Preview document (🔗 origineel)

---

Datum

22 januari 2009

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van de leden Çörüz (CDA) en Van der Staaij
(SGP) over het in de kaart spelen van criminelen bij het ontbreken van
een rechtshulpverdrag.



In antwoord op uw brief van 5 december 2008, deel ik u mee dat de
schriftelijke vragen van de leden Çörüz (CDA) en Van der Staaij (SGP)
van uw Kamer over het in de kaart spelen van criminelen bij het
ontbreken van een rechtshulpverdrag (ingezonden 4 december 2009) worden
beantwoord zoals is aangegeven in de bijlage bij deze brief.



De Minister van Justitie,

	

Antwoorden van de Minister van Justitie op vragen van de leden Çörüz
(CDA) en Van der Staaij (SGP) over het in de kaart spelen van criminelen
bij het ontbreken van een rechtshulpverdrag. (Ingezonden 4 december
2008; nr. 2080906970).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de politie niet kan optreden
tegen een in Nederland wonende verdachte van mensensmokkel en oplichting
omdat er geen rechtshulpverdrag met Syrië is, waardoor Nederland geen
aanspraak heeft op medewerking van de Syrische justitie? 1)

Antwoord 1

Ik heb kennisgenomen van de bedoelde uitzending en het feit dat daarin
wordt gesteld dat af is gezien van arrestatie van de verdachte, onder
meer omdat er tussen Nederland en Syrië geen rechtshulpverdrag bestaat.
  

Vraag 2

Deelt u de mening dat het een ongewenste situatie is dat verdachten
vrijuit gaan omdat er geen rechtshulpverdrag is?

Vraag 3

Komt het vaker voor dat de Nederlandse politie wordt belemmerd in de
opsporing en vervolging vanwege het ontbreken van een rechtshulpverdrag?
Zo ja, met welke landen doen deze problemen zich voor?

Vraag 4

Wat kunt u  doen om uit deze impasse te geraken? Zijn er nog
alternatieven bij het ontbreken van een rechtshulpverdrag?

Vraag 5

Wat bent van plan hiertegen in Europees verband te ondernemen?

Antwoord 2, 3, 4 en 5

De veronderstelling dat er bij het ontbreken van een rechtshulpverdrag
geen mogelijkheid tot samenwerking bestaat, is onjuist. In een verdrag
over strafrechtelijke samenwerking worden algemene afspraken vastgelegd
over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder zal worden
samengewerkt. Dit vergroot het inzicht in wat er mogelijk is en de mate
waarin de partijen op elkaars hulp mogen rekenen. In praktijk
vergemakkelijkt dit de samenwerking. Het ontbreken van een verdrag sluit
echter niet bij voorbaat uit dat er strafrechtelijk kan worden
samengewerkt met andere landen. Op basis van nationale wetgeving is
dergelijke samenwerking wel degelijk mogelijk, ook als er geen verdrag
bestaat. Wanneer de Nederlandse justitiële autoriteiten het
noodzakelijk achten dat rechtshulp wordt gevraagd, zal moeten worden
onderzocht wat er in het concrete geval op het gebied van samenwerking
mogelijk is.

1)	Radio 1, ‘Dit is de dag’, 28 november 2008

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Datum

22 januari 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5584128/09 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5584128/09

Uw kenmerk

2080906970

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2  " " "  Pagina 1 van 2   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EA  DEN HAAG