Preview document (🔗 origineel)

---

Datum

13 januari 2009

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van het lid Joldersma (CDA) over de illegale
voorraden van coffeeshops als aftrekpost voor de Belasting 



In antwoord op uw brief van 19 november 2008, deel ik u mee, mede namens
namens de Staatssecretaris van Financiën, dat de schriftelijke vragen
van het lid Joldersma (CDA) van uw Kamer over de illegale voorraden van
coffeeshops als aftrekpost voor de Belasting (ingezonden 18 november
2008) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.



De Minister van Justitie,

	

2080905590

Vragen van het lid Joldersma (CDA) aan de minister van Justitie en de
staatssecretaris van Financiën over de illegale voorraden van
coffeeshops als aftrekpost voor de Belasting. (Ingezonden 18 november
2008)

1

Hebt u kennisgenomen van de uitzending van ‘De Andere Wereld’,
waaruit zou blijken dat door de politie vernietigde voorraden van
coffeeshops vergoed worden door de Belastingdienst? 1)

Antwoord

Ja.

2

Klopt het dat als de zogenaamde “stash” van coffeeshops door de
politie wordt gevonden en vernietigd, de coffeeshop deze voorraad,
ongeacht de hoeveelheid, als aftrekpost voor de Belasting kan indienen?

Antwoord

Exploitanten van coffeeshops worden op dezelfde wijze in de
belastingheffing betrokken als andere ondernemers. De belastingheffing
vindt plaats over de behaalde winst. 

De winst wordt vastgesteld door de opbrengsten te verminderen met de
kosten. 

Kosten kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden van aftrek worden
uitgesloten, namelijk bij een onherroepelijke veroordeling of indien aan
gestelde voorwaarden is voldaan ter voorkoming van strafrechtelijke
vervolging.

3

Meldt de Belastingdienst altijd aan het Openbaar Ministerie (OM) wanneer
een coffeeshop een voorraad heeft van meer dan 500 gram? Wat wordt er
met deze informatie gedaan? 

Antwoord

De Belastingdienst meldt conform de “Richtlijnen voor het opsporings-
en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet” een
mogelijke overschrijding van het 500 grams-criterium aan het Openbaar
Ministerie. De aangiften worden bij de lokale parketten ingestuurd en
beoordeeld. In beginsel geldt dat conform de aanwijzing Opiumwet tegen
dergelijke strafbare feiten wordt opgetreden. 

4

Wat is uw oordeel over bovenstaande praktijken? Hoe is de afstemming
tussen strafrechtelijke en fiscale aanpak hier beter te organiseren? 

Antwoord

De informatievoorziening tussen Belastingdienst en openbaar ministerie
is zo georganiseerd dat een geïntegreerde aanpak mogelijk is. Waar
mogelijk informeren Openbaar Ministerie en Belastingdienst elkaar. De
fiscale aanpak van een coffeeshophouder die niet betrokken is bij een
strafrechtelijke vervolging is als bij alle ondernemers. Indien er
sprake is (geweest) van strafrechtelijke vervolging is de
Belastingdienst alert op de mogelijke gevolgen daarvan bij de
afhandeling van de belastingaangifte zoals genoemd in het antwoord op
vraag 2. 

5

Kunt u ervoor zorgen dat voorraden van coffeeshops niet meer als
aftrekpost gelden en dat de boete bij het vinden van een voorraad
minstens zo hoog is als de waarde van de voorraad?

Nee. De inkoop van de voorraad door de coffeeshophouder is vergelijkbaar
met de inkoop van andere ondernemers. Ik zie geen mogelijkheden om een
speciale regeling te maken voor coffeeshops. 

Voor wat betreft het boetebedrag in strafzaken geldt dat de strafmaat op
grond van de feiten en omstandigheden van het geval wordt bepaald. De
hoeveelheid hennep is een aspect dat bepalend is voor het vaststellen
van de strafmaat. In de strafvorderingsrichtlijn Opiumwet, softdrugs is
opgenomen hoe de hoogte van de boete zich verhoudt tot de hoeveelheid
drugs. De waarde van de hennep is daarbij niet als criterium opgenomen. 

6

Hoe gaat u ervoor zorgen dat illegale voorraden van coffeeshops beter
worden opgespoord en daadwerkelijk worden vervolgd? 

De opsporing en vervolging van personen die in verband kunnen worden
gebracht met illegale voorraden van coffeeshops geschiedt conform de
strafvorderingsrichtlijn Opiumwet. Ik zie op dit moment geen aanleiding
om het beleid te veranderen.

1) 'De Andere Wereld’, 16 november 2008

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Datum

13 januari 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5580760/08 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5580760/08

Uw kenmerk

2080905590

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  " " "  Pagina 1 van 3   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EA  DEN HAAG