Antwoord op vragen van het lid Leijten over uitblijvende zorg door defecte tillift.
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02933, datum: 2009-01-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z07018:
- Gericht aan: M. Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2008-12-11 14:05: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-12-17 13:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-14 13:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-21 13:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum: 26 januari 2009 Betreft: Kamervragen Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van FORMDROPDOWN Leijten (SP) over uitblijvende zorg door defecte tillift. Hoogachtend, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. dr. J. Bussemaker Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten (SP) over uitblijvende zorg door een defecte tillift. 1 Waarop baseert u uw antwoord dat de zorgzwaarte van de heer De G. toegenomen was en er reden was voor verhuizing naar een verpleeghuis? Bent u van mening dat een zorginstelling dat eigenstandig kan bepalen, of behoort daar ook een huisarts bij betrokken te worden? Kunt u uw antwoord toelichten? 1 De cliĆ«nt verbleef al langer in de zorginstelling en was pas de laatste maanden zo hulpbehoevend geworden dat hij niet meer zelfstandig uit zijn bed kon komen. Als een dergelijk geval zich voordoet, dient de instelling zich de vraag te stellen of ze nog adequaat zorg kan leveren. Een dergelijke wijziging in de zorgbehoefte leidt tot een nieuwe indicatiestelling. Als de instelling niet de benodigde zorg kan leveren, dient contact gezocht te worden met een collega instelling, die dat wel zou kunnen. Het zorgkantoor kan hierin een bemiddelende rol spelen. 2 Wat is uw oordeel over het gegeven dat de heer De G de mogelijke aanvullende verpleeghuiszorg niet kan krijgen, terwijl op de website staat dat dit mogelijk is in Asingahof, met de toevoeging: āDoor deze aanvullende verpleeghuiszorg kan een opname in het verpleeghuis worden uitgesteld of zelfs worden voorkomen.ā ? 3 Bent u van mening dat Philadelphia Zorg goede voorlichting geeft over de daadwerkelijke situatie op de locatie Asingahof? Kunt u uw antwoord toelichten? 2 en 3 Aanvullende verpleeghuiszorg omvat niet noodzakelijkerwijs een volledig pakket aan deze zorg. Een cliĆ«nt kan zo zorgbehoevend worden dat dit niet meer in het aanbod van de instelling past, maar een specifieke aanpak noodzakelijk is. In dit geval betekende dit verplaatsing van de cliĆ«nt naar een instelling die daartoe beter in staat is. 4 Wat is uw oordeel over het feit dat op de Asingahof geen verpleegkundig personeel werkt? Vindt u het toelaatbaar dat er in een verzorgingshuis geen verpleegkundige handelingen kunnen worden toegepast? Bent u van oordeel dat verzorgend personeel voldoende is voor bijvoorbeeld de inzet van calamiteiten? 4 Als in een verzorgingshuis ook aanvullende verpleeghuiszorg geleverd wordt dan dienen er ook verpleegkundigen te werken. Een andere mogelijkheid is dat de instelling een samenwerkingsverband heeft met een verpleeghuis, waarbij afspraken over de te leveren verpleeghuiszorg zijn vastgelegd in een protocol. Het leveren van zorg door medewerkers van het juiste niveau is een verantwoordelijkheid van de instelling. De IGZ ziet erop toe dat zorg van voldoende kwaliteit wordt geleverd. De inzet van deskundigheid is mede gebaseerd op de kenmerken/zorgzwaarte van de cliĆ«nten. Deze moet ook rekening houden met calamiteiten 24 uur per dag. 5 Wie moet er toezien op het budget voor hulpmiddelen zoals tilliften, die het werk voor het personeel verlichten? Heeft dit toezicht gefaald? 5 Dit is een zaak van interne organisatie binnen de zorginstelling door het management. Het bestuur van de instelling is er uiteindelijk verantwoordelijk voor. 6 Wat is uw oordeel over het gegeven dat de dochter van de heer De G. het zorgkantoor na het opzeggen van het contract gebeld heeft, maar dat dit niet leidde tot een oplossing? Bent u bereid te onderzoeken waar dit fout is gelopen? 6 Ik heb van het zorgkantoor vernomen dat ze met de zaak bezig was en verrast werd door de publiciteit, die gezocht en gevonden werd. Nader onderzoek acht ik niet nodig. 7 Bent u ervan op de hoogte dat Philadelphia Zorg een aanwijzing heeft gekregen van de inspectie vanwege het ontbreken van goede klachtenbehandeling? Zo ja, wat is uw oordeel over het gegeven dat zoān grote zorginstelling geen goede klachtenafhandeling heeft. Zo neen, hoe kan dat? 7 Ja, ik ben hiervan op de hoogte en sta uiteraard achter deze aanwijzing van de inspectie. Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.minvws.nl Ons kenmerk DLZ-K- U-2895754 Bijlagen 1 Uw brief 19 november 2008 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.