Antwoord op vragen van de leden Van Bommel en Van Baalen over de decoratie van militairen die betrokken waren bij OEF
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02704, datum: 2009-01-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Middelkoop, minister van Defensie ()
Onderdeel van zaak 2008Z10364:
- Gericht aan: E. van Middelkoop, minister van Defensie
- Indiener: H. van Bommel, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Onderdeel van zaak 2008Z10377:
- Gericht aan: E. van Middelkoop, minister van Defensie
- Indiener: J.C. van Baalen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op vragen van het lid Van Bommel over de decoratie van militairen die betrokken waren bij OEF (ingezonden 30 december 2008, kenmerk 2080908840), alsmede op vragen van het lid Van Baalen over het niet toekennen van de OEF-medaille aan Nederlandse militairen (ingezonden 31 december 2008, met kenmerk 2080908860). DE MINISTER VAN DEFENSIE E. van Middelkoop Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Defensie over de decoratie van militairen die betrokken waren bij OEF (ingezonden 30 december 2008, kenmerk 2080908840). 1 Is het waar dat 45 Nederlandse militairen die van februari t/m juli 2006 deel uitmaakten van het Regional Command South (RCS) in Kandahar, aanspraak maken op een herinneringsmedaille van operatie Operatie Enduring Freedom (OEF)? 1) Van de militairen die van februari t/m juli 2006 deel uitmaakten van het hoofdkwartier van het Regional Command South in Kandahar hebben enkelen bezwaar gemaakt tegen het toekennen van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties (HVO) met de gesp âISAFâ. Zij waren van mening dat hen de HVO met de gesp âOEFâ had moeten worden toegekend. 2 Is het waar dat deze militairen activiteiten hebben verricht in het kader van OEF, maar zijn beloond met een herinneringsmedaille van International Security Assistance Force (ISAF)? 2) 6 Bent u bereid aan de betrokken militairen alsnog de herinneringsmedaille van operatie OEF uit te reiken? Zoals gemeld in de Kamerbrief van 22 december 2005 inzake de Nederlandse bijdrage aan ISAF (Kamerstuk 27925, nr. 193) hebben de militairen die tijdens de overgang van OEF naar ISAF in het Zuiden van Afghanistan waren gestationeerd de status van ISAF-militair gekregen, ook als zij vóór de overgang van OEF naar ISAF al in het gebied aanwezig waren. Hun werkzaamheden stonden in het teken van de voorbereidingen op de Nederlandse bijdrage aan ISAF. Hen is derhalve de HVO met de gesp âISAFâ toegekend. Teneinde ongelijkheid tussen militairen te voorkomen worden voor Ă©Ă©n uitzending niet meerdere Herinneringsmedailles toegekend. 3 Is het waar dat de Canadese, Amerikaanse en Britse militairen met wie de Nederlandse militairen hebben samengewerkt, wel een herinneringsmedaille van operatie OEF hebben gekregen? 3) Zo ja, hoe verklaart u dit? Bij ISAF zijn tientallen landen betrokken. Elk land hanteert een eigen decoratiebeleid. Canada kent vanaf 24 april 2003 de âGeneral Service Medalâ met de gesp âISAFâ toe. Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten kennen een missiemedaille toe, respectievelijk de "Operational Service Medal" met de gesp âAfghanistanâ en de âAfghanistan Campaign Medalâ zonder gesp. Voor het decoratiebeleid van deze landen is de overgang van OEF naar ISAF weinig relevant. 4 Is het waar dat de Nederlandse militairen die met een ISAF-badge liepen ter verstaan is gegeven deze badge van hun uniform te verwijderen in de periode tot 1 augustus 2006? De militairen die vóór augustus 2006 waren ontplooid hebben opdracht gekregen de ISAF-badge tot augustus 2006 niet te dragen, omdat ISAF in het zuiden nog niet formeel was ontplooid. De militairen hadden reeds de status van ISAF-militair. De betrokken militairen hebben na 1 augustus altijd de ISAF-badge gedragen. 5 Wat waren precies de taken van de Nederlandse militairen bij het RCS in Kandahar tot 1 augustus 2006? Nederlandse militairen zijn op het hoofdkwartier in Kandahar geplaatst teneinde een goede overgang van OEF naar ISAF mogelijk te maken, zodat het hoofdkwartier vanaf het begin van ISAF slagvaardig kon functioneren. Daarom is gekozen voor een inwerkperiode vóór de formele overgang. 1) Telegraaf, 29-12-2008 âMilitairen na missie te laag gedecoreerdâ 2) Oplinie, december/januari 2008: âMilitairen willen erkenning voor werk in kader van operation enduring freedomâ 3) zie noot 2 Vragen van het lid Van Baalen (VVD) aan de minister van Defensie over het niet toekennen van de OEF-medaille aan Nederlandse militairen (ingezonden 31 december 2008, met kenmerk 2080908860). 1 Bent u bekend met het feit dat de plv. commandant der Landstrijdkrachten, op 22 september jl. bij de uitreiking van de ISAF-medaille aan de in het kader van OEF ingezette militairen heeft verklaard: âIk realiseer me dat deze herinneringsmedaille niet volledig recht doet aan uw inzet en ik deel uw gevoelens. Maar u moet weten onder welke voorwaarden het parlement heeft ingestemd heeft met deze missie.â? 1) De toenmalig Plaatsvervangend Commandant der Landstrijdkrachten heeft de genoemde passage uitgesproken bij de uitreiking van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties aan de militairen die in het zuiden van Afghanistan met de ISAF status waren uitgezonden. Daarmee onderstreepte hij de formele basis voor de uitreiking van de ISAF-medaille. 2 Kunt u aangeven waarom aan bovengenoemde militairen niet de OEF-medaille is uitgereikt? 4 Bent u bereid er in de toekomst op toe te zien dat militairen de medaille krijgen uitgereikt, die recht doet aan de door hen vervulde opdracht? Zoals gemeld in de Kamerbrief van 22 december 2005 inzake de Nederlandse bijdrage aan ISAF (Kamerstuk 27925, nr. 193) hebben de militairen die tijdens de overgang van OEF naar ISAF in het Zuiden van Afghanistan waren gestationeerd de status van ISAF-militair gekregen, ook als zij vóór de overgang van OEF naar ISAF al in het gebied aanwezig waren. Hun werkzaamheden stonden in het teken van de voorbereidingen op de Nederlandse bijdrage aan ISAF. Gezien deze werkzaamheden en hun status zijn deze militairen onderscheiden met de Herinneringsmedaille Vredesoperaties met de gesp âISAFâ. De Herinneringsmedaille Vredesoperaties met de gesp âISAFâ doet recht aan die werkzaamheden. 3 Deelt u de mening dat de voorwaarden waaronder de Kamer, ex artikel 100 van de Grondwet met het uitzenden van militairen naar Zuid-Afghanistan heeft ingestemd, het opereren van Nederlandse militairen onder OEF-commando in 2006 niet in de weg heeft gestaan? De Nederlandse militairen hadden de status van ISAF-militair en stonden, hoewel zij reeds vóór de overgang in het hoofdkwartier waren geplaatst, niet onder bevel van een OEF-commandant. Zij hielden zich aan de ISAF-instructies en de ISAF-Rules of Engagement. 1) NRC Handelsblad, 22 december 2008 en De Telegraaf, 29 december 2008 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van Bommel (SP), ingezonden 30 december 2008 (vraagnummer 2008Z10364 / 2080908840) Ministerie van Defensie PAGE Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 6 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 6 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 6