[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Arib over de hoge babysterfte in de grote steden

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D01618, datum: 2009-01-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z09398:

Preview document (🔗 origineel)


> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

Datum	19 januari 2009

Betreft	kamervragen 

Geachte voorzitter,

Mede namens mijn ambtgenoot van Wonen, Wijken en Integratie zend ik u de
antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over de hoge
babysterfte in de grote steden (2080907820).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

1. 

Heeft u kennisgenomen van het artikel dat aangeeft dat de kans op een
vroegtijdige dood van een baby het grootst is in de vier grote steden.

1.

Ja

2.

Wat is uw reactie op het feit dat zwangere vrouwen in de vier grote
steden veel meer kans hebben dat hun ongeboren kind vroegtijdig sterft
of een aangeboren afwijking heeft?

2.

Tijdens de diverse debatten die ik dit jaar met de Kamer over
babysterfte heb gevoerd, heb ik nadrukkelijk mijn bezorgdheid
uitgesproken over de bovengemiddelde babysterfte in met name sommige
wijken van grote steden. Juist daarom heb ik aan de voorzitter van de
Stuurgroep zwangerschap en geboorte gevraagd om deze bijzondere
problematiek in zijn advisering mee te nemen. Dat heeft ertoe geleid dat
een afzonderlijke taakgroep is ingericht, specifiek gericht op de
problematiek rondom zwangerschap en geboorte in aandachtswijken. Daarbij
zal ook worden ingegaan op de samenhang tussen etniciteit en
zwangerschapsuitkomst.

3.

Wat is uw mening over de conclusie van de onderzoekers dat wonen in een
prachtwijk een risicofactor vormt, voor een slechte afloop van de
zwangerschap?

3.

Dat het wonen in een aandachtswijk een grotere kans maakt op een
slechtere zwangerschapsuitkomst, is op zichzelf niet nieuw. In mijn
brief van 16 juli 2008 aan de Kamer, heb ik uitgebreid aandacht aan deze
problematiek besteed.

Met mijn ambtgenoot van Wonen, Wijken en Integratie span ik mij in, om
samen met de desbetreffende gemeenten de leef- en woonomstandigheden in
deze wijken te optimaliseren. 

Voorts heb ik dit jaar de tarieven voor verloskundigen die werkzaam zijn
in aandachtswijken verhoogd om de grote werkdruk die zij in deze wijken
ervaren op te kunnen vangen. Met het verhoogde tarief zijn deze
verloskundigen ook beter in staat om zonodig aanvullende
veiligheidsmaatregelen te nemen.

4.

Wat is uw mening over de conclusie van de onderzoekers dat niet-westerse
vrouwen bovendien nog een 20-30% hogere kans hebben op een slechte
afloop van de zwangerschap en op het krijgen van een kind met aangeboren
afwijkingen?

4.

Het feit dat niet-westerse vrouwen een nog eens hoger risico lopen op
een slechtere zwangerschapsuitkomst vind ik verontrustend. Dit
onderschrijft nog eens de noodzaak om bij het ontwikkelen van
beleidsmaatregelen, specifiek rekenschap te geven aan etnische
achtergronden. Zoals ik in het antwoord op vraag 2 reeds heb aangegeven,
zal de Stuurgroep zwangerschap en geboorte zich ook wijden aan
zwangerschap en geboorte in samenhang met etniciteit.

5.

Herinnert u mijn eerdere schriftelijke vragen, waarin ik u in vraag 6
heb gevraagd of er alleen sprake was van hogere babysterfte in
Rotterdam, of dat dit ook in andere grote steden speelt, en waarop u
antwoordde dat u hierover niets bekend is, en dat indien dit het geval
zou zijn vindt dat steden kennis kunnen nemen van elkaars oplossingen?

5.

Ik ben het zeker met u eens dat de gemeenten die te maken hebben met een
bovengemiddelde babysterfte, van elkaars bevindingen en initiatieven
voor oplossingen kunnen leren. Daartoe zijn de desbetreffende gemeenten
primair zelf aan zet. 

6.

Wat is volgens u de verantwoordelijkheid van de overheid ten aanzien van
het terugdringen van babysterfte, met name in wijken waar deze verhoogd
is?

6.

Zie het antwoord op de vragen 2 en 3.

7.

Herinnert u zich dat ik eerder heb gevraagd te onderzoeken in welke
wijken zich een hogere babysterfte voordoet? Welke consequenties
verbindt u aan de resultaten van het onderzoek dat nu bekend is
geworden?

7.

Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat het probleem van bovengemiddelde
babysterfte zich met name voordoet in wijken van grote steden met een
bevolking met een lage sociaal-economische status. Vandaar dat hier een
belangrijk ankerpunt voor mijn beleid ligt.

Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  3  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 

Ons kenmerk

  bmkKenmerk  CZ-K-U-2903089 

Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 

Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  Den Haag

T	070 340 79 11

F	070 340 78 34

www.minvws.nl

Ons kenmerk

CZ-K-U-2903089

Bijlagen

Uw brief

2008Z09398

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding
van de datum en het kenmerk van deze brief.