Brief aan de Onderwijsraad t.g.v. de adviesaanvrage
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet medezeggenschap op scholen en de Leerplichtwet 1969 in verband met de invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten, alsmede een aanvulling van de interventiemogelijkheden in het kader van het overheidstoezicht, en de verbetering van het intern toezicht
Brief Kamer
Nummer: 2009D03540, datum: 2009-01-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.A. Verbeet, Voorzitter van de Tweede Kamer (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z00959:
- Indiener: G.A. Verbeet, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Medeindiener: J.E. Biesheuvel-Vermeijden, griffier
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-01-27 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Onderwijsraad t.a.v. de voorzitter, prof. dr. A. M. L. van Wieringen Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Den Haag, 27 januari 2009 Geachte heer Van Wieringen, Heden heeft de Kamer op grond van artikel 30 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal besloten, de Onderwijsraad advies te vragen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet medezeggenschap op scholen en de Leerplichtwet 1969 in verband met de invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten, alsmede een aanvulling van de interventiemogelijkheden in het kader van het overheidstoezicht, en de verbetering van het intern toezicht College voor examens (Kamerstuk 31 828). In de bijlage vindt u een nader uitgewerkte adviesaanvrage. Namens de Kamer vraag ik u aan het verzoek te voldoen. Met vriendelijke groet, Gerdi A. Verbeet Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bijlage Adviesaanvraag inzake: Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet medezeggenschap op scholen en de Leerplichtwet 1969 in verband met de invoering van bekostigingsvoorschriften voor minimumleerresultaten, alsmede een aanvulling van de interventiemogelijkheden in het kader van het overheidstoezicht, en de verbetering van het intern toezicht (Kamerstuk 31 828) Bovengenoemd wetsvoorstel heeft tot doel het bestuurlijk instrumentarium te verbeteren om als overheid slagvaardig te kunnen optreden in gevallen waarin sprake is van: een ernstige of langdurig tekortschietende onderwijskwaliteit op een school; bestuurlijk wanbeheer van één of meer scholen ; de verplichtstelling voor alle schoolbesturen van de functiescheiding van bestuur en intern toezicht; een wettelijke basis te leggen voor (sector)codes voor goed bestuur. Om leerresultaten te kunnen beoordelen worden in de Wet op het voortgezet onderwijs twee hoofdelementen verankerd, nl. het doorstroom-rendement en de examenresultaten. Daarnaast wordt een aantal hoofdelementen van de meting en beoordeling van de leerresultaten in de wet vastgelegd. CFI en de Accountantsdienst kunnen geen oordeel geven over de handhaafbaarheid. Om hier een uitspraak over te kunnen doen achten zij het wenselijk dat er een nadere uitwerking komt van de kwalificaties voor de leerresultaten en de basisprincipes van goed bestuur. Bij het onderhavige wetsvoorstel is een negatief advies door de Raad van State uitgebracht (met het dictum ‘niet, dan aldus..’). De regering heeft de suggesties uit het advies gedeeltelijk verwerkt in het voorliggende wetsvoorstel. De Raad van State heeft tevens geconstateerd dat het voor de hand had gelegen de Onderwijsraad over dit wetsvoorstel te laten adviseren. Dit mede gelet op het gebrek aan een heldere analyse van de verschillende problemen, waardoor de kwaliteit onder druk komt en waarvoor de voorgestelde maatregelen een oplossing beogen te geven. Ondanks de verwijzing in de Memorie van Toelichting naar twee rapporten van de Onderwijs constateert de Raad van State dat in dit wetsvoorstel méér en andere onderwerpen aan de orde zijn dan in deze Onderwijsraadadviezen. De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap willen graag dat de Onderwijsraad op korte termijn een briefadvies uitbrengt, alvorens zij het verslag bij het wetsvoorstel opstellen. Het betreft hier de Onderwijsraadadviezen ‘Degelijk onderwijsbestuur’ (2004) en ‘Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm krijgen?’ (2006). PAGE