Antwoord op vragen van de leden Ferrier en Aasted-Madsen-van Stiphout over schutterplichtigen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02021, datum: 2009-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.G. de Vries, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van zaak 2008Z10339:
- Gericht aan: J.G. de Vries, staatssecretaris van Defensie
- Indiener: K.G. Ferrier, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.D.M.P. Aasted-Madsen-van Stiphout, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden Ferrier en Aasted-Madsen-van Stiphout (beiden CDA) over schutterplichtigen (ingezonden 29 december 2009 met kenmerk 2008Z10339/2080908700). DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE drs. J.G. de Vries 1 Bent u bekend met de positie van de “schutterplichtigen”, Surinaamse veteranen die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog aan Nederlandse zijde hebben gediend? (Radio 1, 23 december 2008) Ja 2 Hoe beoordeelt u de positie van deze “schutterplichtigen”, die indertijd zijn ingezet door gouverneur Kielstra, in zijn hoedanigheid als vertegenwoordiger van de Nederlandse Staat in Suriname? Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de gouverneur van Suriname ruim 4200 schutterplichtigen opgeroepen voor het vervullen van werkelijke dienst in Suriname. Zij werden voornamelijk ingezet voor de bewaking van de bauxietmijnen, de kustbewaking en de begeleiding van bauxietschepen over de Surinaamse rivieren. Als Surinamer hadden schutterplichtigen de status van Nederlands onderdaan (ingezetene van het Koninkrijk), maar niet de Nederlandse nationaliteit. Schutterplichtingen hadden niet de rechtspositie van Nederlandse militairen, maar vielen onder de regelingen van de gouverneur van Suriname. 3 Ziet u nog mogelijkheden voor Nederland om erkenning te geven aan de ongeveer 4.500 Surinaamse militairen, die met overtuiging gestreden hebben voor Nederland? Zo nee, waarom niet. 4 Wat kan de Nederlandse regering voor de Veteranen, die bij de zelfstandigheid van Suriname in 1975 voor de Surinaamse nationaliteit opteerden en daarmee hun veteranenstatus verloren, betekenen? Enkele honderden schutterplichtigen zijn tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in dienst getreden bij de Koninklijke landmacht, de Koninklijke marine en het KNIL. In dat geval werden zij vrijgesteld of ontslagen van het vervullen van werkelijke dienst als schutterplichtige. Vanwege hun inzet tijdens en na de Tweede Wereldoorlog hebben deze militairen de veteranenstatus gekregen. Het criterium van de Nederlandse nationaliteit voor de toekenning van de veteranenstatus is daarbij buiten toepassing gebleven. De keuze voor de Surinaamse nationaliteit bij de zelfstandigheid van Suriname in 1975 heeft dan ook geen invloed gehad op het verkrijgen of behouden van de veteranenstatus. Als het gaat om de rechtspositie van deze gewezen militairen is in 2002 onderzocht welke personen mogelijk nog aanspraak hadden op pensioenen, veteranenuitkeringen en andere faciliteiten. Als daarvan sprake was, zijn deze aanspraken ook toegekend. Ook is destijds vanwege de duidelijke behoefte aan extra ondersteuning een convenant gesloten tussen de toenmalige Stichting Dienstverlening Veteranen (het huidige Veteraneninstituut) en de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen in Suriname. Dit convenant regelt de bemiddeling bij de gezamenlijke militaire fondsen voor veteranen die in financiële nood verkeren. Sinds 2003 worden ook de jaarlijkse herdenking en reünie in Paramaribo financieel ondersteund. Bovendien is in 2006 extra geld beschikbaar gesteld. De Surinaamse veteranen hebben de erkenning en aanspraken gekregen die hun vanwege de inzet als militair toekomen. Er bestaat in dat opzicht geen verschil met Nederlandse veteranen. Daarnaast worden zij op verschillende manieren ook financieel ondersteund. Er is geen aanleiding deze ondersteuning uit te breiden. Ministerie van Defensie PAGE Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 3 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 Ministerie van Defensie Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3