De afhandeling van het generaal pardon
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D00681, datum: 2009-01-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z00260:
- Gericht aan: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie
- Indiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z00260 / 2080909310 Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de staatssecretaris van Justitie over de afhandeling van het generaal pardon. (Ingezonden 12 januari 2009) 1 Hoeveel vreemdelingen hebben tot dusver een bezwaarschrift ingediend in verband met het niet in aanmerking komen voor de pardonregeling? Hoeveel van deze vreemdelingen behoren tot de oorspronkelijke doelgroep van het generaal pardon? 2 Hoeveel vreemdelingen hebben naast een dergelijk bezwaarschrift tevens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend waarvan de beslissing in Nederland mag worden afgewacht? 3 Hoeveel vreemdelingen, die niet in aanmerking kwamen voor het pardon maar wel binnen de oorspronkelijke doelgroep behoorden, hebben andersoortige verblijfsprocedures lopen waarvan de uitkomst in Nederland mag worden afgewacht? 4 Hoeveel gemeenten bieden nog steeds noodopvang aan (uitgeprocedeerde) vreemdelingen? 5 Is het waar dat het college van B en W te Groningen heeft aangegeven door te zullen gaan met de noodopvang c.q. voornemens is dit te doen, terwijl u tijdens een mondeling vragenuur heeft gezegd dat dit enkel door één individuele wethouder is aangegeven? 1) Zo ja, hoe verklaart u deze tegenstelling? 6 Hoeveel burgemeestersverklaringen zijn er tot dusver in totaal binnengekomen en hoe verhoudt dit aantal zich met eerder door u aangegeven aantallen? Is het aantal de laatste maanden van 2008 nog eens toegenomen? Zo ja, met hoeveel? 7 Kunt u garanderen dat per 1 januari 2009 geen enkele gemeente meer de mogelijkheid biedt om een verzoek om een dergelijke verklaring in te dienen? Zo nee, waarom niet? 1) Handelingen TK II, nr. 13, blz. 906