[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Ten Broeke en Van Baalen over kandidaat-lidmaatschappen voor Montenegro en Servië

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D00340, datum: 2009-01-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z09873:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum	8 januari 2009	Behandeld	P.J. Kleiweg de Zwaan

Kenmerk	DIE-1896/08	Telefoon	070-348 6457

Blad	  PAGE  \* MERGEFORMAT  1 /1	Fax	070-348 56 84

Bijlage(n)	1

DIE@minbuza.nl

Betreft	Beantwoording vragen van   REF bm_txtLidLeden  \* MERGEFORMAT 
de leden    REF bm_txtnaam  \* MERGEFORMAT  Ten Broeke en Van Baalen 
over   REF bm_txtonderwerp  \* MERGEFORMAT  kandidaat-lidmaatschappen
voor Montenegro en Servië 

	

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ten Broeke en Van Baalen over
kandidaat-lidmaatschappen voor Montenegro en Servië. Deze vragen werden
ingezonden op 18 december 2008 met kenmerk 2008Z09973/2080908150.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

	De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. F.C.G.M. Timmermans



Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de
heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van de
leden Ten Broeke en Van Baalen (VVD) over kandidaat-lidmaatschappen voor
Montenegro en Servië.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Montenegro bij de vigerende
EU-voorzitter Sarkozy een officiële aanvraag heeft ingediend voor het
EU-lidmaatschap? 1) 

Antwoord

Ja.  

Vraag 2

Heeft u tevens kennisgenomen van het bericht dat EU-commissaris Rehn die
stap heeft verwelkomd als “een historische mijlpaal die de belangrijke
gebondenheid van het land aan gemeenschappelijke Europese waarden en
grondbeginselen markeert”? 

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze uitspraak van EU-commissaris Rehn rijkelijk
voorbarig is? 

Vraag 4

Deelt u de mening dat Montenegro nog lang niet rijp is voor het
kandidaat-lidmaatschap (laat staan voor het lidmaatschap) van de EU
gezien problemen met de scheiding der machten, het functioneren van het
parlement, de transparantie van het bestuur, de onafhankelijkheid van de
rechterlijke macht, de naleving van de mensenrechten, corruptie, de
vrijheid van meningsuiting enz.? 2)   

Vraag 5

Welke stappen zult u ondernemen om te voorkomen dat aan Montenegro op
een veel te vroeg moment de status van kandidaat-lid van de Europese
Unie wordt verleend? 

Antwoord

De regering heeft kennisgenomen van de lidmaatschapsaanvraag van
Montenegro en de uitspraken van Commissaris Rehn.

Voor het behandelen van de lidmaatschapsaanvragen bestaan procedures. Er
zijn tenminste twee toetsmomenten waarop Nederland zich in de Raad kan
uitspreken over de verdere behandeling van de lidmaatschapsaanvraag. Ten
eerste vergt het een besluit van de Raad om aan de Europese Commissie te
vragen een advies op te stellen over het eventueel verlenen van het
kandidaat-lidmaatschap. Ten tweede besluit de Raad (op basis van het
verkregen advies van de Commissie) met eenparigheid van stemmen of aan
het betrokken land de status van kandidaat-lid kan worden toegekend.

De Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) concludeerde op 8
december jl. dat Montenegro weliswaar belangrijke politieke en
economische hervormingen heeft doorgevoerd, maar dat verdere
inspanningen nodig zijn om voortgang te boeken bij de versterking van de
rechtsstaat, het opbouwen van de administratieve capaciteit van de
overheid alsmede het bestrijden van corruptie en de georganiseerde
misdaad. 

De regering meent dan ook dat het te vroeg is voor nieuwe stappen van
Montenegro in het toetredingsproces en draagt dit ook actief in de EU
uit. Het land moet verder werken aan de implementatie van de
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst (opbouw van zogeheten ‘track
record’).

Vraag 6

Heeft u verder kennis genomen van het bericht dat Tsjechië, dat
binnenkort het voorzitterschap van de EU zal bekleden, aandringt op een
spoedig kandidaat-lidmaatschap voor Servië?

Vraag 7

Bent u ook bevreemd door het feit dat het aanstaande voorzitterschap
aandringt op die kandidaat-status voor Servië terwijl nog steeds niet
is vastgesteld of dat land voldoet  aan de voorwaarden van het
Joegoslavië-tribunaal, waarvoor het beloond had kunnen worden met een
samenwerkingsovereenkomst (SAO)? 3)

Vraag 8

Hoe gaat u zich tegen deze voornemens van het aanstaande voorzitterschap
verzetten en hoe gaat u eindelijk de Europese partners klip en klaar
duidelijk maken dat meer concessies aan Servië in strijd zijn met de
afspraken van december 2006 en met het Verdrag van Lissabon?     

Antwoord

De regering heeft kennis genomen van de uitspraken van de Tsjechische
Permanente Vertegenwoordiger bij de EU tijdens een lezing van het
European Policy Centre (EPC). Deze uitspraken zijn niet in
overeenstemming met de relevante besluiten van de Raad. 

Zoals bekend heeft de Raad op 29 april 2008 een dubbelbesluit genomen.
Ten eerste werd besloten dat de procedures voor de ratificatie van de
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst (SAO) tussen de EU en Servië
pas een aanvang zullen nemen, zodra de Raad met eenparigheid van stemmen
heeft vastgesteld dat Servië ten volle met het ICTY samenwerkt. Ten
tweede is besloten dat de interim-SAO pas zal worden uitgevoerd, als de
Raad met eenparigheid van stemmen heeft besloten dat Servië ten volle
met het ICTY samenwerkt.  

Zolang Servië niet samenwerkt met het ICTY is een
kandidaat-lidmaatschap, of het in behandeling nemen van een eventuele
lidmaatschapsaanvraag, niet aan de orde. 

1) EUObserver, 15 december 2008  

2) Zie o.m. het Montenegro 2008 Progress Report van de Europese
Commissie  

3) ANP, 16 december 2008