Lijst van vragen over maatregelen inzake Woonbron en de SS Rotterdam
Woningcorporaties
Lijst van vragen
Nummer: 2009D01194, datum: 2009-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. van Gent, voorzitter van de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Drs. M.J. van der Leeden, griffier
Onderdeel van zaak 2008Z09543:
- Indiener: E.E. van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2008-12-18 14:30: Procedurevergadering cie. WWI (Procedurevergadering), algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie (2008-2010)
- 2009-01-13 12:00: Brief minister voor WWI d.d. 16 december 2008 inzake maatregelen inzake Woonbron en de SS Rotterdam. (Inbreng feitelijke vragen), algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie (2008-2010)
- 2009-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-10-28 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie Betreft SS Rotterdam Ons kenmerk 09-WWI-B-002 Bijlagen Namens de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie bied ik u naar aanleiding van uw brief d.d. 15 december 2008 over de situatie rondom het project SS Rotterdam (29453, nr. 95) onderstaande feitelijke vragen ter bewoording aan: Hoe duidt u de verwarring over de marktwaarde van het commerciĆ«le vastgoed van Woonbron, dat nu (slechts) circa ā¬ 160 miljoen blijkt te zijn? Vindt u dat er voldoende zicht is op de waarde van het commerciĆ«le vastgoed van woningcorporaties en is een (hernieuwd) overzicht van het commerciĆ«le vastgoed dat Nederlandse woningcorporaties hebben wenselijk? Is het in algemene zin voldoende uitgesloten dat lasten en tegenvallers bij het commerciĆ«le vastgoed niet ten koste gaan van het vastgoed ten behoeve van de volkshuisvesting en is de casus van de SS Rotterdam een leermoment om te zorgen dat het vastgoed dat primair bedoeld is voor de volkshuisvesting beter geborgd wordt tegen tegenvallers bij het commerciĆ«le vastgoed dat woningcorporaties bezitten? Is er naast verscherping in de aandacht ook sprake van verscherping van de handhaving en bent u in de toekomst van plan in een eerder stadium dan voorheen de woningcorporaties een aanwijzing te geven en bent u daarmee tevens van plan om de regels van het BBSH en de circulaire strenger te handhaven, mede in het licht van andere, eerder geconstateerde, ongewenste praktijken bijvoorbeeld het jarenlang aanhouden van een makelaardij door Rochdale? Kunt u een nadere toelichting geven op de uitgesproken waardering voor het initiatief van Woonbron om de SS Rotterdam te herontwikkelen en het standpunt dat de legitimiteit van het project op geen enkele wijze ter discussie staat, in het bijzonder met betrekking tot de volgende aspecten: waaruit bestaat het verband tussen het project SS Rotterdam en de kernactiviteiten, zoals omschreven in het BBSH? Woonbron stelt dat een van de belangrijkste pluspunten van het project de icoonfunctie is: het is goed voor het zelfvertrouwen van Rotterdam-Zuid en de uitstraling van het project zal andere investeringen in het gebied uitlokken; onderschrijft u de relevantie van dit argument? Zo ja, wat betekent dit voor toekomstige projecten elders waar ditzelfde argument wordt opgevoerd? is er nog sprake van proportionaliteit tussen kern- en nevenactiviteiten, nu de kosten van het project zijn geĆ«xplodeerd tot ā¬ 200 miljoen? waaruit bestaan de 20% activiteiten op de SS Rotterdam die geacht worden een relatie te hebben met de kerntaken van Woonbron? Hoeveel ROC-ers worden er aan een stageplaats geholpen, hoeveel werklozen uit Rotterdam-Zuid aan een baan, hoeveel personen uit de doelgroep worden straks gehuisvest op het schip? is ook afgewogen wat er bij een alternatieve besteding van ā¬200 miljoen in Rotterdam-Zuid, bijvoorbeeld in een groot aantal kleinere projecten, in samenwerking met verschillende marktpartijen en non-profitorganisaties, aan prestaties ten behoeve van de doelgroep geleverd had kunnen worden? Is er al een toezichthouder benoemd? Zo ja, wie? Klopt het dat Woonbron beroep aangetekend heeft tegen de drie opgelegde maatregelen? Zo ja, wat betekent dit voor de effectuering van de maatregelen? Zo ja, is gezien de onwilligheid van directie en Raad van Commissarissen een toezichthouder ex art.43 lid 1 BBSH (āpassieve toezichthouderā) nog wel een passende maatregel en zou in plaats daarvan niet direct een actieve toezichthouder ex art.43 lid 2 BBSH moeten worden aangesteld? Zo ja, is, indien de Raad van Commissarissen de lijn van de directie om zich te verzetten tegen de opgelegde maatregelen steunt, deze Raad van Commissarissen nog wel te handhaven? Wanneer kan de Kamer de toegezegde contra-expertise op de businesscase tegemoet zien? Is er naar uw mening inmiddels sprake van een adequate wettelijke basis die verzekert dat woningcorporaties de actieve informatieplicht hebben om in hun jaarverslag alle relevante feiten te melden over verbindingen/deelnemingen? Zo ja, welke regelgeving is er sinds 28 maart 2008 (brief CFV over de SS Rotterdam waarin dit knelpunt gemeld werd) aangepast? Is er naar uw mening inmiddels sprake van een adequate wettelijke basis zodat het CFV alle benodigde relevante informatie over verbindingen kan opvragen bij toegelaten instellingen die onder zijn toezicht vallen? Zo ja, welke regelgeving is er sinds 28 maart 2008 (brief CFV over de SS Rotterdam waarin dit knelpunt gemeld werd) aangepast? Hoogachtend, M.J. van der Leeden De griffier van de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie Betreft Vragen over ss Rotterdam Kenmerk Vervolg Brief Bladzijde PAGE 2 DCO InternationaalĀ enĀ RuimtelijkĀ beleid algemene commissie voor WWI Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 Den Haag Postbus 20018 2500 EA Den Haag Tel: 070 318 20 28 Fax: 070 318 34 33 E-mail: cie.wwi@tweedekamer.nl