Antwoord op vragen van het lid Teeven over de forse vertraging die is opgelopen bij de bestrijding van illegale vuurwerkhandel
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D03305, datum: 2009-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2008Z08113:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: F. Teeven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Datum 27 januari 2009 Onderwerp Beantwoording Kamervragen van het lid Teeven (VVD) over de forse vertraging die is opgelopen bij de bestrijding van illegale vuurwerkhandel. In antwoord op uw brief van 2 december 2008, deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van het lid Teeven (VVD) van uw Kamer over de forse vertraging die is opgelopen bij de bestrijding van illegale vuurwerkhandel (ingezonden 1 december 2008) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De Minister van Justitie, Antwoorden van de minister van Justitie op de vragen van het lid Teeven (VVD) over de forse vertraging die is opgelopen bij de bestrijding van illegale vuurwerkhandel. (Ingezonden1 december 2008, nr. 2080906630) 1 Bent u bekend met de vertraging die is opgelopen in de aanpak van illegale vuurwerkhandel en de berechting van handelaren? Antwoord Het bedoelde artikel in het Nederlands Dagblad van 28 november 2008 is mij bekend. 2 Klopt het dat dit jaar slechts één grote handelaar voor de rechter is verschenen, terwijl was gerekend op maximaal vijf sleutelfiguren in de illegale vuurwerkhandel? Antwoord Bij het Openbaar Ministerie vindt geen registratie plaats van het aantal zaken tegen vuurwerkhandelaren. Wel hebben in 2008 diverse opsporingsonderzoeken naar illegaal vuurwerk plaatsgevonden, waarbij meerdere personen zijn aangehouden terzake van het voorhanden hebben van dan wel het leveren van grote hoeveelheden vuurwerk. Deze zaken zijn nog niet allemaal door de rechter behandeld, omdat nog niet alle onderzoeken zijn afgerond en omdat bij het aanbrengen van zaken op zitting voorrang wordt gegeven aan zaken, waarvan de verdachten zich in voorlopige hechtenis bevinden (zie verder het antwoord op de vragen 3 en 4). Uit het registratiesysteem van het OM blijkt dat in 2008 de strafzaken van zestien personen die (onder meer) werden verdacht van overtreding van het Vuurwerkbesluit, zijn behandeld door de meervoudige (economische) kamer van de rechtbank. Deze verdachten zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen (oplopend tot 540 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk), werkstraffen (variërend van 60 tot 240 uur) en geldboetes. 3 Kunt u inzicht geven in de knelpunten bij de aanpak en berechting van illegale vuurwerkhandelaren? 4 Kent u de uitspraak van de officier van justitie van het Functioneel Parket belast met vuurwerk, dat rechtbanken geen prioriteit geven aan deze zaken? Kunt u hier een inhoudelijke reactie op geven? Antwoord vragen 3 en 4 De afronding van opsporingsonderzoeken naar illegale vuurwerkhandelaren en het voorleggen van deze zaken aan de rechter, vergen meer tijd dan was voorzien. Dit wordt, om te beginnen, verklaard door de complexiteit van de onderzoeken. Voorts geven rechtbanken, bij het op een zitting plaatsen van strafzaken, voorrang aan strafzaken met verdachten die zich in voorlopige hechtenis bevinden. Voor deze zaken gelden immers de wettelijke termijnen met betrekking tot de duur van de voorlopige hechtenis. Bij de afgeronde opsporingsonderzoeken naar illegale vuurwerkhandelaren is geen sprake van langdurig in voorarrest zittende verdachten. Dientengevolge hebben deze zaken bij zowel de rechtbanken als bij het Openbaar Ministerie een andere prioriteit. Dit is hetgeen de officier van justitie heeft toegelicht in zijn interview met het Nederlands Dagblad. De officier heeft dus niet, zoals wordt gesuggereerd, gezegd dat de rechtbanken géén prioriteit geven aan vuurwerkzaken. 5 Deelt u de mening dat, juist met het oog op de naderende jaarwisseling het zo snel mogelijk aanpakken van handelaren door het gebruik van voorlopige hechtenis en spoedig berechting van groot belang is voor het afgeven van een duidelijk signaal aan handelaren en particulieren? Antwoord Ik deel uw mening dat door de strafrechtelijke aanpak van de handel in illegaal vuurwerk een duidelijk signaal wordt afgegeven. Voorlopige hechtenis kan bij overtreding van het Vuurwerkbesluit echter alleen worden ingezet indien sprake is van herhalingsgevaar. De strafrechtelijk aanpak moet ook worden gezien als sluitstuk van een handhavingstrategie om de hoeveelheid illegaal vuurwerk terug te dringen. In de afgelopen jaren zijn op basis van de “Interventiestrategie Verboden consumentenvuurwerk” van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) in nauw overleg met het Functioneel Parket van het OM al diverse initiatieven in gang gezet om extra maatregelen te treffen om het illegale vuurwerk te bestrijden. Onder meer worden door de VROM-IOD en de milieuteams van de politie gerichte interventies uitgevoerd tegen personen en bedrijven die illegaal vuurwerk op de markt brengen. Met deze interventiestrategie wordt tevens beoogd in een periode van vijf jaar de hoeveelheid illegaal vuurwerk die jaarlijks via allerlei wegen ons land binnenkomt drastisch te verminderen en het gevaarlijkste deel ervan (lawinepijlen, mortierbommen e.d.) volledig uit te bannen. Dit vereist een veelheid van acties, waaronder ketengericht toezicht en opsporing in nationaal en internationaal verband. Tevens wordt met Duitsland en België samengewerkt aan het ongedaan maken van de opslag en het transport van illegaal vuurwerk. Zo is in 2008 in samenwerking met de VROM-IOD door de Duitse autoriteiten 90 ton illegaal vuurwerk in beslaggenomen, dat kennelijk voor de Nederlandse markt bestemd was. 6 Op welke wijze is door de opsporingsinstantie opgetreden tegen particulieren? Hoeveel transacties/boetes zijn opgelegd en hoe vaak volgde er geen justitiële reactie? Antwoord Ik beschik niet over de gevraagde gegevens. Het Openbaar Ministerie maakt in zijn registratiesystemen wel onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen, maar niet tussen particulieren en bedrijven. Onder de term natuurlijke personen vallen niet alleen particulieren, maar ook eenmansbedrijven en feitelijk leidinggevenden. Een selectie van gegevens van natuurlijke personen zou dan ook geen betrouwbaar beeld opleveren van het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie in vuurwerkzaken tegen particulieren. 7 Bent u bereid deze vragen ruim voor de jaarwisseling te beantwoorden? Antwoord Het is niet mogelijk gebleken deze vragen ruim voor de jaarwisseling te beantwoorden. IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Bestuurlijke en Juridische Zaken Datum 27 januari 2009 Ons kenmerk REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT 5584581/09 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 4 Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Bestuurlijke en Juridische Zaken Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Ons kenmerk 5584581/09 Uw kenmerk 2080906630 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 4 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 4 " " " Pagina 1 van 4 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG