Antwoord op vragen van het lid Poppe over elektromagnetische velden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02913, datum: 2009-01-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderdeel van zaak 2008Z07983:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Indiener: R.J.L. Poppe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Geachte Voorzitter, Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de kamervragen van het lid Poppe van 28 november jl. over elektromagnetische velden kenmerk 2080906510. Vraag 1 Hoe beoordeelt u de voorlopige uitkomsten van een vorige maand gepubliceerd Europees onderzoeksprogramma Interphone waarin wordt geconstateerd dat er een statistisch verband bestaat tussen jarenlang mobiel bellen en tumoren? Antwoord Het onderzoeksprogramma Interphone is bedoeld om vast te stellen of het gebruik van mobiele telefoons een verhoogd risico op kanker veroorzaakt. Binnen het programma wordt een aantal zogenaamde ācase-controlā studies uitgevoerd in verschillende landen volgens hetzelfde protocol. De volgende hersentumoren worden onderzocht: glioma, meningioma, acoustic neuroma en tumoren aan de parotid klier. Het is het grootste epidemiologische onderzoek naar deze tumoren en mobiele telefonie tot nu toe. Het Interphone programma is bijna afgerond. Er zijn tot nu toe diverse onderzoeken gepubliceerd, waarvan 12 publicaties van individuele landen en 3 gepoolde analyses; hierbij zijn samengevoegde data afkomstig van verschillende onderzoeken geanalyseerd. In oktober jl. is een feitelijke tussentijdse beschrijving van de verschillende resultaten uitgekomen. Deze is opgesteld door IARC (International Agency for Research on Cancer) en bevat geen conclusies waarin aangegeven wordt dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat het gebruik van een mobiele telefoon leidt tot een verhoogd risico op hersentumoren. In de tussentijdse beschrijving wordt onder meer vermeld dat in 1 gepoolde analyse een toegenomen kans is gevonden op glioma en in een andere gepoolde analyse acoustic neurinoma aan de belzijde na meer dan tien jaar mobiel bellen. Nadrukkelijk wordt hierbij aangegeven dat het niet duidelijk is of de toegenomen kans daadwerkelijk veroorzaakt is door het belgedrag of dat het een kunstmatig gevolg is van vertekende herinnering van het belgedrag door mensen met een tumor (ācaseā) en mensen zonder tumor (ācontrolā). De tussentijdse beschrijving van de Interphone resultaten wordt vaak gedeeltelijk geciteerd in de media doordat deze laatste belangrijke constatering wordt weggelaten. De beschrijving leidt dan tot verkeerde conclusies. Overigens wordt in de andere publicaties binnen het Interphone programma geen verhoging van het aantal hersentumoren in relatie tot mobiel bellen geconstateerd. Vraag 2 Wat is uw reactie over de uitspraak van het Europees Parlement dat het nodig is om opnieuw naar blootstellingnormen te kijken voor een hoogfrequente straling? Antwoord Het Europees Parlement is van mening dat de huidige blootstellinglimieten verouderd zijn. Zij verzoekt daarom de Raad om herziening hiervan en vaststelling van strengere blootstellinglimieten voor alle apparaten die radiofrequente elektromagnetische velden uitzenden. Ook adviseert het Europees Parlement de EU commissie om lidstaten op te roepen blootstelling aan elektromagnetische velden te beperken. De resolutie is mede gebaseerd op het BioInitiative rapport waarvan het Europees Parlement āsterk onder de indruk isā. In de brief die ik u in november jl. over het BioInitiative rapport heb gestuurd [TK2008-2009, 27561, nr. 37] heb ik, mede namens mijn collegaās, de minister van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aangegeven dat ik van mening ben dat dit rapport geen basis vormt om in het algemeen het beleid ten aanzien van blootstelling aan elektromagnetische velden te wijzigen en in het bijzonder de in Nederland gehanteerde grens- en advieswaarden te heroverwegen. Deze mening heb ik gebaseerd op reacties van de Gezondheidsraad als ook het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid. Beiden geven ondermeer aan dat het BioInitiative rapport geen objectief en gebalanceerd beeld van de huidige stand van de wetenschap geeft. Ik merk overigens op dat een resolutie van het Europees Parlement door de Europese Commissie in behandeling wordt genomen en niet door de lidstaten. De Commissie heeft tot nu toe geen reactie gegeven naar aanleiding van de resolutie. Vraag 3 Zijn er vanuit Nederland wetenschappelijke instellingen, bedrijven en/of overheden betrokken geweest bij het Europees onderzoek? Zo ja, welke zijn dat en op welke wijze zijn zij betrokken? Antwoord Nee. De onderzoeken in het kader van het Interphone programma zijn uitgevoerd in AustraliĆ«, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, IsraĆ«l, ItaliĆ«, Japan, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Verenigd Koninkrijk en Zweden. Vraag 4 Geven recente ontwikkelingen in de wetenschap en de uitspraak van het Europees Parlement aanleiding om evenals in BelgiĆ«, ItaliĆ« en Liechtenstein ook in Nederland de blootstellingnormen te verlagen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid het hoger plaatsen van antennes in steden te bevorderen? Antwoord Zoals ook in de brief aan uw Kamer over het BioInitiative-rapport [TK 2008-2009, 27561, nr. 37] is aangegeven zijn er op basis van wetenschappelijke informatie geen aanwijzingen voor een potentieel gevaar van langdurige blootstelling aan veldsterktes die in de leefomgeving voorkomen. Daarom zie ik geen aanleiding om blootstellinglimieten te verlagen. Bovendien zijn de veldsterktes (van antennes) waaraan de bevolking wordt blootgesteld, in Nederland substantieel lager dan de huidige blootstellinglimieten. De blootstelling op publiek toegankelijke plaatsen varieert van 0,5 tot 2 Volt/meter. De internationaal aanbevolen limiet voor UMTS is 61 Volt/meter. De gemeten velden liggen dus ver beneden deze maximale waarden. Het hoger plaatsen van zendmasten voor mobiele netten zal niet leiden tot lagere waardes van de elektromagnetische velden, eerder het tegendeel. Want de afstand tussen zender en de mobiele telefoon neemt daarmee toe en daarmee het zendvermogen. Hogere zendvermogens zorgen voor navenant hogere blootstellingniveaus. Daarnaast komen hiermee het welstandsperspectief en de bouwvergunningvrijheid van antennes lager dan 5 meter in het geding. Ik merk overigens op dat het kabinet de zorgen binnen de maatschappij met betrekking tot de mogelijke gezondheidseffecten van elektromagnetische velden serieus neemt. Mede daarom is het beleid gebaseerd op wetenschappelijke informatie Ć©n het voorzorgbeginsel. Besluiten over de toepassing van het voorzorgbeginsel zijn politiek van aard. Het beginsel wordt toegepast indien er op grond van een voorlopige maar gedegen risico evaluatie, aanwijzingen zijn voor potentieel gevaar, maar het bestaan, de omvang en de gevolgen hiervan niet volledig kunnen worden aangetoond wegens onvoldoende of onzekere wetenschappelijke gegevens. Om een goede invulling te kunnen blijven geven aan het voorzorgbeginsel blijft het kabinet zich op de hoogte stellen van de wetenschappelijke ontwikkelingen zodat hier rekening mee kan worden gehouden. Dit gebeurt in het algemeen via kennisinstituten en het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid en in het bijzonder via de Gezondheidsraad. Zoals aangegeven in mijn brief aan de Kamer van 11 november 2008 (DGM/SVS/2008102059) zal ik de Gezondheidsraad vragen te adviseren over het Belgisch wetenschappelijk onderzoek. Vraag 5 Bent u bereid in navolging van Zweden elektro-allergie als officiĆ«le aandoening te erkennen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u ook bereid de getroffenen tegemoet te komen bij het aanschaffen van middelen ter bescherming? Antwoord Het erkennen van elektro-allergie (en van aandoeningen in het algemeen) als officiĆ«le aandoening, behoort niet tot de verantwoordelijkheden van ministeries. Met betrekking tot een aanspraak op een vergoeding in het kader van de Zorgverzekeringswet wordt bepaald ofĀ het zorgĀ betreftĀ zoals zorgverleners die 'plegen te bieden'. Het erkennen van ziekten is daarvoor niet noodzakelijk. Het ministerie van VROM laat zich in de beoordeling van de effecten van elektromagnetische velden leiden door de adviezen van de Gezondheidsraad. Deze adviezen zijn gebaseerd op analyse van bestaande wetenschappelijke literatuur. Tot op heden geeft de literatuur geen aanleiding om te veronderstellen dat er gezondheidseffecten zouden zijn. Vraag 6 Heeft u inmiddels meer inzicht in het aantal mensen in Nederland dat mogelijk klachten heeft als gevolg van elektromagnetische straling? Zo ja, hoeveel mensen met klachten zijn er? Zo neen, bent u bereid dit nader te onderzoeken? Antwoord Bij het meldpunt Gezondheid en Milieu zijn over een periode van twaalf jaar ca. 620 klachten ontvangen van mensen die gezondheidsklachten hebben die zij in verband brengen met blootstelling aan elektromagnetische velden. Er zijn ca. 300 personen lid van de stichting EHS (Elektro Hyper Sensitiviteit) die de belangen van deze groep behartigt. Binnen het onderzoeksprogramma Elektromagnetische velden en gezondheid is ruimte voor onderzoeken in deze richting. Het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid zal in de eerste helft van 2009 een kennisbericht uitbrengen over elektrogevoeligheid in de Nederlandse context. Vraag 7 Kunt u de Kamer tussentijds informeren over de voortgang van de door u geĆÆnitieerde onderzoeken door het Kennisplatform Elektromagnetische Velden? Zo ja, wanneer kan de Kamer de rapportage tegemoet zien? Zo neen, waarom niet? Antwoord Het onderzoeksprogramma wordt beheerd door ZonMw. De ingediende onderzoeksvoorstellen worden een onafhankelijke internationale commissie van deskundigen beoordeeld. Indien voldaan wordt aan de gestelde criteria voor goed wetenschappelijk onderzoek worden de voorstellen gehonoreerd. Op dit moment zijn elf onderzoeksvoorstellen gehonoreerd. Deze hebben betrekking op: individuele blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV); lichamelijke opwarming door EMV; blootstelling aan EMV bij kinderen; risicoperceptie van EMV; invloed van EMV op het afweersysteem; effect van EMV op embryonale ontwikkeling; groot epidemiologisch onderzoek naar EMV en gezondheid; aspecifieke gezondheidsklachten in relatie tot EMV; EMV en ons afweersysteem; invloed van MRI-gerelateerde EMV op beroepsgroepen; en een leerstoel epidemiologie gezondheidseffecten blootstelling EMV. Voor een overzicht van de gehonoreerde onderzoeken wordt u verwezen naar de website van ZonMw ( HYPERLINK "http://www.zonmw.nl/emv" www.zonmw.nl/emv ). Communicatie over de lopende onderzoeken vindt plaats door de onderzoekers zelf via publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en deelname aan conferenties. Het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid, waar ZonMw lid van is, heeft vervolgens de mogelijkheid in te gaan op de resultaten door middel van een kennisbericht. Hiernaast streeft ZonMw ernaar het publiek op zijn website zo goed mogelijk te informeren over de voortgang van het onderzoeksprogramma, o.a. door het plaatsen van samenvattingen voor leken. De eerste 5 door ZonMw gehonoreerde projecten lopen nu een jaar. Noemenswaardige resultaten worden op zijn vroegst in de loop van 2009 verwacht en eventuele conclusies zullen tegen het eind van deze projecten in 2010 gemaakt kunnen worden. Hoogachtend, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dr. Jacqueline Cramer Financieel Dagblad 26 november 2008. ANP, gepubliceerd in Dagblad Trouw: De Verdieping, 4 september 2008. Pagina PAGE 5 van NUMPAGES 5 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 26 januari 2009 Betreft Beantwoording kamervragen lid Poppe over elektromagnetische straling 2080906510 SHAPE \* MERGEFORMAT Pagina PAGE 1 van NUMPAGES 5 PorM Directie Risicobeleid Datum 26 januari 2009 Kenmerk DGM/RB2008123693 PorM Directie Risicobeleid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag www.vrom.nl www.vrom.nl Contactpersoon T F Kenmerk DGM/RB2008123693 Uw kenmerk 2008Z07983/208090651 0