Lijst van vragen aan de AR over het rapport AR Opvang zwerfjongeren 2008
Opvang zwerfjongeren 2008
Lijst van vragen
Nummer: 2009D02445, datum: 2009-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch.B. Aptroot, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.P.M. van de Wiel, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2008Z09906:
- Indiener: S.J. Stuiveling, president van de Algemene Rekenkamer
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2008-12-18 10:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2009-01-20 14:00: Rapport van de Algemene Rekenkamer Opvang zwerfjongeren (31827) (Inbreng feitelijke vragen), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2009-02-04 14:40: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-04-02 10:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2009-04-08 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2012-04-24 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
31 827 Opvang zwerfjongeren 2008 Nr. LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld … 2009 De commissie voor de Rijksuitgaven, de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de algemene commissie voor Jeugd en Gezin hebben over het rapport “Opvangzwerfjongeren 2008” van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31 827, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van …. 2009 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Aptroot De adjunct griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Van de Wiel Nr Vraag Blz van tot 1 Hoe komt het dat er vaak geen samenwerking is tussen gemeenten en provincies bij de opvang van zwerfjongeren? 0 2 Welk percentage van de zwerfjongeren is uit de hulpverlening afkomstig? 0 3 Wanneer kan de Kamer gegevens verwachten van de aard, omvang en dynamiek van de zwerfjongerenproblematiek? 0 4 Wat zijn de mogelijke gevolgen van de AWBZ bezuinigen voor de zwerfjongeren? 0 5 Welke gevolgen heeft het voor de zwerfjongeren dat de vergoeding voor ondersteunende en activerende begeleiding met 3,5% wordt verlaagd? 0 6 Het kabinet laat in 2010 onderzoek uitvoeren naar de stand van zaken van de uitvoering van het zwerfjongeren beleid; neemt het kabinet hierin ook de groep zwerfjongeren jonger 18 mee? 0 7 Hoeveel plekken zijn er in Nederland die deze, vaak moeilijk plaatsbare jongeren met hun vaak complexe problematiek, kunnen opvangen? 5 8 Gebrekkige samenwerking tussen instellingen onderling heeft te maken met de verschillende verantwoordelijkheidslagen. Hoe gaat de Staatssecretaris voor VWS daar een lijn in trekken? 12 9 Er zijn signalen dat de groep zwerfjongeren steeds jonger worden, met welke instrumenten kunnen deze jongeren in beeld worden gekregen? Tijdens het algemeen overleg Zwerfjongeren (april 2008) heeft de Kamer het kabinet gevraagd of een ‘zwerfjongeren volgend budget’ mogelijk zou zijn teneinde de schotten tussen de voorzieningen en verantwoordelijkheden van professionals te slechten; zijn dit ook de geluiden ‘uit het veld’? 16 10 Hoe komt het dat de grootstedelijke gemeenten voorop lopen ten opzichte van de centrumgemeenten als het gaat om het ontplooien van activiteiten om de problematiek van zwerfjongeren gericht aan te pakken? 17 11 Registreren de Bureaus Jeugdzorg nu specifiek of een jongere een zwerfjongere is? 18 12 Hoe gaat de verwijsindex er concreet voor zorgen dat zwerfjongeren niet meer tussen wal en schip vallen en de nodige hulp en ondersteuning krijgen? 19 13 Waarom is men in de gemeente Rotterdam, waar al gewerkt wordt met een landelijke verwijsindex risicojongeren, positief over het gebruik van de verwijsindex met betrekking tot de zwerfjongerenproblematiek? Wat maakt dat dit systeem juist voor de zwerfjongere zo goed zou werken? 19 14 Is met betrekking tot de verwijsindex inmiddels ook duidelijk wat er vervolgens na de ‘match’ wordt gedaan? Met andere woorden, vinden de zorgverleners elkaar in die praktijk? Zijn daar gegevens over bekend? Is er ook onderzoek bekend naar de beleving van de zorgprofessional in de hulp aan zwerfjongeren? 19 15 Wat zijn de ervaringen van de G4 gemeenten met de persoonsgebonden aanpak voor dak- en thuislozen en zijn de betrokken bewindspersonen voornemens om deze aanpak landelijk uit te rollen? Zo ja, welke organisatie zouden deze taak op zich moeten nemen? 23 16 Er is een traject in gang gezet om tot een cliëntvolgsysteem te komen voor de provinciale jeugdzorg, hoe ziet een dergelijk cliëntvolgsysteem eruit? In hoeverre is dit een extra taak voor de betrokken hulpverleners en moeten zij dan meer gaan registreren? 23 17 Met betrekking tot de introductie van een cliëntvolgsysteem leert de ervaring dat deze jongeren juist klaar zijn met de jeugdhulpverlening en volgsystemen. Op welke wijze zal zo’n systeem vorm moeten krijgen, zijn daar reeds ideeën over? Zijn er gegevens bekend over het aantal zwerfjongeren dat te maken heeft gehad met de jeugdzorg in het verleden? Zijn er gegevens bekend hoeveel probleemgezinnen achter het aantal zwerfjongeren zitten? Hoe verhoudt het voorgestelde cliëntvolgsysteem zich met het Elektronisch kinddossier? De nadruk ligt bij de aanpak op het inzichtelijk krijgen en de behandeling van problemen en niet zozeer op de preventie, wat zijn de lijnen met betrekking tot preventie? 23 18 ‘Wanneer de verwijsindex goed functioneert en hulp en ondersteuning in een vroeg stadium de jongeren bereiken, kan daardoor zwerfgedrag worden voorkomen’ zou luidt een conclusie. Maar is ook bekend wie deze hulp en ondersteuning moeten leveren? Zijn de diverse hulpverleners rondom de zwerfjongeren voldoende en adequaat opgeleid zodat ze elkaar op de werkvloer in (evidence/consensus based) methodieken kunnen vinden? 30