[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden De Pater-van der Meer en Cramer inzake het artikel "Fiscus ontziet prostituees"

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D01597, datum: 2009-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z09877:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij bied ik u mijn antwoorden aan op de vragen van de leden van de
Tweede Kamer, de heer Omtzigt, mevrouw De Pater-van der Meer en de heer
Cramer.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën

mr. drs. J.C. de Jager

Vragen van de leden Omtzigt, De Pater-van der Meer (beiden CDA) en
Cramer (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Financiën over het
artikel “Fiscus ontziet prostituees”. (Ingezonden 18 december 2008)

 

1

Kent u het artikel “Fiscus ontziet prostituees” en het artikel uit
belastingvakblad Fiscaal up to Date waarnaar in dit artikel wordt
verwezen? 1)

Antwoord

Ja

2

Is het waar dat de fiscus in juni middels een vaststellingsovereenkomst
afspraken met alle bedrijven en belangengroepen in de seksindustrie
heeft gemaakt waardoor prostituees 20 procent van hun loon belastingvrij
krijgen uitbetaald, terwijl deze korting voor beroepskosten voor andere
werknemers sinds 2001 is gestopt en de kosten die ze maken voor kleding,
speciaal ondergoed, schoonheidsbehandelingen en make-up eerder al door
de Hoge Raad zijn uitgesloten van belastingaftrek? Zo ja, deelt u de
mening dat dit een zeer royale overeenkomst is?

Antwoord

De Belastingdienst heeft naar zijn eigen oordeel de feiten en
omstandigheden beoordeeld en binnen de vigerende wet- en regelgeving een
vaststellingsovereenkomst gesloten. Kernpunt van die
vaststellingsovereenkomst is dat exploitant en de in de vraag genoemde
groep gebruik maken van artikel 4, aanhef en onderdeel f van de Wet op
de loonbelasting 1964. Daarmee vallen zij onder het regime van de
loonbelasting (LB) – eerst was dit resultaat uit overige werkzaamheden
of winst uit onderneming - en zij kunnen derhalve van alle mogelijkheden
die de LB biedt gebruik maken. Een van de mogelijkheden in de LB is het
geven van onbelaste vergoedingen, daar waar de werknemer ook kosten
heeft gemaakt. Aftrek van kosten is daarbij overigens niet aan de orde.
Kleding is uitgesloten van aftrek in de winstsfeer en kan evenmin in de
loonsfeer vrij vergoed worden, tenzij sprake is van werkkleding. In het
arrest HR 18 april 2008, nr. 41475, waar de leden kennelijk op doelen,
heeft de belanghebbende, die haar inkomsten als resultaat uit een
werkzaamheid (artikel 3.94 Wet IB 2001) genoot, niet aannemelijk gemaakt
dat de door haar voor het werk aangeschafte kleding als werkkleding kon
worden aangemerkt. Daarmee was aftrek in dat geval op grond van artikel
3.16, vijfde lid, Wet IB 2001 niet mogelijk.

3

Op welke beleidsregel is deze vaststellingsovereenkomst gebaseerd en
waar is deze gepubliceerd? Kunt u de vaststellingsovereenkomst aan de
Kamer doen toekomen? Hoe verhoudt een en ander zich tot art. 15a, lid 1,
sub b, Wet op de Loonbelasting 1964 junto art. 24 Uitvoeringsregeling
loonbelasting 2001?

Antwoord

De vaststellingsovereenkomst is gebaseerd op wet- en regelgeving waaraan
de inspecteur de feiten en omstandigheden toetst. De toetreders tot de
vaststellingsovereenkomst passen op eigen verzoek het
loonbelastingregime toe. Hiermee ontstaat duidelijkheid voor alle
partijen. De periode voordat de vaststellingsovereenkomst was gesloten
was er veel onduidelijkheid. Waar de Belastingdienst na controle
inhoudingsplicht voor de loonheffing en afdrachtplicht voor de
omzetbelasting stelde, leidde dat steevast tot moeizame procedures over
wat voor arbeidsrelatie er nu daadwerkelijk bestond. Het overleg heeft
geleid tot een vaststellingsovereenkomst met een voorwaardenpakket.
Onderdeel van het voorwaardenpakket is de mogelijkheid een, door de
inspecteur te beoordelen, onbelaste kostenvergoeding toe te kennen. Op
basis van daadwerkelijk gebleken ervaringscijfers heeft de inspecteur de
vergoedingsregeling in het overleg met de branche besproken en zijn de
wettelijke mogelijkheden en beperkingen toegepast. Kosten van gangbare
kleding en van persoonlijke verzorging zijn daarbij als niet vrij
vergoedbaar aangemerkt. De vaststellingsovereenkomst is bijgevoegd.

4

Voorziet genoemde vaststellingsovereenkomst in een opzegging van de
overeenkomst indien deze niet rechtsgeldig is? Bent u voornemens de
vaststellingsovereenkomst om genoemde reden op te zeggen? Zo ja,
verbindt deze vaststellingsovereenkomst gevolgen aan een opzegging om
genoemde reden en welke?

Antwoord

In artikel 5, derde lid en in artikel 6 zijn opzeggingsmogelijkheden
voorzien. De Belastingdienst zal de vinger aan de pols houden om te
bezien of blijvend aan de voorwaarden zal worden voldaan. 

5

Betekent deze afspraak dat ook andere werknemers, zoals bijvoorbeeld
leden van een orkest die beroepshalve in gepaste kleding moeten
verschijnen, een korting voor beroepskosten mogen aftrekken? Indien dit
niet het geval is, hoe verhoudt dit zich tot het gelijkheidsbeginsel?

Antwoord

Er is geen sprake van aftrek van beroepskosten in het onderhavige geval.
Zie verder de beantwoording op de vragen 2 en 3.

6

Kunt u met het oog op de werkingsduur van de vaststellingsovereenkomst
deze vragen binnen 14 dagen beantwoorden?

Antwoord

Het is niet mogelijk gebleken de vragen binnen twee weken te
beantwoorden. 

1) De Telegraaf, 17 december 2008

 











	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 



Directoraat-Generaal Belastingdienst 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

  HYPERLINK "http://www.minfin.nl"  www.minfin.nl 

Inlichtingen

dhr. mr. A.W. Cazander 

T	070-3428763

F	070-3427910

a.w.cazander@minfin.nl



Ons kenmerk

DGB/2008/6727 U

Uw brief (kenmerk)

19 december 2008/2080908180

Bijlagen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag



Datum	16 januari 2009

Betreft	artikel "Fiscus ontziet prostituees" 



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3