Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

Mede namens mijn ambtgenoot, de minister van Sociale Zaken en Werk-
gelegenheid, zend ik u hierbij de antwoorden op de door het lid Poppe
(SP) bij brief van 2 december 2008 gestelde vragen over het ontsnappen
van katalysatorpoeder in de Rotterdamse haven.

Vraag 1

Is het waar dat ca. 20 ton katalysatorpoeder is ontsnapt door lekkage
bij het bedrijf Shin-Etsu? 

Antwoord

Op 28 november 2008 heeft een incident plaatsgevonden bij Shin-Etsu PVC
B.V. locatie Botlek, waarbij katalysatorstof uit een toevoerleiding van
een reactor is vrijgekomen. Op basis van voorlopige berekeningen van
Shin-Etsu wordt er van uitgegaan dat het ongeveer 16 ton stof betrof. 

Vraag 2

Wat zijn de effecten op de volksgezondheid van de vrijgekomen stoffen
bij inademing of direct contact?

Antwoord

Het katalysatorstof dat bij het incident vrijkwam is aluminiumoxide
met daarin geringe hoeveelheden koperchloride en magnesiumchloride. Het
poeder kent geen specifieke risico's voor de mens. Bij direct contact
met de ogen kan irritatie optreden. Het poeder is in het kader van de
Europese regelgeving niet geklasseerd als gevaarlijke stof.

Vraag 3

Wat is de oorzaak van het vrijkomen van de 20 ton poeder? Is er sprake
van achterstallig onderhoud? Zo ja, wat is er gedaan met de conclusies
uit onderzoeken van de Arbeidsinspectie na eerdere calamiteiten in de
zware industrie in Rijnmond en Zeeland?

Antwoord

De directe oorzaak van het vrijkomen van het stof is het lek raken van
een leiding waardoor de stof werd getransporteerd. De achterliggende
oorzaken zijn nog niet bekend. Shin-Etsu stelt op dit moment een eigen
onderzoek in en DCMR Milieudienst Rijnmond heeft Shin-Etsu opgedragen om
daarover te rapporteren. De vraag of er bij dit incident achterstallig
onderhoud een rol speelt kan dan ook nog niet worden beantwoord.
Veiligheidsinspecties van overheidsdiensten hebben overigens de
afgelopen jaren bij Shin-Etsu geen bijzonderheden op het gebied van
onderhoud aan het licht gebracht. Indien daartoe aanleiding bestaat zal
ik u over het recente incident bij Shin-Etsu te zijner tijd informeren.

Vraag 4

Hoe vaak en op welke wijze vindt controle plaats op de integriteit van
dergelijke installaties zoals bij Shin-Etsu?

Antwoord

De controle op de veiligheid van chemische installaties vindt in
Nederland plaats door diverse overheidsinstanties en op basis van een
aantal wettelijke grondslagen. De meest relevante controles vinden
plaats op basis van de Wet milieubeheer, het Besluit Risico's Zware
Ongevallen en het Besluit Drukapparatuur. De inspectiediensten zijn
daarbij de milieudienst van provincie of gemeente (in het geval van
Shi-Etsu is dat de DCMR), de directie Major Hazard Control van de
Arbeidsinspectie en de Brandweer. De inspecties worden regionaal
gecoördineerd, gestructureerd en planmatig uitgevoerd op basis van
landelijke toezichtmodellen en inspectieprotocollen. Algemeen
uitgangspunt is dat elke installatie in principe jaarlijks wordt
geïnspecteerd. De Kamer ontvangt jaarlijks een voortgangsrapportage
externe veiligheid. In die rapportages wordt onder meer verslag gedaan
van de inspanningen om te komen tot een slagvaardig toezichtsapparaat in
Nederland. In dat kader wordt ook gerapporteerd over de aard en de
omvang van de inspecties en de inspectiediensten in Nederland, dan wel
in het Rijnmondgebied. Met name het enkele jaren geleden opgezette
"verbeterprogramma uitvoering BRZO" heeft ertoe geleid dat de
gevaarlijke industrie in Nederland actief wordt geïnspecteerd.

Vraag 5

Kunt u inzicht geven in het onderhoud van en het toezicht op chemische
installaties in het Rijnmond/ Botlekgebied? Hoe is dit georganiseerd en
hoeveel mensen zijn daarbij betrokken?

Antwoord

Het onderhoud van chemische installaties geschiedt in opdracht en onder
verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf. Zie voor wat betreft het
aspect toezicht het antwoord op vraag 4.

Hoogachtend,

de minister van Volkshuisvesting,

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

dr. Jacqueline Cramer

	Pagina   PAGE  3  van   NUMPAGES  3 





De Voorzitter van de Tweede Kamer



der Staten-Generaal



Postbus 20018



2500 EA  Den Haag

































Datum	16 januari 2009

Betreft	Beantwoording vragen van het lid Poppe (SP) over het ontsnappen
van katalysatorpoeder in Rotterdam



  SHAPE  \* MERGEFORMAT   

	Pagina   PAGE  1  van   NUMPAGES  3 

VROM-Inspectie

Strategie en Beleid





Datum

16 januari 2009

Kenmerk

VI/S&B 2009000566



VROM-Inspectie

Strategie en Beleid

Veiligheid en Risico's



Postbus 16191

2500 BD  DenHaag

3001 GA  Rotterdam

Interne postcode --

www.vrom.nl







Contactpersoon





T  010-2244341

F  010-2244485













Kenmerk

VI/S&B 2009000566

Uw kenmerk

2080906760















































VROM verandert en krijgt een nieuwe huisstijl. Kijk voor meer informatie
op   HYPERLINK "http://www.vrom.nl" \o "http://www.vrom.nl/" 
www.vrom.nl