zodat de thuiszorg klantvriendelijker wordt en dat mensen gegarandeerd zijn van de zorg van de zorgaanbieder die zij willen, indien deze aanbieder voldoet aan alle kwaliteitseisen die aan zorgaanbieders gesteld worden en er een contract met een zorgkantoor/gemeente aanwezig is? Antwoord 7 Naar mijn mening heb ik voldoende stappen gezet om de continuĆÆteit van de zorgverlening zoveel mogelijk en zo klantvriendelijk mogelijk te kunnen garanderen. Vooralsnog zie ik dan ook geen aanleiding voor verdere maatregelen. Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.minvws.nl Ons kenmerk MC-K-U-2898532 Bijlagen 1 Uw brief 1 december 2008 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.