[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Paulus Jansen en Bashir over de invordering van successierechten

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D00902, datum: 2009-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z08439:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden Jansen
en Bashir over de invordering van successierechten.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

mr.drs. J.C. de Jager

Vragen van de leden Jansen en Bashir (beiden SP) aan de
staatssecretaris van Financiën over

de invordering van successierechten.

(Ingezonden 4 december 2008)

1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Hijgerige fiscus»? Kloppen de
in dat artikel beschreven feiten?

Antwoord vraag 1

Ik heb kennis genomen van het genoemde artikel. Over de daarin
weergegeven feiten kan ik geen mededelingen doen omdat dit in strijd zou
zijn met de op mij rustende geheimhoudingsplicht. 

2

Heeft u inzicht in hoeveel gevallen erfgenamen in de problemen komen bij
het voldoen van een aanslag successierechten, omdat het geërfde
vermogen nog vast zit in een woning of andere nog te verkopen objecten?

Antwoord vraag 2

Over het aantal gevallen waarin betaling van het verschuldigde recht tot
problemen leidt omdat het verkregen vermogen (nog) niet liquide is
gemaakt, wordt binnen de Belastingdienst geen informatie verzameld. Ik
heb daarin dan ook geen inzicht. 

3

Acht u het in alle situaties redelijk dat successierechten direct geïnd
worden als het vermogen nog in een woning zit? Zo ja, waarom?

4

Waarom geeft de Belastingdienst erfgenamen in dergelijke situaties geen
uitstel van betaling dan wel een andere vorm van betalingsregeling,
zodat de erfgenamen de successierechten, zo nodig 

vermeerderd met de wettelijke rente, na afhandeling van de verkoop
kunnen voldoen?

Antwoord vragen 3 en 4

Voor aanslagen in het recht van successie geldt een wettelijke
betalingstermijn van twee maanden; in het algemeen worden deze aanslagen
overigens eerst geruime tijd na het overlijden van de erflater opgelegd.


Na het opleggen van de aanslag kan de Belastingdienst zonodig uitstel
van betaling verlenen voor een periode van twaalf maanden. 

In de praktijk hebben belastingschuldigen die voor laatstbedoeld uitstel
van betaling in aanmerking komen, gerekend vanaf het tijdstip van
verkrijging, een periode van twee jaren om de verkregen goederen geheel
of gedeeltelijk te gelde te maken (hetzij door middel van verkoop hetzij
door middel van belening) teneinde uit de opbrengst het verschuldigde
recht te betalen. 

Deze periode is meestal voldoende; indien sprake is van bijzondere
omstandigheden, voorziet het uitstelbeleid van de Belastingdienst in een
nog langere termijn (dan de genoemde twaalf maanden).

Afgezien van het voorgaande ben ik geen voorstander van beleid dat erop
neer komt dat betaling van het verschuldigde recht zonder meer eerst
dient plaats te vinden nadat de verkregen goederen te gelde zijn
gemaakt. Het tijdstip van betalen zou daarmee geheel afhankelijk zijn
van de inzichten en het handelen van de individuele belastingschuldige
hetgeen zich niet verdraagt met het karakter van de belastingheffing.

Directoraat-Generaal Belastingdienst



Ons kenmerk

DGB/2008/6442 U







	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  3  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 



Directoraat-Generaal Belastingdienst 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

  HYPERLINK "http://www.minfin.nl"  www.minfin.nl 

Inlichtingen

dhr. H.M. Koster 

T	070-3428381

h.m.koster@minfin.nl



Ons kenmerk

DGB/2008/6442 U

Uw brief (kenmerk)

05.12.2008

2008Z08439/2080907010

Bijlagen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG



Datum 13 januari 2009	

Betreft	Beantwoording kamervragen van de leden Jansen en Bashir 



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3