Nader rapport
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek in verband met de totstandbrenging van een inlenersaansprakelijkheid met betrekking tot de voldoening van het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag
Nader rapport
Nummer: 2008D24198, datum: 2008-12-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z10376:
- Indiener: J.P.H. Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-20 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-02-11 14:00: Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek in verband met de totstandbrenging van een inlenersaansprakelijkheid met betrekking tot de voldoening van het ontoepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-05-12 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-05-14 13:45: Aanvang vergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-09-10 14:50: Wijz. van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) BW; totstandbrenging van een inlenersaansprakelijkheid met betrekking tot de voldoening van het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag (31 833) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2009-09-17 23:59: Einde vergadering: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Ons kenmerk DOCPROPERTY iOnsKenmerk \* MERGEFORMAT AV/CAM/08/ 35870 Datum 19-12-2008 Onderwerp DOCPROPERTY iOnderwerp \* MERGEFORMAT Nader rapport inzake het voorstel van wet inzake Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgelijk Wetboek in verband met de totstandkoming van een inlenersaansprakelijkheid met betrekking tot de voldoening van het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag. Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 5 september 2008, nr. 08.00.2567, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 31 oktober 2008, nr. W12.08.0395/lll, bied ik U hierbij, mede namens de Minister van Justitie, aan. Ad 1) Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft in het arrest Wolff & Müller (zaak C-60/03 van 12 oktober 2004) uitgemaakt dat niet alleen voorschriften die strikt zien op bijvoorbeeld het minimumloon onder de Detacheringsrichtlijn vallen, maar ook ‘maatregelen ter versterking van de regels op basis waarvan een ter beschikking gestelde werknemer zijn recht op minimumloon met succes geldend kan maken’. Het Hof baseert zich hierbij op artikel 5 van de Detacheringsrichtlijn. Redenering in het arrest is dat wanneer het recht op minimumloon een bestanddeel van de bescherming van de werknemers vormt, de procedureregels waarmee de eerbiediging van dit recht kan worden afgedwongen, ook moeten worden geacht een dergelijke bescherming te kunnen verzekeren. Wel moet aldus het Hof worden nagegaan of de regeling voor de betrokken werknemers een reëel voordeel inhoudt dat in aanzienlijke mate bijdraagt tot hun sociale bescherming. Dit hoeft overigens niet het hoofddoel van de regeling te zijn. Uitzendrelaties vallen binnen het bereik van de Detacheringsrichtlijn, en wel onder artikel 1, derde lid, onder c van de Detacheringsrichtlijn. Ingevolge dit onderdeel is de richtlijn van toepassing op ondernemingen die ‘als uitzendbedrijf een werknemer ter beschikking stellen van een ontvangende onderneming die op het grondgebied van een lid-staat gevestigd is of er werkzaamheden uitvoert, voor zover er gedurende de periode van terbeschikkingstelling een dienstverband tussen de uitzendonderneming of de onderneming van herkomst en de werknemer bestaat’. Daar komt nog bij dat het wetsvoorstel beoogt met name een extra prikkel toe te brengen aan de in Nederland gevestigde inlener (derde), door hem mede aansprakelijk te stellen als hij niet met een gecertificeerde uitzendonderneming in zee gaat. Het nieuw voorgestelde artikel 7: 692 BW valt - anders dan de Raad van State aangeeft - dan ook onder het bereik van de Detacheringsrichtlijn en het is mitsdien niet onzeker of de in artikel 7:692 BW voorgestelde regel ten aanzien van de naar vreemd recht aangegane overeenkomst zal gelden. Het eerste lid is zodanig aangepast dat ongeacht het op de arbeidsovereenkomst en de overeenkomst tussen werkgever en derde toepasselijke recht de bepaling van toepassing is. Ad 2) Dit wetsvoorstel beoogt de arbeidskracht die ter beschikking wordt gesteld aan een derde extra bescherming te geven. Deze bescherming geldt niet alleen voor de illegale uitzendkracht maar voor elke ter beschikking gestelde werknemer. De rechtspositie van de ter beschikking gestelde werknemer wordt met dit voorstel versterkt. Ook zal deze wettelijke regeling de inlener ertoe bewegen om vooral met gecertificeerde uitzendondernemingen zaken te doen. Ad 3) In de ministeriële regeling zal worden volstaan met het noemen van de norm omdat de minister zich niet wil inlaten met de inhoud van normen die primair een privaat karakter hebben. Dit is een rechtstreeks gevolg van de keuze van de minister om via zelfregulering door de branche de problemen binnen de sector aan te pakken. Zodra de minister uitspraken zou doen over de eisen waaraan een dergelijke norm zou moeten voldoen, verliezen deze hun privaatrechtelijke karakter en krijgen deze publiekrechtelijke trekken en ontstaat er een zogenaamd hybride stelsel. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de minister zich moet gaan bemoeien met de door private partijen opgestelde normen. In het wetsvoorstel en de memorie van toelichting wordt aangegeven dat de aan te wijzen normen betrekking hebben op de naleving van de artikelen 7 en 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Wij mogen U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (J.P.H. Donner) De Minister van Justitie, (E.M.H. Hirsch Ballin) DOCPROPERTY kOnsKenmerk \* MERGEFORMAT Ons kenmerk DOCPROPERTY iOnskenmerk \* MERGEFORMAT AV/CAM/08/ 35870 PAGE 2 DOCPROPERTY i2eGeledingTxt \* MERGEFORMAT Aan de Koningin PAGE 3