Antwoord op vragen van het lid Fritsma over het bericht dat dit jaar in Amsterdam al 84 meldingen van eerwraak zijn gedaan
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D01816, datum: 2009-01-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z08120:
- Gericht aan: E.E. van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Datum 19 januari 2009 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het bericht dat dit jaar in Amsterdam al 84 meldingen van eerwraak zijn gedaan. In antwoord op uw brief van 2 december 2008, deel ik u, mede namens de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, mee dat de schriftelijke vragen van het lid Fritsma (PVV) van uw Kamer over het bericht dat dit jaar in Amsterdam al 84 meldingen van eerwraak zijn gedaan (ingezonden 1 december 2008), worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage van deze brief. De Minister van Justitie, Antwoorden van de Minister van Justitie mede namens de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie op vragen van het lid Fritsma (PVV) over het bericht dat dit jaar in Amsterdam al 84 meldingen van eerwraak zijn gedaan. (Ingezonden 1 december 2008; nr. 2080906700) Vraag 1 Hoe beoordeelt u het dat de Nederlandse samenleving door de massa- immigratie uit moslimlanden als Turkije en Irak wordt geplaagd door het gruwelijke verschijnsel van eerwraak? 1) Vraag 4 Erkent u dat deze vorm van geweld absoluut niet in onze samenleving thuishoort? Zo neen, waarom niet? Antwoord vragen 1 en 4 Zoals bekend acht het kabinet eergerelateerd geweld onacceptabel. Het kabinet beschouwt eergerelateerd geweld als een probleem dat in de context van de Nederlandse rechtsstaat een stevig antwoord verdient. Daarom heeft het kabinet gekozen voor een rijksbreed programma voor de bestrijding van deze problematiek. Bij een geweldsproblematiek als deze dient te worden opgetreden zodra wettelijke grenzen worden overschreden. Ook worden preventieve maatregelen en beschermingsmogelijkheden ingezet. In het algemeen overleg van 28 oktober 2008 heb ik u over de stand van zaken van het programma eergerelateerd geweld geïnformeerd. Vraag 2 Bent u bereid forse minimumstraffen in te voeren tegen daders van eerwraak, inclusief denaturalisatie en uitzetting, als het gaat om mensen met een dubbele nationaliteit? Vraag 3 Deelt u de mening dat het tegengaan van problemen als eerwraak ook gebaat is bij het invoeren van een immigratiestop voor mensen uit moslimlanden? Zo neen, waarom niet? Vraag 5 Bent u bereid hier het logische gevolg aan te verbinden om daders van eergerelateerd geweld na een forse gevangenisstraf onmiddellijk uit onze samenleving te verwijderen? Zo neen, waarom niet? Antwoord 2, 3 en 5 De strafdreiging bij geweldsdelicten, zoals mishandeling en moord, biedt de rechter voldoende ruimte op te treden in zaken betreffende eergerelateerd geweld. Over het bestaan en de werking van minimumstraffen in enkele ons omringende landen heeft mijn ambtsvoorganger een onderzoek aan de Tweede Kamer toegezonden, alsmede het standpunt van het toenmalige kabinet dat invoering van dergelijke straffen werd afgewezen. Verwezen wordt naar Kamerstukken II 2002/03, 29 049, nr. 1. Ik zie geen aanleiding daarvan af te wijken. Het toelatingsbeleid kent, afhankelijk van verblijfsduur en hoogte van de opgelegde straf mogelijkheden om het verblijf van eerder toegelaten vreemdelingen die zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten, te beëindigen. De Rijkswet op het Nederlanderschap bevat geen bepaling op grond waarvan intrekking van het Nederlanderschap wegens gepleegde criminele feiten mogelijk is. Invoering van een dergelijke bepaling wordt evenmin overwogen. Het Europees Nationaliteitsverdrag (Trb. 1998, 10), waartoe ook Nederland is toegetreden, beperkt de mogelijkheden op grond waarvan de nationaliteit kan worden ingetrokken. Op grond van artikel 7, eerste lid, onder d, van het Verdrag is intrekking wegens (criminele) gedragingen alleen mogelijk indien het gedrag betreft dat de essentiële belangen van de staat wezenlijke schade toebrengt. Tekst en toelichting van het Europees Nationaliteitsverdrag maken duidelijk dat eergerelateerd geweld, hoezeer ook afkeurenswaardig, niet valt onder de verliesgrond genoemd in artikel 7 van het Verdrag. HYPERLINK "http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1910808.ece/Tientallen_eerw raakmeldingen_in_Amsterdam.html" http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1910808.ece/Tientallen_eerwr aakmeldingen_in_Amsterdam.html IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Bestuurlijke en Juridische Zaken Datum 19 januari 2009 Ons kenmerk REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT 5581775/09 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Bestuurlijke en Juridische Zaken Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Ons kenmerk 5581775/09 Uw kenmerk 2080906700 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 " " " Pagina 1 van 3 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG