De gevolgen van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken voor agrarische ondernemers
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02127, datum: 2009-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. van der Vlies, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z00905:
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: B.J. van der Vlies, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-01-22 13:30: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2009-02-19 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z00905 / 2080910280 Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de gevolgen van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken voor agrarische ondernemers. (Ingezonden 21 januari 2009) 1 Bent u bekend met het bericht dat de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion) veel rompslomp oplevert voor agrarische ondernemers? 1) 2 Kunt u een inschatting geven van het aantal agrarische grondeigenaren dat te maken heeft met de aanwezigheid van kabels en/of leidingen in de grond van hun percelen, respectievelijk het aantal agrarische percelen waar kabels en/of leidingen in de grond liggen? 3 Kunt een inschatting geven van het aantal incidenten in de afgelopen tien jaar waarbij agrarische grondeigenaren of derden bij de reguliere mechanische grondbewerking ondergrondse leidingen en/of kabels beschadigd hebben? 4 Zijn agrarische grondeigenaren verplicht om de ligging van kabels en leidingen aan de hand van kaarten van het kadaster te controleren, voordat gestart wordt met grondbewerkingen? Wie is hiervoor verantwoordelijk in geval de grondbewerking wordt uitbesteed aan derden? Hoe beoordeelt u de lastendruk van deze verplichting? 5 Erkent u dat de Wion aanzienlijke administratieve lasten met zich meebrengt voor agrarische grondeigenaren, omdat mechanische grondbewerking een vast onderdeel is van de reguliere bedrijfsvoering en een groot oppervlak per bedrijf beslaat, en zij daarom onevenredig getroffen worden? 6 Hoe beoordeelt u de extra administratieve lastendruk die de Wion met zich meebrengt voor agrarische grondeigenaren in het kader van het kabinetsbeleid gericht op administratieve lastenreductie met de daarbij behorende doelstellingen? 2) 7 Bent u bereid te zoeken naar wegen om de genoemde lastendruk voor agrarische grondeigenaren te verminderen, bijvoorbeeld door de verantwoordelijkheid voor het controleren van de ligging van kabels en leidingen bij een externe instantie of organisatie te leggen? 8 Is er bij de voorbereiding en totstandkoming van het betreffende wetsvoorstel overleg geweest met agrarische grondeigenaren of organisaties waarin zij vertegenwoordigd werden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? Welke zienswijze is toen ingebracht? 9 Is bij u bekend hoeveel agrarische grondeigenaren op de hoogte zijn van de verplichtingen die de Wion met zich meebrengt? Erkent u dat een groot deel van de agrarische grondeigenaren niet bekend is met deze verplichtingen? 10 Welke voorlichtingsactiviteiten worden door u, het kadaster, het Agentschap Telecom en/of betrokken organisaties richting de agrarische grondeigenaren ondernomen? Acht u deze inzet voldoende? Bent u bereid ervoor te zorgen dat de voorlichtingsactiviteiten richting agrarische grondeigenaren geïntensiveerd en/of uitgebreid worden? 11 Bent u bereid, in geval van onbekendheid met de nieuwe wetgeving, voor een bepaalde periode bij een eerste overtreding van de Wion door een agrarische grondeigenaar geen sanctie op te leggen, zodat ruimte geboden wordt voor kennisname en handeling overeenkomstig de nieuwe wet? 1) www.boerderij.nl, 13 januari 2009: “Nieuwe wet geeft boeren ongekende rompslomp” 2) Kamerstuk 29 515 nr. 276