De artikelen 'Aantal werkende armen groeit' en 'Werkend arm in Nederland'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2008D23960, datum: 2008-12-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.W.E. Spies, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Y.J. van Hijum, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z10252:
- Gericht aan: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: J.W.E. Spies, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: Y.J. van Hijum, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
2008Z10252 / 2080908570 Vragen van de leden Spies en Van Hijum (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de artikelen âAantal werkende armen groeitâ en âWerkend arm in Nederlandâ. (Ingezonden 23 december 2008) 1 Heeft u kennisgenomen van het artikel âAantal werkende armen groeitâ over het toenemende aantal werkende armen in Nederland, dat stelt dat armoede in Nederland niet alleen werklozen treft maar dat er zeker 200.000 werkenden leven onder de armoedegrens? 1) 2 Herkent u of dit beeld overeenkomt met de resultaten in de Armoedemonitor van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)? In hoeverre wijkt dit beeld af? 3 Geeft het artikel volgens u een bevestiging van het beeld uit de Armoedemonitor dat armoede zich niet alleen beperkt tot bijstandsgerechtigden maar ook tot laagbetaalden? 4 Vindt u dat in de juiste maatregelen neemt om de armoede onder alleenstaande moeders met kinderen, eenverdieners, kleine zelfstandige vissers, boeren en tuinders tegen te gaan? Bent u van oordeel dat de maatregelen het probleem van mensen die werken en - in tien jaar tijd tenminste drie jaar met het gezin- onder de armoedegrens zitten, kunnen oplossen? 5 Kunt u een overzicht van maatregelen geven die u treft om âde armoedevalâ voor de genoemde groepen terug te dringen en die er toe leiden dat werken ook daadwerkelijk loont? 6 Vindt u dat gemeenten voldoende inzetten op werkenden waar het gaat om het beschikbaar stellen van de langdurigheidstoeslag en bijstand in natura voor huishoudens met kinderen? Kunt u Ă©Ă©n of enkele voorbeelden geven van de manier waarop gemeenten proberen ook werkenden te bereiken? Bent u van oordeel dat deze instrumenten voldoende zijn of overweegt u nog andere instrumenten aan te wenden om de positie van âwerkende armenâ te versterken? 7 Vindt u dat de groep âwerkende armenâ die in het artikel wordt benoemd voldoende bekend is bij gemeenten en sociale diensten? Bent u voorts van mening dat het âniet-gebruikâ van voorzieningen onder deze groep âwerkende armenâ groot is? 8 Hoe gaat u bewerkstelligen dat het âniet-gebruikâ wordt teruggedrongen? 1) Trouw, 18 december 2008