Het snel leegruimen van woonruimte in verpleeg- en verzorgingstehuizen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02146, datum: 2009-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. van der Vlies, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z00927:
- Gericht aan: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: B.J. van der Vlies, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z00927 / 2080910380 Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het snel leegruimen van woonruimte in verpleeg- en verzorgingstehuizen. (Ingezonden 21 januari 2009) 1 Herinnert u zich uw uitspraak in een recent debat over zorgzwaartepakketten 1) dat het alleen in bijzondere gevallen niet zou lukken om binnen dertien dagen na overlijden een kamer leeg te ruimen na het overlijden van een familielid? 2 Richtte uw uitspraak zich alleen op kamers in een verpleeghuis of ook op zelfstandige woonruimte in een verzorgingshuis? 3 Bedoelde u met deze uitspraak dat die dertien dagen volledig voor de nabestaanden beschikbaar zijn om de kamer of woonruimte leeg te maken, of betreft het in uw ogen een termijn die gedeeltelijk is bedoeld voor de nabestaanden, en gedeeltelijk voor het verzorgingstehuis en de nieuwe bewoners om de woonruimte weer gereed te maken voor bewoning en in te richten? 4 Deelt u de mening dat het ongewenst is dat nabestaanden nog voor de begrafenis de kamer moeten leegruimen, en dat het ongepast is wanneer nabestaanden hiertoe toch worden gedwongen, al dan niet met een boeteclausule? 5 Is het waar dat de zorgaanbieder zelf mag bepalen hoeveel dagen er worden gegund? Betekent dit dat nabestaanden volledig afhankelijk zijn van de mogelijkheden en de welwillendheid van zorgaanbieders en in het uiterste geval zelfs verplicht kunnen worden binnen enkele uren of dagen de kamer of woning leeg te maken? 6 Wat is in dat licht uw oordeel over een zorgaanbieder die een termijn van drie dagen na overlijden hanteert? 2) Vindt u dit - mede in het licht van de motie-Van der Vlies 3) - een redelijke termijn? 7 Wie is verantwoordelijk voor het toezicht op de redelijkheid van de te hanteren termijnen voor het leegruimen van kamers en zelfstandige woonruimten? 8 Indien de termijn van dertien dagen niet volledig voor de nabestaanden beschikbaar is, hoe reëel is het dan te verwachten dat de richtlijn van Actiz, die nabestaanden zeven dagen geeft, met name in een situatie van zelfstandige woonruimte, voldoende is om na de begrafenis binnen de termijn de woonruimte leeg te maken? 9 Deelt u de mening dat niet mag worden gewacht tot de resultaten van de in het debat over zorgzwaartepakketten toegezegde monitor beschikbaar zijn, voordat er maatregelen worden getroffen om nabestaanden de ruimte te geven om pas na de begrafenis de kamer of woonruimte leeg te maken? 10 Welke actie onderneemt u nu reeds om deze situatie op korte termijn te verbeteren en nabestaanden een langere termijn te gunnen dan de 7 dagen uit de richtlijn? 1) Kamerstukken II, 26 631, nr. 288, nr. 25. 2) ‘Kamer overleden bewoner pas na een week leegruimen’, TVV-online.nl, 14 januari 2009. 3) Kamerstukken II, 31200 XVI, nr. 70. Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Agema, ingezonden 20 januari 2009 (vraagnummer 2009Z00821 / 2080910260)