Antwoord op vragen van het lid Vendrik over de Anti Counterfeiting Trade Agreement
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D03377, datum: 2009-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z06127:
- Gericht aan: F. Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken
- Indiener: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Justitie, de beantwoording van de kamervragen van het lid Vendrik (Groen Links), over de Anti Counterfeiting Trade Agreement. Een en ander naar aanleiding van een artikel op www.globalinfo.org āVrijschrift: Geheim ACTA-verdrag beoogt internet aan banden te leggenā. 1 Bent u ervan op de hoogte dat de Europese Commissie, de Verenigde Staten en Japan aan het onderhandelen zijn over een nieuw handhavingsverdrag voor intellectueel eigendom op het internet, het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA)? Antwoord Ja. 2 Wat is de rol van het Europese Parlement in de onderhandelingen? Antwoord De Europese Commissie stuurt het Europees Parlement kopieĆ«n van alle stukken die ook aan de lidstaten worden verstrekt en stelt diverse personen en commissies, zoals de Commissie voor Internationale Handel, van het Europees Parlement op de hoogte van de voortgang. Een voorbeeld van betrokkenheid is het op 19 november 2008 verschenen Verslag over de impact van namaak op de internationale handel (2008/2133(INI)) van EP-lid Gianluca Susta, rapporteur van de Commissie internationale handel van het EP, waarin ACTA vele malen (positief) wordt genoemd. 3 Speelt Nederland een rol in de onderhandelingen? Zo ja, wat is de inzet van Nederland? Zo neen, waarom niet? Antwoord De Europese Commissie voert de onderhandelingen over de onderwerpen die onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap vallen, zoals douanemaatregelen en civielrechtelijke handhaving. De Raad van de Europese Unie heeft de Europese Commissie daartoe op 14 april jl. een mandaat verstrekt. De Commissie voert de onderhandelingen na overleg met de lidstaten. Voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, zoals strafrechtelijke sancties en samenwerking tussen nationale handhavingsinstanties, neemt het voorzitterschap, namens de lidstaten en eveneens na overleg met de lidstaten, deel aan de besprekingen. Nederland is via het ComitĆ© van artikel 133 dat over handelsverdragen gaat, en andere relevante comitĆ©s en raadswerkgroepen, vertegenwoordigd in dit overleg tussen de Commissie, het voorzitterschap en de lidstaten, ter afstemming van het standpunt van de Europese Unie in de onderhandelingen. Daarbij is de inzet van Nederland om de productie van en handel in nagemaakte en illegaal gekopieerde goederen effectief te bestrijden. Het gaat hier om een fenomeen van internationale omvang met ernstige gevolgen, op economisch en sociaal vlak, voor de goede werking van de interne markt. Ook uit het oogpunt van de consumentenbescherming, de volksgezondheid en de openbare veiligheid dienen deze praktijken effectief bestreden te worden. 4 Kunt u aangeven wat er op de agenda staat en waarover wordt onderhandeld? Antwoord Per gespreks/onderhandelingsronde wordt over onderdelen van ACTA gesproken/onderhandeld. Tot op heden zijn er drie rondes geweest. Daarbij stonden op de respectievelijke agendaās: - 1e ronde - douanemaatregelen - 2e ronde - douanemaatregelen en civielrechtelijke handhaving - 3e ronde - civielrechtelijke handhaving en strafrechtelijke handhaving Van 15 tot en met 18 december jl. was de laatst gehouden gespreks/onderhandelingsronde. Toen is gesproken over de onderwerpen: institutionele structuur van ACTA, strafrechtelijke handhaving, internationale samenwerking en handhaving in de praktijk, internet, douanemaatregelen en civielrechtelijke handhaving. 5 Wist u dat er onder andere wordt beoogd de niet-commerciĆ«le delen van bestanden strafbaar te stellen? 6 Deelt u de mening dat het strafbaarstellen van de niet-commerciĆ«le delen van bestanden veel te ver gaat? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u zich hiertegen verzetten? Antwoord Vooreerst wil ik graag aangeven dat ik, in aanvulling op deze vragen, van het lid Vendrik heb begrepen dat waar hij in de vragen 5, 6, 7 en 8 spreekt over het door ACTA strafbaar stellen van āde niet-commerciĆ«le delen van bestandenā dit geĆÆnterpreteerd dient te worden als āhet via internet met een niet-commercieel oogmerk delen van auteursrechtelijk beschermde bestandenā. Er zijn nog geen (concept)teksten in het ACTA-proces ingebracht over het onderdeel handhaving van het auteursrecht op internet. Wat betreft de strafbaarheid van het via internet met een niet-commercieel oogmerk delen van auteursrechtelijk beschermde bestanden, verwijs ik u naar de beleidsbrief over auteursrecht van 20 december 2007 (kamerstukken 2007/08 29 838, nr. 6, p. 8-9), waarin is aangegeven dat dit in Nederland enkel strafrechtelijk relevant is voor zover het gaat om het opzettelijk of te kwader trouw uploaden (openbaar maken) van auteursrechtelijk beschermde bestanden zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Downloaden voor eigen gebruik is noch uit civielrechtelijk, noch uit strafrechtelijk oogpunt verboden. De Nederlandse inzet omtrent strafrechtelijke handhaving in het kader van ACTA is dat deze niet verder zou moeten gaan dan het strafrechtelijke handhavingsniveau zoals opgenomen in artikel 61 TRIPS (Agreement on Trade Related Intellectual Property Aspects, onderdeel 1C van de WTO akkoord- Uruguay ronde). Daarin gaat het enkel om de maatregelen die getroffen kunnen worden in geval van een inbreuk, niet om de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of er sprake is van een inbreuk. Daar waar ACTA voorstellen doet voor het treffen van maatregelen in geval van specifieke vormen van inbreuk, zal een dergelijk voorstel door ons op zijn merites worden beoordeeld en daarbij zal uitgegaan worden van de beschermingsomvang van de verschillende intellectuele-eigendomsrechten, zoals die in bestaande verdragen van de World Intellectual Property Organisation en in het TRIPS-Verdrag is geregeld. Daarnaast is de Nederlandse inzet omtrent strafrechtelijke handhaving gebaseerd op het kabinetsbeleid zoals dat is geformuleerd in de hiervoor genoemde brief over auteursrechtbeleid. 7 Deelt u de mening dat de winnaars van het strafbaarstellen van de niet-commerciĆ«le delen van bestanden vooral de grote ondernemingen zijn, in bijvoorbeeld de film- en muziekwereld? Zo neen, waarom niet? Antwoord Met verwijzing naar hetgeen in het vorige antwoord is opgenomen over de strafbaarheid van de hier bedoelde inbreuken, zij hier opgemerkt dat het voor iedere auteursrechthebbende relevant is om op te kunnen treden tegen inbreuken op zijn recht. In het Nederlandse handhavingsbeleid wordt dan ook geen onderscheid gemaakt tussen grote of kleine auteursrechthebbenden. De civielrechtelijke maatregelen staan ten dienste van alle rechthebbenden. Strafrechtelijke handhaving komt in Nederland in beeld als ultimum remedium indien het algemeen belang dit vordert, vooral wanneer er sprake is van zodanig grootschalige piraterij die de markt ernstig verstoort dat deze door middel van privaat optreden niet voldoende kan worden bestreden, of bij betrokkenheid van georganiseerde criminaliteit. Mits aan dit criterium voldaan maakt het in principe geen verschil of er sprake is van grote of kleine ondernemingen. Het met niet-commercieel oogmerk delen van bestanden door consumenten valt daar doorgaans niet onder. Met het oog op de effectiviteit van de handhaving wordt in Nederland de nadruk gelegd op handhaving aan de bron bij degene die auteursrechtelijk beschermde bestanden illegaal uploadt en wordt bestrijding van auteursrechtpiraterij op internet meegenomen in een breder programma om cybercrime tegen te gaan (zie de brief van de minister van Justitie van 14 april 2008, Kamerstukken 2007/08 28 684, nr. 133, p. 26). 8 Bent u van mening dat het verbieden van de niet-commerciĆ«le delen van bestanden de ontwikkeling en verspreiding van opensourcesoftware beperkt? Zo neen, waarom niet? Antwoord De ontwikkeling en verspreiding van open source software wordt niet geraakt door eventuele strafbaarstelling van het via internet met een niet-commercieel oogmerk delen van auteursrechtelijk beschermde bestanden. Dat komt omdat in het licentiemodel van open source software is bepaald dat de broncode van de software door de licentienemer gebruikt, aangevuld, verbeterd en gedistribueerd mag worden. De toestemming voor het delen van de software is dus een van de kenmerkende elementen van de open source software licentie. 9 Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat de ACTA de weg opent voor grensdouanes om laptops, MP3spelers en mobiele telefoons te onderzoeken? Antwoord Los van lopende onderhandelingen over ACTA, is de weg voor overheden om door reizigers meegebrachte apparatuur aan de eigen landsgrenzen te onderzoeken reeds nu voor een aantal landen, waaronder de Verenigde Staten, geopend. Deze stand van zaken vloeit voort uit de eigen bevoegdheid van landen om binnen de reikwijdte van het geldende recht grenscontroles uit te voeren (zie het antwoord van de minister van Justitie, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, op kamervragen van de leden De Wit en Van Bommel (beiden SP) over het in beslag nemen en het doorzoeken van apparatuur van reizigers door de douane van de Verenigde Staten, Kamerstukken II 2008/09, 642, blz. 1349). De doorĀ de heer VendrikĀ bedoelde bevoegdheid is vooralsnog geen onderwerp geweest van de lopende ACTA-onderhandelingen. 10 Kunt u de Kamer informeren over de stand van zaken en de verdere gang van zaken omtrent de ACTA-onderhandelingen? Antwoord Door middel van een brief zal de Kamer binnenkort nader over ACTA geĆÆnformeerd worden. (w.g.) Maria J.A. van der Hoeven Minister van Economische Zaken http://www.globalinfo.nl/content/view/1582/39 VERTROUWELIJK Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 5 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 4 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 5 > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-GRAVENHAGE Datum 28 januari 2009 Betreft Vragen van het lid Vendrik (Groen Links) over de Anti Counterfeiting Trade Agreement Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 5 Directoraat-Generaal Ondernemen & Innovatie Directie Innovatie Ons kenmerk OI/I/9017478 Directoraat-Generaal Ondernemen & Innovatie Directie Innovatie Bezuidenhoutseweg 20 Postbus 20101 2500 EC Den Haag T 070-3798911 (algemeen) www.ez.nl Behandeld door A.A.M. van der Meer T 070 379 71 74 F 070 379 61 99 a.a.m.vandermeer@minez.nl Ons kenmerk OI/I/9017478 Uw kenmerk 2008Z066127/2080904660 Bijlage 1