Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z01122 / 2080910630 

Vragen van het lid De Wit (SP) aan de ministers van Justitie en van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de publicatie over de
moord op mevrouw C.P. (Ingezonden 23 januari 2009) 

1

Hebt u kennisgenomen van de publicatie over de moord op mevrouw C.P. ?
1)

2

Is het waar dat voorafgaand aan de moord op 30 december 2007 door
mevrouw C.P. op 7 augustus 2007 aangifte is gedaan bij de politie te
Rotterdam van bedreiging door haar man, de latere pleger van de moord?

3

Kunt u bevestigen dat de politie te Rotterdam niets met deze aangifte
heeft gedaan? Wat is de reden daarvan geweest?

4

Wat vindt u van deze handelwijze van de politie nu deze kennis had
kunnen/moeten nemen van het strafblad van de dader waaruit blijkt dat
hij reeds eerder enkele geweldsmisdrijven had gepleegd, terwijl uit het
proces-verbaal van aangifte dat de politie zelf opmaakt blijkt dat de
dader in het verleden meerdere vrouwen gewelddadig heeft bejegend?

5

Hoe valt het voorts te verklaren dat de politie niets heeft ondernomen,
terwijl mevrouw C.P. tegenover de politie heeft verklaard dat haar man
haar eerder had geïntimideerd en kort tevoren had gedreigd haar neer te
steken en haar de messen had getoond waarmee hij dat zou doen, welke
messen hij in zijn auto had liggen?

6

Had naar uw oordeel de politie geen voorzorgsmaatregelen moeten nemen
teneinde te proberen te voorkomen dat er iets ergs zou gebeuren? Zo nee,
waarom niet?

7

Hebben de ouders van het slachtoffer aanspraak op kosteloze
rechtsbijstand wanneer zij schadevergoeding willen eisen? Biedt het
Schadefonds Geweldsmisdrijven in dit geval uitkomst?

1) www.ad.nl, 5 december 2008: “We zijn geestelijk vermoord”