Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z00306 / 2080909390

Vragen van het Lid Leijten (SP) aan de staatsecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport  over het niet ontvangen van
thuiszorg. (Ingezonden 13 januari 2009)

1

Wat vindt u van het bericht dat mevrouw H. al 21 dagen geen thuiszorg
heeft ontvangen ondanks het feit dat zij voor deze zorg is geïndiceerd?
1)

2

Deelt u de mening dat mevrouw H. niet het slachtoffer had mogen worden
van het conflict tussen haar familie en de instelling Vivent?

3

Wie heeft de verantwoording voor het organiseren van zorg indien een
thuiszorginstelling eenzijdig de zorg opzegt?

4

Bent u van mening dat in deze zaak adequaat gehandeld is door alle
betrokken partijen om vervangende zorg te regelen? Heeft het zorgkantoor
zijn zorgplicht vervuld?

5

Vindt u het aanvaarbaar dat door het eenzijdig opzeggen van thuiszorg
door een thuiszorgorganisatie, de enige oplossing voor mensen opname in
een verpleeghuis is?

6

Bent u van mening dat het zorgkantoor direct had moeten handelen? Zo ja,
kunt u aangeven  hoe dat is gebeurd? Zo nee, wie heeft dan de
zorgplicht?

7

Kan iemand die thuiszorg ontvangt en in een soortgelijke situatie als
deze mevrouw en haar zoon terecht komt, klagen bij het zorgkantoor? Zo
ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

8

Kunt u achterhalen of het geld voor de geïndiceerde, maar niet gegeven
zorg aan deze mevrouw is uitbetaald aan Vivent? Als dat is gebeurd bent
u dan van mening dat Vivent dit geld moet terugstorten aan het
zorgkantoor?

1) Brabants Dagblad, 9 januari 2009: “Nieuwkuijkse drie weken zonder
zorg”