Antwoord op vragen van de leden Bouwmeester en van Dijken over de behandeling van gedragsgestoorde gehandicapten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D01452, datum: 2009-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z10135:
- Gericht aan: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: L.T. Bouwmeester, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.J. van Dijken, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 16 januari 2009 Betreft Kamervragen Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Bouwmeester en van Dijken (PVDA) over de behandeling van gedragsgestoorde gehandicapten (ingezonden 22 december 2008). Hoogachtend, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. dr. J. Bussemaker 2080908350 Antwoorden op vragen van de Kamerleden Bouwmeester en van Dijken over de behandeling van gedragsgestoorde gehandicapten. (ingezonden 22 december 2008) 1 Heeft u kennisgenomen van de tv-uitzending ‘Zwakbegaafd en opgesloten’? 1) 1 Ja. 2 Bent u het eens met de bewering, gedaan in de reportage door het hoofd van de goed beveiligde afdeling van gehandicapteninstelling Abrona, dat door de voortdurende bezuinigingen de klok twintig jaar teruggedraaid is en men weer terug is naar de tijd van Jolanda Venema? Zo neen, waarom niet? 2 Nee. Het lijkt erop dat het hoofd van de beveiligde afdeling verwijst naar een voorbije periode waarin door gebrek aan inhoudelijke expertise en financiële middelen de behandeling en begeleiding van verstandelijk gehandicapten met ernstige gedragsproblematiek nogal eens tekort schoot. Vanaf 1990 is er echter veel geïnvesteerd om via een effectieve aanpak en financiële ondersteuning tot een beter bestaan van betrokken verstandelijk gehandicapten te geraken. De groei in de beschikbare middelen voor gehandicaptenzorg is sinds die periode fors. Voor de zwaardere cliëntgroepen zijn via bijvoorbeeld de bijzondere zorgplannen van CCE, SGLVG-toeslagen en de regeling extreme zorgzwaarte extra middelen beschikbaar gesteld. Ook is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling en toepassing van expertise en specifieke deskundigheid. Er is dan ook geen sprake van voortdurende bezuinigingen in de zorg voor sterk gedragsgestoorde (licht) verstandelijk gehandicapte cliënten. in 2009 wordt € 42 miljoen en in 2010 en latere jaren wordt € 72 miljoen toegevoegd aan het budget voor gehandicaptenzorg, ten behoeve van cliënten met hogere ZZPs. Daarnaast is er in 2007 € 10 miljoen en vanaf 2008 nog eens € 13 miljoen extra toegevoegd aan de regeling voor extreme zorgzwaarte. Ook de invoering van de zorgzwaartebekostiging leidt ertoe dat meer middelen voor deze doelgroep beschikbaar komen. Dit sluit niet uit dat de gevolgen voor een individuele instelling iets anders zijn omdat soms in het verleden beroep werd gedaan op extra regelingen. Maar een instelling kan altijd een aanvraag indienen voor een beroep op de regeling extreme zorgzwaarte. 3 Is de behandeling van de sterk gedragsgestoorde en licht verstandelijk gehandicapten voldoende toegespitst op de specifieke kenmerken van deze doelgroep? Waar blijkt dat uit? 3 Indien een instelling geen passende zorg kan bieden aan een cliënt, kan een beroep gedaan worden op CCE (Centra voor Consultatie en Expertise). CCE zal dan door de inzet van expertise en (tijdelijke) extra ondersteuning een op de individuele cliënt gericht behandelings- of begeleidingsplan opstellen. De financiering hiervan zal verlopen via een beleidsregel van de Nederlandse Zorgautoriteit, maar CCE zal het proces initiëren en begeleiden. 4 Wat is de stand van zaken met betrekking tot nieuwe behandelmethodes voor deze specifieke groep? 4 De afgelopen vijftien jaar is onder meer door CCE veel geïnvesteerd in het ontwikkelen en inventariseren van behandelmethodes en expertise gericht op cliënten met ernstige gedragsproblematiek. Het voert te ver hier een overzicht van te geven. 5 Op welke wijze wordt personeel geschoold en begeleid om opsluiten van bewoners te voorkomen? 5 Dat verschilt per instelling. In de HBO en MBO-opleidingen tot verpleegkundige is, mede in verband met de EU-richtlijn ter zake, jaren gelden (1997) gekozen voor een breed, niet te specifiek opleidingsprofiel. Er worden verpleegkundigen ingezet die breed inzetbaar zijn. Dit betekent dat instellingen zelf, via bijvoorbeeld “training on the job” nieuwe medewerkers in de zorg de meer specifieke benodigde expertise moeten aanreiken. In de praktijk betekent dit dat zorg- en onderwijsinstellingen samen moeten werken en overleggen over de afstemming van leerprogramma’s naar de praktijk. 6 Wordt geregistreerd hoe vaak isolatie plaatsvindt? Wat zijn hiervan de resultaten? Wat is het oordeel van de Inspectie hierover? 6 Binnen de gehandicaptenzorg vindt geen isolatie plaats, maar worden cliënten als daar aanleiding voor is soms afgezonderd in speciaal daarvoor ingerichte ruimtes. De instellingen dienen dit dan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg te melden. In de periode 2007-2008 was het aantal meldingen voor afzondering 522. Het oordeel van de IGZ is dat afzonderen zoveel als mogelijk moet worden voorkomen. Het toezicht is dan ook met name gericht op preventie. 7 Is het volgens u een juiste conclusie van de begeleiders van deze gehandicapten dat het ontbreken van ruimte voor dagbesteding één van de oorzaken is dat er meer agressie opgewekt wordt? 7 In de uitzending werd verteld dat agressie zich bij deze groep cliënten soms op volstrekt onverwachte momenten manifesteert. Wellicht heeft verveling hiermee te maken. De uitzending bracht daarover echter geen duidelijkheid. 8 Is er in uw visie voldoende ruimte voor dagbesteding? Zo ja, waar bestaat het programma uit, en waarom is daar dan in deze instelling geen ruimte voor? 8 In het budget dat een instelling ontvangt voor cliënten met een indicatie voor VG06 of VG07 is ook een bedrag inbegrepen voor het aanbieden van dagbesteding. Het is een verantwoordelijkheid van de instelling deze dagbesteding vorm te geven. 9 Is er voldoende geschoold personeel beschikbaar voor deze groep licht verstandelijk gehandicapten? Aan welke opleidingseisen moeten begeleiders op dit moment voldoen? 9 Het is een verantwoordelijkheid van de instelling om voldoende en deskundig personeel aan te trekken. Zie voorts antwoord vraag 5. 10 Wat vindt u van de uitspraak van het hoofd van de goed beveiligde afdeling van gehandicapteninstelling Abrona dat zijn instelling met het huidige budget niet de noodzakelijke zorg kan leveren? Zijn er meerdere instellingen met dit probleem? Zo ja, wat gaat u aan dit probleem doen? Zo neen, waarom heeft deze instelling financiële problemen? 10 Met de invoering van de zorgzwaartebekostiging zijn meer middelen beschikbaar voor de groep cliënten met gedragsproblematiek. De gevolgen voor een individuele instelling kunnen iets lager uitvallen omdat soms in het verleden beroep werd gedaan op extra regelingen. De instelling kan echter een aanvraag doen in het kader van de regeling extreme zorgzwaarte. Een andere instelling met een vergelijkbare cliëntengroep heeft aangegeven dat het VG07 tarief voldoet om adequate zorg aan SGLVG-cliënten te kunnen leveren. Door het opheffen van de begrenzing van het aantal toelatingen voor SGLVG-plaatsen, kunnen instellingen namelijk voor meer cliënten het VG07 tarief verkrijgen. Bij de desbetreffende instelling biedt dit voldoende mogelijkheden om financiële problemen in de toekomst te voorkómen. 1) TV-uitzending Zembla 14 december 2008 Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Leijten (SP), ingezonden 22 december 2008, (vraagnummer 2008Z010134 / 2080908340) Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.minvws.nl Ons kenmerk DLZ-K-U-2904461 Bijlagen 1 Uw brief 23 december 2008 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.