Antwoord op vragen van het lid Langkamp over de hoge babysterfte in Nederland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D00549, datum: 2009-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z09262:
- Gericht aan: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: M.C. Langkamp, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 9 januari 2009 Betreft Kamervragen Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp (SP) over de hoge babysterfte in Nederland (2080907710). Hoogachtend, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dr. A. Klink Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Langkamp over de hoge babysterfte in Nederland. (2080907710) 1. Wat is uw reactie op de laatste Peristat-meting waaruit blijkt dat Nederland nog steeds een hoge babysterfte kent?1) 1. De slechte score van ons land ten aanzien van babysterfte, zoals blijkt uit het Peristat-rapport, bevestigt nog eens de noodzaak om op dit dossier intensief beleid te voeren. Ik teken daarbij wel aan dat het Peristat-rapport zich baseert op een internationale vergelijking van cijfers tot en met 2004. Via Stichting Perinatale Registratie Nederland wordt bezien in hoeverre recente cijfers – na de genomen beleidsmaatregelen – nu al beschikbaar zijn. In één van de komende voortgangsrapportages kom ik hierop terug. 2. Erkent u dat gezien deze cijfers het relevant is om te weten wat de oorzaken zijn van de hoge sterfte rondom de geboorte? 2. Ja. Ik erken de wenselijkheid van het onderzoek naar oorzaken van het sterftecijfer rondom de geboorte. Daarom heb ik de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte gevraagd mij hieromtrent advies te geven. 3. Wat is de stand van zaken bij de invoering van de Perinatale audit? 3. Ik heb het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) begin 2008 opdracht gegeven om kwartiermaker te zijn voor de perinatale audit. In vervolg hierop is medio 2008 opdracht verleend voor de verdere uitwerking van het plan van aanpak om te komen tot een operationele audit. Op dit moment is het RIVM bezig met de scholing van betrokken beroepsgroepen en de wijze waarop het auditinstrument wordt geüniformeerd en vorm wordt gegeven. 4. Wat is de reden dat, ondanks dat de voltallige Kamer vroeg om implementatie voor 1 juli 2006, de perinatale audit nog steeds niet operant is? 4. Er zijn veel beroepsgroepen en organisaties in Nederland betrokken bij de perinatale zorg en perinatale registratie. Voor een goed instrument, zijnde de perinatale audit, is het van wezenlijk belang de diverse registraties op elkaar te laten aansluiten. Hiertoe is in de afgelopen jaren een minimale perinatale basisdataset gebouwd. Dit heeft qua tijd en afstemming langer geduurd dan was voorzien, maar heeft geresulteerd in een voor alle beroepsgroepen toegankelijke dataset. 5 Is het budget voor de perinatale audit volgens u voldoende? Zo ja waaruit blijkt dat? 5. Ja. Op basis van onderzoek van onder andere het RIVM is € 900.000,- structureel beschikbaar voor de perinatale audit en de implementatie hiervan. 6. Is het waar dat er geen vergoeding is binnen een ziekenhuis voor (kinder)pathologen na het overlijden van een pasgeborene? Zo ja, erkent u dat voor een optimaal werkende perinatale audit dit wel relevant is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? 6. Er zijn geen geoormerkte separate bekostigingsparameters voor de verschillende voor kwaliteit relevante ondersteunende functies binnen een ziekenhuis. De kwaliteitswet zorginstellingen geeft in algemene bewoordingen aan dat ziekenhuizen verschillende voorzorgen moeten nemen om ervoor te zorgen dat er sprake is van verantwoorde zorgverlening. Deze voorzorgen beslaan een zeer breed terrein met vele activiteiten én de inschakeling van vele professionals waarvan het verrichten van obducties (bij volwassenen én kinderen) er slechts één is. De bekostiging hiervan is verdisconteerd in de reguliere (gemiddelde DBC) bekostigingsparameters voor de zorg die ziekenhuizen leveren. Ik zie geen aanleiding om deze systematiek te wijzigen. Belangrijkste argumenten hiervoor zijn de eigen zelfstandigheid van ziekenhuizen om verantwoorde zorg te leveren en de noodzaak om administratieve lastendruk te reduceren. 1) HYPERLINK http://www.ezpress.be/news/8294/Babysterfte_Nederland_bijna_hoogste_van_ Europa http://www.ezpress.be/news/8294/Babysterfte_Nederland_bijna_hoogste_van_ Europa Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.minvws.nl Ons kenmerk CZ-K-U-2902224 Bijlagen 1 Uw brief 15 december 2008 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.