Advies Raad van State
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2008D24210, datum: 2008-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z10111:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-21 14:30: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-02-19 14:00: Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren (31822) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-07-01 14:30: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-09-09 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-10-07 21:15: Wijz. Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren; herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren (31 822) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2009-10-13 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W03.08.0360/II 's-Gravenhage, 29 augustus 2008 Bij Kabinetsmissive van 5 augustus 2008, no.08.002307, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren, met memorie van toelichting. Het voorstel strekt ertoe het stelsel van rechterlijke functies en de bijbehorende beloningen te herzien. De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekening. 1. De rechterlijke leden van een bestuur van een gerecht, te weten de voorzitter en de sectorvoorzitters, ontvangen in verband met hun bestuurswerkzaamheden een toelage op hun salaris (artikel 16, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie). Artikel II, onderdeel D, van het voorstel voorziet in een wijziging van genoemd artikel 16. Geregeld wordt dat na het verstrijken van een benoemingsduur van ten minste zes aaneengesloten jaren de voorzitter of sectorvoorzitter met ingang van de datum waarop de bestuurswerkzaamheden worden beëindigd nog gedurende drie jaren een toelage ontvangt. Vergelijkbare wijzigingen worden aangebracht in de Beroepswet (Artikel III, onderdeel B) en de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie (Artikel IV, onderdeel B). Deze zogenoemde afbouwregeling voor rechterlijke bestuurders is blijkens de toelichting bedoeld om bestuurders na hun terugtreden meer zekerheid in financiële zin te geven waardoor de functie van bestuurder ook in salarieel opzicht aantrekkelijker wordt gemaakt. Naar het oordeel van de Raad behoeft deze afbouwregeling een nadere motivering. Het ligt niet in de rede om een toelage die wordt toegekend in verband met bijzondere werkzaamheden te continueren na beëindiging van deze werkzaamheden. Ten aanzien van enigszins vergelijkbare toelages, zoals bijvoorbeeld de waarnemingstoelage, geldt ingevolge het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 niet een vergelijkbare afbouwregeling. Uit de toelichting wordt voorts niet duidelijk in welk opzicht rechterlijke bestuurders na hun terugtreden behoefte hebben aan "meer zekerheid in financiële zin". Voor zover het noodzakelijk is de functie van bestuurder "in salarieel opzicht" aantrekkelijker te maken, is een verhoging van de toelage het aangewezen middel. De Raad adviseert in de toelichting nader uiteen te zetten waarom de afbouwregeling in de thans gekozen vorm wenselijk is. 2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De Vice-President van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no.W03.08.0360/II met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft. In Artikel I, onderdeel D, na "artikel 5a" toevoegen: , eerste lid,. In Artikel II, onderdeel E, aan het slot van de in artikel 22, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie in te voegen zinsnede het woord "gerechtsauditeurs" schrappen. In Artikel II, onderdeel I, in het voorgestelde artikel 125a, tweede lid, na "artikel 1," invoegen: onderdeel b,. In Artikel II, onderdeel L, subonderdeel d, in de aanhef de zinsnede "komt te luiden" vervangen door: wordt vervangen door. PAGE PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........