Preview document (🔗 origineel)

---

Datum

13 januari 2009

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van het lid Van Haersma Buma (CDA) over het
openlijk opeisen van een aanslag op twee personenauto’s door
dierenrechtactivisten, over dierenactivisten en over de landelijke
aanpak van dierenactivisten



In antwoord op uw brieven van 14 november 2008, 4 december 2008 en 29
december 2008, zenden wij u hierbij de antwoorden op de schriftelijke
vragen van het lid Van Haersma Buma (CDA) van uw Kamer over het openlijk
opeisen van een aanslag op twee personenauto’s door
dierenrechtactivisten (ingezonden 13 november 2008), over
dierenactivisten (ingezonden 3 december 2008) en over de landelijke
aanpak van dierenactivisten (ingezonden 24 december 2008), zoals
aangegeven in de bijlage bij deze brief. 



	

De Minister van Justitie,

Dr. E.M.H. Hirsch Ballin

	

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Dr. G. ter Horst







	

Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van het lid Van
Haersma Buma (CDA) over dierenactivisten. (Ingezonden 3 december 2008,
2080906900)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht 1) dat dierenactivisten van het
Dierenbevrijdingsfront de woning van een gezin in Zeewolde beklad
hebben?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kloppen de feiten die in het bericht staan vermeld? Zo ja, welke actie u
gaat (laten) ondernemen om de daders van dit feit op te sporen en te
berechten?

Antwoord 2

In de nacht van zondag op maandag 1 december 2008 is de woning van een
echtpaar in Zeewolde beklad en is tevens één personenauto van dit
echtpaar vernield. Het echtpaar heeft dezelfde achternaam als de
eigenaar van een nertsenfokkerij in Zeewolde. Gelet hierop en gezien de
letters “DBF” die op de woning zijn aangebracht bestaat het
vermoeden dat de vernielingen zijn uitgevoerd door sympathisanten van
het Dierenbevrijdingsfront. Naar aanleiding van deze feiten is door de
politie een onderzoek gestart. Gelet op het feit dat het onderzoek nog
niet is afgesloten, kunnen over de aard van de mogelijk nog te
verrichten onderzoekshandelingen geen nadere mededelingen worden gedaan.

Vraag 3

Hoe zijn de opsporing en vervolging op het gebied van dierenactivisme
momenteel landelijk ingebed?

Antwoord 3

De organisatie van de opsporing en vervolging van dierenrechtenactivisme
is beschreven in de brief van de Minister van Justitie en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 juli 2004
(Kamerstukken 2003-2004, 29200 VI, nr. 175). Aanvullingen hierop zijn
gegeven in de brief van 15 juni 2007 (Kamerstukken 2006-2007, 30800 VI,
nr. 98). Mede gezien de incidenten in de afgelopen periode en de
complexiteit van het fenomeen, is besloten de samenwerking te
intensiveren tussen alle bij de problematiek betrokken partijen en wordt
momenteel extra geïnvesteerd in de verzameling en analyse van
informatie en de samenwerking bij de bestrijding van
dierenrechtenactivisme. 

De bestrijding van dierenrechtenactivisme is benoemd als onderwerp van
nationaal belang, waarmee het een prioriteit is voor de dienst Nationale
Recherche (dNR) van het Korps landelijke politiediensten en het
Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie. Door de Nationale
Recherche vindt onderzoek plaats naar strafbare feiten die zijn gepleegd
door dierenrechtenactivisten. Binnen de verschillende vormen
van radicaal activisme die tot het aandachtsgebied van de dienst
Nationale Recherche behoren heeft dierenrechtenactivisme in toenemende
mate de aandacht. Bij de capaciteittoedeling van de dienst is daarom
besloten om de inzet op dierenrechtenactivisme te intensiveren. Hiertoe
is bij het KLPD een team ingericht dat zich richt op
dierenrechtactivisme.

Politieregio's dienen incidenten in dit kader altijd aan de dNR en het
Landelijk Parket te melden. Telkens wordt beoordeeld of samenwerking
tussen regio en dNR, of eventueel het overnemen van het onderzoek door
de dNR, geboden is. Daarnaast is dierenrechtenactivisme sinds geruime
tijd een prioriteit binnen de AIVD-onderzoeken. De AIVD werkt in deze
onderzoeken nauw samen met de Regionale Inlichtingendiensten. Verder
worden sinds een aantal jaren diverse initiatieven ontwikkeld om de
weerbaarheid van het lokale bestuur en potentiële doelwitten op het
gebied van dierenrechtenactivisme te vergroten. 

 

Vraag 4

Wordt in alle politieregio’s evenveel aandacht besteed aan de
opsporing en vervolging van dierenactivisme?

Antwoord 4

De mate waarin er aandacht voor opsporing en vervolging is hangt
uiteraard samen met het zich voordoen van acties en incidenten. Het
Openbaar Ministerie heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen
dat waar zich strafbare feiten op het terrein van dierenrechtenactivisme
voor doen, ook adequate opsporing en vervolging plaatsvindt. 

Als ook beschreven in de brief van 15 juni 2007 (Kamerstukken 2006-2007,
30800 VI, nr. 98) houdt de dNR nauw contact met regiokorpsen als er
sprake is van acties van dierenrechtenactivisten. Op deze manier wordt
de alertheid van de politiekorpsen hoog gehouden. 

De Telegraaf, 2 december 2008

Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van het lid Van
Haersma Buma (CDA) over het openlijk opeisen van een aanslag op twee
personenauto’s door dierenrechtactivisten. (Ingezonden 13 november
2008)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het openlijk opeisen van een aanslag op twee
personenauto’s in de nacht van 6 november 2008 door radicale
dierenrechtactivisten? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van de bedreigingen die in deze internetboodschap
zijn verpakt?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Gaat u zorgen dat deze site uit de lucht gaat en de verantwoordelijken
worden opgepakt?

Antwoord 3

Met betrekking tot de tekst op de website dient te worden opgemerkt dat
deze door de redactie reeds is aangepast in die zin dat de naam en
adresgegevens van de betrokkene zijn verwijderd. 

Vraag 4

Kunt u verzekeren dat politie en Justitie het maximale doen om er voor
te zorgen dat medewerkers van vitale economische sectoren, zoals de
beurs in Amsterdam, in veiligheid hun werk kunnen doen?

Antwoord 4

Wij realiseren ons dat bedreigingen een ernstig gevoel van onveiligheid
teweeg kunnen brengen. Wij spreken ons nadrukkelijk uit tegen illegale
acties van gewelddadige dierenactivisten, waarbij strafbare feiten
worden gepleegd. 

We willen benadrukken dat voor de aanpak van dierenrechtenactivisme,
naast opsporing en vervolging, een integrale, bestuurlijke aanpak van
groot belang is. We verwijzen daarvoor ook naar de passage over
dierenrechtenactivisme in het u eind december toegestuurde Operationeel
Actieplan Polarisatie en Radicalisering (TK 2008-2009, 29 754, nr. 141).
Belangrijke elementen zijn daarbij ondersteuning aan onder andere
gemeenten en bedrijven om de alertheid ten aanzien van
dierenrechtenactivisme te verhogen en de weerbaarheid te vergroten. 

Naast de wettelijke taken en verantwoordelijkheden van het OM bij de
aanpak van dierenrechtenactivisme, hebben de bedrijven ook een eigen
verantwoordelijkheid om de juiste beveiligingsmaatregelen te treffen om
hun medewerkers te beschermen. Het lokaal bevoegd gezag zal waar nodig,
aanvullende maatregelen treffen. Uiteraard worden er onmiddellijk
maatregelen genomen door de politie als er een aanwijzing is dat
mogelijk strafbare feiten zullen worden gepleegd. Veiligheidsmaatregelen
kunnen echter helaas nooit ieder risico uitsluiten. 

Naar aanleiding van de recente ontwikkelingen wordt momenteel door alle
betrokken partijen gezamenlijk bezien hoe de aanpak geïntensiveerd kan
worden. Binnen de verschillende vormen van radicaal activisme die tot
het aandachtsgebied van de dienst Nationale Recherche (dNR) van het
Korps landelijke politiediensten (KLPD) behoren, heeft
dierenrechtenactivisme in toenemende mate de aandacht. Bij de
capaciteitstoedeling van de dienst is daarom besloten om de inzet op
dierenrechtenactivisme te intensiveren.  Hierover zullen we de Kamer
in februari per brief nader informeren. 

Vraag 5

Hoe komt het dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD),
het Openbaar Ministerie en de politie nog steeds zo achter de feiten
aanlopen op het terrein van de bestrijding van dierenrechtactivisme? 

 

Antwoord 5

Dierenrechtenactivisten gaan zeer professioneel te werk en weten hun
activiteiten in vrijwel alle gevallen zeer goed af te schermen. Daardoor
is het uiterst moeilijk om zicht te krijgen op de identiteit van de
daders. Bovendien wordt soms pas na verloop van tijd duidelijk dat er
sprake is van dierenrechten activisme of, wanneer dit wel meteen
duidelijk is, aan welke organisatie een actie kan worden toegeschreven. 
Dit laat onverlet dat er door AIVD, OM en Politie veel belang wordt
gehecht aan de bestrijding van dierenrechtenactivisme. 

De aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme is een zaak van nationaal
belang. Het is dan ook een vast aandachtsgebied van zowel de AIVD, het
Openbaar Ministerie, als de politie. Mede gezien de incidenten in de
afgelopen periode en de complexiteit van het fenomeen, is besloten de
samenwerking tussen alle bij de problematiek betrokken partijen te
intensiveren en wordt momenteel extra geïnvesteerd in de verzameling en
analyse van informatie  bij de bestrijding van dierenrechtenactivisme. 

Sinds geruime tijd is dierenrechtenenactivisme een prioriteit binnen de
AIVD-onderzoeken, vanwege de dreiging voor de democratische rechtsorde
die van dit fenomeen uit kan gaan. De AIVD werkt in deze onderzoeken
nauw samen met de Regionale Inlichtingendiensten. Sinds enige jaren
waarschuwt de AIVD ook voor de toename van meer op de persoon gerichte
acties, waaronder de zogenaamde 'home visits' (zie ook de nota
'Dierenrechtenenactivisme in Nederland, springplank voor Europa -
Bijlage bij TK 2006-2007, 30800 VI, nr. 98). Op basis van de uit
onderzoek verkregen informatie informeert de AIVD het OM over
(voorgenomen) strafbare feiten. Bovendien geeft de AIVD voorlichting aan
potentiële doelwitten van dierenrechtenactivisten en aan lokale
overheden over te verwachten actiemethoden. De AIVD geeft hun tevens
advies over te nemen (preventieve) beveiligingsmaatregelen en raadt hen
aan incidenten te melden. 

Het OM heeft de dNR van het Korps landelijke politiediensten (KLPD)
belast met het onderzoek naar de recente brandstichtingen van begin
november en eind december bij medewerkers van Euronext. Daarnaast zal er
in januari van start worden gegaan met een overkoepelend onderzoek en
een intensieve analyse om zo een overkoepelend beeld te krijgen van het
dierenrechtenactivisme. 

Daarnaast zijn in 2008 bij de politie verschillende projecten uitgevoerd
met als doel de bewustwording en het inzicht in dierenrechtenactivisme
binnen de korpsen te vergroten. De Regionale Inlichtingendiensten
(RID-en) investeren in het inwinnen van informatie over en registratie
van dierenrechtenactivisme. Met de regionale contactpersonen bij de
RID-en is eveneens afgesproken dat in alle gevallen van strafbare feiten
gerelateerd aan dierenrechtenactivisme aangifte wordt opgenomen. Waar
mogelijk zal (in opdracht van de Officier van Justitie) binnen de kaders
van het Wetboek van Strafvordering strafrechtelijk onderzoek volgen. Het
KLPD verzorgt daarvoor de landelijke registratie (dienst IPOL) en
coördinatie (dienst Nationale Recherche). Door alle gegevens over
dierenrechtenactivisten centraal te registreren en deze gegevens en
informatie permanent te analyseren wordt het beeld van deze groep(en)
steeds duidelijker.

Vraag 6

Is voor u nu ook het moment aangebroken om dierenrechtactivisme als
terrorisme aan te gaan pakken?

Antwoord 6

Zoals ik in het Algemeen Overleg Voortgangsrapportage
Terrorismebestrijding van 20 november 2008 heb aangegeven, erkennen wij
dat hier sprake is van ernstige strafbare feiten. 

Dierenrechtenactivisme kent, net zoals elke vorm van activisme,
verschillende gradaties en soorten activiteiten. Het enkel zijn van een
dierenrechtenactivist maakt iemand dus nog niet tot extremist of
terrorist; dit hangt van geval tot geval af van de aard en ernst van de
(beoogde) activiteit. Wel is er bij de recente incidenten op het gebied
van dierenrechtenactivisme sprake van toenemende radicalisering. 

Het kabinet stelt zich op het standpunt dat illegale acties door
dierenrechtenactivisten waarbij strafbare feiten worden gepleegd,
weliswaar zeer afkeurenswaardig zijn en hard moeten worden aangepakt,
maar dat deze niet onder de door het kabinet gehanteerde definitie van
terrorisme vallen. Een zorgvuldige hantering van begrippen is van groot
belang om een begrip als terrorisme niet aan inflatie onderhevig te
laten zijn.

Uiteindelijk is het aan het OM om een misdrijf met terroristisch oogmerk
ten laste te leggen en vervolgens aan de rechter om vast te stellen of
in een concreet geval daarvan sprake is. Voorwaarde is dat voldaan is
aan de bestanddelen van de wettelijke definitie van terroristisch
oogmerk in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht. 

1)  HYPERLINK "C:\\Documents and Settings\\shulsche\\Local
Settings\\Temporary Internet Files\\OLK1424\\www.animalrights.nl" 
www.animalrights.nl 

	

Antwoorden van de Minister van Justitie en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties op vragen van het lid Van Haersma Buma (CDA)  over
de landelijke aanpak van dierenactivisten. (Ingezonden 24 december 2008,
2008Z10307 / 2080908640)

Vraag 1	

Bent u bereid de Kamer per brief te informeren over uw voornemens ten
aanzien van de landelijke aanpak van dierenactivisten? 1)

Vraag 2

Per wanneer zal de landelijke aanpak van start gaan?

Antwoord 1 en 2

Wij zullen de Kamer in februari per brief informeren over de aanpak en
planning.

1) De Telegraaf, 21 december 2008

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden

BJZ

Datum

13 januari 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  55782500/09 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  9  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  9  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden

BJZ

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

55782500/09

Uw kenmerk

2080905100, 2080906900

en 2080908640

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  9 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  9  " " "  Pagina 1 van 9   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag