Antwoord op vragen van het lid De Pater-Van der Meer over het kopen van een Belgische baby door een Nederlands echtpaar
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D01228, datum: 2009-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z07975:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: M.L. de Pater-van der Meer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-02-12 13:00: Commercieel draagmoederschap en verkopen van baby's (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
Preview document (🔗 origineel)
Datum 14 januari 2009 Onderwerp Beantwoording van vragen van het lid De Pater-Van der Meer (CDA) over het kopen van een Belgische baby door een Nederlands echtpaar Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Pater-Van der Meer (CDA) over het kopen van een Belgische baby door een Nederlands echtpaar (ingediend 28 november 2008, nr. 2080906440). De Minister van Justitie, Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van het lid De Pater-van der Meer (CDA) over het kopen van een Belgische baby door een Nederlands echtpaar. (ingezonden 28 november 2008; nr. 2080906440) Vraag 1 Hebt u kennisgenomen van de uitzendingen met betrekking tot de koop van een baby uit België door een Nederlands echtpaar? Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Kunt u bevestigen dat noch een Belgische autoriteit, noch een Nederlandse autoriteit betrokken is (geweest) bij deze, door de wensouders genoemde, adoptie? Antwoord 2 Ja. Vraag 3 Is de baby bij de Belgische burgerlijke stand ingeschreven onder de naam van de wensouders? Antwoord 3 Uit informatie van de Vlaamse Centrale autoriteit is mij gebleken dat de Nederlandse wensouders bij de burgerlijke stand in Gent (België) aangifte hebben gedaan van de geboorte van een kind op hun naam. Vraag 4 Zijn er Nederlandse instanties of zorgverleners bekend met de komst van deze baby en de verzorging daarvan door de wensouders? En zijn zij mogelijk op de hoogte van de oorspronkelijke afkomst van deze baby? Antwoord 4 Voor zover mij bekend is geworden, zijn de Nederlandse instanties of zorgverleners in de omgeving van de wensouders niet vooraf geïnformeerd over de komst van de baby en de verzorging daarvan door de wensouders. Vraag 5 Acht u het wenselijk dat, zolang niet volstrekt duidelijk is wat de werkelijk toedracht is rondom de geboorte en het overbrengen naar het Nederlandse gezin, deze baby bij de wensouders verblijft? Zo ja, herinnert u zich de antwoorden op schriftelijke vragen over de situatie rond ‘baby Donna’ 2), waarin onder andere werd opgemerkt dat in een zich opnieuw voordoend geval het kind, ook als een rechterlijke procedure aanhangig is, in de regel zo snel mogelijk in een neutraal pleeggezin geplaatst moet worden ter voorkoming van het ontstaan van ‘family life’? Vraag 6 Welke initiatieven zijn in de nu bekend geworden zaak inmiddels zijn genomen? Antwoorden 5 en 6 De Raad voor de Kinderbescherming heeft direct na het bekend worden van de feiten een verzoek ingediend bij de rechtbank Zwolle om het Bureau Jeugdzorg Overijssel te belasten met de voorlopige voogdij over het kind. De Rechtbank heeft dit verzoek op 27 november ingewilligd, waarna het kind tijdelijk is ondergebracht in een neutraal pleeggezin. Van daaruit kan in het belang van het kind een definitieve oplossing worden gerealiseerd. Naast de door de Raad voor de Kinderbescherming genomen stappen heeft het Openbaar Ministerie in Zwolle de politie opdracht gegeven te onderzoeken of de Nederlandse wensouders zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten. Vraag 7 Zijn de voornemens (zie vraag 5) om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen, concreet gemaakt? Zo ja, welke afspraken zijn er gemaakt? Antwoord 7 Naar aanleiding van de zaak rond baby Donna hebben vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en van de MO-groep met elkaar overlegd over verbetering van de samenwerking. Dit heeft geresulteerd in overeenstemming over de uitgangspunten in zaken als de onderhavige, i.c. dat het bij dit soort zaken niet uitsluitend gaat om te kijken naar het belang van het kind op korte termijn, maar dat bij de afweging hoe te handelen vooral naar het belang van het kind op de lange termijn gekeken dient te worden. Daarnaast speelt ook een rol op welke wijze het kind bij wensouders terecht is gekomen. Vraag 8 Acht u het wenselijk dergelijke “koop” praktijken als een vorm van kinderhandel in de wet te benoemen? Zo ja, is dan de aangewezen plaats om dit bewerkstelligen artikel 273 f van het Wetboek van Strafrecht met de toevoeging dat niet in alle gevallen het oogmerk uitbuiting aan de orde is? Antwoord 8 Commercieel draagmoederschap (waarbij sprake is van genetische verwantschap) en illegale opneming van kinderen (waarbij geen genetische verwantschap is) zijn complexe vraagstukken, die nauw met elkaar samenhangen. De mate waarin een en ander thans strafbaar is en de wenselijkheid van aanpassing van wetgeving met het oog op de strafbaarstelling vragen om een nadere oriëntatie, mede met het oog op de handhaafbaarheid. Om die reden acht ik nader overleg noodzakelijk. Ik streef ernaar uw vraag voor 1 mei 2009 te beantwoorden. IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Justitieel Jeugdbeleid afdeling Juridische en Internationale Zaken Datum 14 januari 2009 Ons kenmerk REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT 557 7549/08/DJJ REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Justitieel Jeugdbeleid afdeling Juridische en Internationale Zaken Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Ons kenmerk 5577549/08/DJJ Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 " " " Pagina 1 van 3 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG