[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport inzake Wijziging van enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

Wijziging van enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

Nader rapport

Nummer: 2009D03903, datum: 2009-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z01574:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november
2008, kenmerk 08.003167, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het voorstel van wet tot wijziging van enkele bijzondere
wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep
bij niet tijdig beslissen rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 11 december 2008, nr. W04.08.0470/I, bied ik U
hierbij aan. Naar aanleiding van het advies wordt het volgende
opgemerkt.

1. De suggestie van de Raad om in het wetsvoorstel beter tot uitdrukking
te brengen dat de verruiming van de wettelijke beslistermijnen in
artikel 69 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten en in artikel 102 van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen van tijdelijke aard is, is overgenomen.

2. De door de Raad genoemde afwijking van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) is minder principieel dan de Raad suggereert en slechts van
tijdelijke aard. De beleidsregels worden niet in hun geheel
gelijkgesteld aan wettelijke voorschriften. Uitsluitend de daarbij
vastgestelde termijnen worden bij deze wet aangemerkt als bij wettelijk
voorschrift bepaalde termijnen. De bijzondere motivering die de memorie
van toelichting daarvoor geeft is onder meer dat de termijnen deels ook
betrekking hebben op de toekenning van nadeelcompensatie waarvoor geen
wettelijke grondslag nodig is. Er bestaat in die gevallen thans geen
wettelijke regeling waarin ook de termijnen bepaald zouden kunnen
worden. Een dergelijke wettelijke regeling is meeromvattend en
aanstaand. De toelichting geeft aan dat het hier een tijdelijke
voorziening betreft in afwachting van de indiening in 2009 van het
wetsvoorstel van de Minister van Justitie tot aanvulling van de Awb met
een regeling inzake schadevergoeding en nadeelcompensatie. Daarin zal
ook een wettelijke beslistermijn voor nadeelcompensatieverzoeken worden
opgenomen, zoals de Raad adviseert.

3. De wettelijke termijnen die in het door de Raad genoemde rapport van
de Algemene Rekenkamer worden genoemd, hoeven niet te worden gewijzigd.

Wat betreft de bulkaanvragen in het onderwijs kan worden opgemerkt dat
de verwerking van aanvragen in het onderwijs in de loop van de afgelopen
jaren in hoge mate is geautomatiseerd. Het gaat met name om aanvragen
van scholen en onderwijsinstellingen in het kader van bekostiging en
subsidie en bij de behandeling van dergelijke aanvragen en de daarbij
horende berekeningen is, dankzij geavanceerde programma's en slimme
rekenmodellen, inmiddels een forse slag geslagen in het bekorten van de
behandelduur. Ten aanzien van de bezwaarschriftenprocedure kan worden
opgemerkt dat het ministerie van OCW op 1 januari 2008 is begonnen met
een nieuwe behandelmethode van bezwaarschriften. Veel bezwaarschriften
worden thans ambtelijk afgedaan, zodat de onafhankelijke
bezwaarschriftencommissie zich meer kan concentreren op die geschillen
die ook meer aandacht rechtvaardigen. Ook zijn de termijnen flink
aangescherpt. De eerste resultaten zijn veelbelovend.

 

Zoals in de memorie van toelichting reeds is opgemerkt, wordt de
Monumentenwet 1988 momenteel reeds herzien in een breed project waarin
de VNG en andere partijen uitdrukkelijk zijn betrokken. Bovendien zal te
zijner tijd een deel van de Monumentenwet opgaan in de Wabo. Tegen deze
achtergrond en gelet op het feit dat deze trajecten binnen afzienbare
tijd hun beslag zullen krijgen is het op dit moment dan ook niet prudent
om, vooruitlopend hierop, in het kader van het voorliggende wetsvoorstel
noodverbanden aan te leggen, die mogelijk achteraf op basis van
voortschrijdend inzicht als ondoordacht zouden moeten worden aangemerkt.

De Wet op de architectentitel is gewijzigd, nadat het rapport van de
Algemene Rekenkamer is uitgebracht. Door deze wijzigingen zijn de
ingevolge deze wet bepaalde termijnen als realistische termijnen aan te
merken. De in het rapport van de Algemene Rekenkamer onrealistische
genoemde termijnen hadden betrekking op de validering van buitenlandse
diploma’s waarbij het opvragen van informatie uit het buitenland veel
tijd kost. De richtlijn erkenning beroepskwalificaties (2005/36/EG) is
ondertussen geïmplementeerd in de Wet op de architectentitel. Deze
richtlijn vervangt enkele oudere richtlijnen waardoor de procedures van
een verzoek om inschrijving in het architectenregister en van de
beslissing op aanvraag om erkenning van een diploma zijn gestroomlijnd.
Wanneer het aanvragen en verzoeken betreft waarop de regels ter
implementatie van richtlijn 2005/36/EG in de Wet op de architectentitel
van toepassing zijn, geldt de termijn van drie maanden met een
verlengingsmogelijkheid van ten hoogste één maand. De termijn van drie
maanden loopt bovendien door zolang niet alle stukken zijn ontvangen. Om
die reden is de termijn thans als realistisch aan te merken. Indien het
aanvragen en verzoeken betreft waarop de regels ter implementatie van
richtlijn 2005/36/EG in de Wet op de architectentitel niet van
toepassing zijn, stelt de Wet op de architectentitel thans geen
termijnen meer waardoor de termijnen van de Awb van toepassing zijn. De
mogelijkheden voor een zorgvuldige behandeling binnen een daarvoor
noodzakelijke realistische termijn zijn daardoor voldoende gewaarborgd.
Een wijziging van de Wet op de architectentitel is daarom niet
noodzakelijk.

Handhavingsverzoeken op grond van de toenmalige Wet milieugevaarlijke
stoffen worden op grond van hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer gedaan.
Voor handhavingsverzoeken op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen
gold voor de intrekking van de wet reeds de termijn van vier weken uit
artikel 18.16 van de Wet milieubeheer. Met artikel XIX, onderdeel C, van
het voorliggende wetsvoorstel komt deze termijn te vervallen en worden
de termijnen van de Awb van toepassing voor deze handhavingsverzoeken.
De mogelijkheden voor een zorgvuldige behandeling binnen een daarvoor
noodzakelijke realistische termijn zijn daardoor voldoende gewaarborgd.

Handhavingsverzoeken met betrekking tot de Europese Verordening
Overbrenging Afvalstoffen worden ook gedaan op grond van hoofdstuk 18
van de Wet milieubeheer. Hiervoor geldt eveneens dat met artikel XIX,
onderdeel C, van het voorliggende wetsvoorstel de beslistermijn uit
artikel 18.16 van de Wet milieubeheer zal komen te vervallen en zal
worden aangesloten bij de termijnen van de Awb.

Ervaring leert dat de in de Wet veiligheidsonderzoeken genoemde
beslistermijn voornamelijk problematisch is wanneer informatie uit het
buitenland nodig is voor het nemen van een beslissing. De Wet dwangsom
en beroep bij niet tijdig beslissen biedt echter een mogelijkheid tot
opschorting wanneer informatie aan een buitenlandse instantie moet
worden gevraagd (artikel 4:15, eerste lid, onderdeel b, Awb).  Daarom is
er op dit moment geen aanleiding de termijn in de Wet
veiligheidsonderzoeken te verlengen. 

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet
openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de
inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig
beslissing (Kamerstukken II 2008-2009, 31 751, nr. 2) stelt voor de
termijn voor het behandelen van verzoeken in het kader van de Wet
openbaarheid van bestuur en de termijn in de Awb voor de behandeling van
bezwaarschriften te verlengen. In de praktijk blijkt namelijk dat de in
dit wetsvoorstel genoemde termijnen niet haalbaar zijn. Door de
beslistermijn te verlengen tot een realistische beslistermijn wordt
termijnoverschrijding zoveel mogelijk tegen gegaan.

4. De redactionele kanttekeningen zijn overgenomen.

5. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt enkele wettelijke bepalingen te
schrappen waarin is voorzien in een ruimere beslistermijn in het geval
van in het buitenland op te vragen informatie. Voor deze situaties biedt
de in de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen opgenomen wijziging van
artikel 4:15, eerste lid, onder b, van de Awb een voorziening.

Voorts is in artikel XIX, onderdeel C, een technische verbetering
aangebracht.

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoten van Justitie, van Economische
Zaken, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verzoeken het hierbij gevoegde
gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

Mevrouw dr. G. ter Horst





  DOCPROPERTY  Datum_kop  \* MERGEFORMAT  Datum 

  DOCPROPERTY  Datum  \* MERGEFORMAT  22 januari 2009 

  DOCPROPERTY  Kenmerk_kop  \* MERGEFORMAT  Kenmerk 

  DOCPROPERTY  Kenmerk  \* MERGEFORMAT  2008-0000619429 







  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   	Pagina   PAGE   \*
MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4 







  DOCPROPERTY  Directie  \* MERGEFORMAT  Constitutionele Zaken en
Wetgeving 

  DOCPROPERTY  Onderdeel  \* MERGEFORMAT  Wetgeving Staatsinrichting en
grondrechten 

  DOCPROPERTY  Bezoekadres  \* MERGEFORMAT  Herengracht 17

2511 EG  Den Haag 

  DOCPROPERTY  Postadres  \* MERGEFORMAT  Postbus 20011

2500 EA  Den Haag 

  DOCPROPERTY  InternetAdres  \* MERGEFORMAT  www.minbzk.nl 

  DOCPROPERTY  Contactpersoon_kop  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 

  DOCPROPERTY  CPNaam  \* MERGEFORMAT  mr. Breunese  

  DOCPROPERTY  T_kop  \* MERGEFORMAT  T    DOCPROPERTY  CPTel  \*
MERGEFORMAT  (070) 426 7671 

  DOCPROPERTY  CPEmail  \* MERGEFORMAT  henk.breunese@minbzk.nl 



  DOCPROPERTY  Kenmerk_kop  \* MERGEFORMAT  Kenmerk 

  DOCPROPERTY  Kenmerk  \* MERGEFORMAT  2008-0000619429 

  DOCPROPERTY  UwKenmerk_kop  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  UwKenmerk  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  Bijlagen_kop  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  AantalBijl  \* MERGEFORMAT   







  DOCPROPERTY  Retouradres_kop  \* MERGEFORMAT  > Retouradres   
DOCPROPERTY  Retouradres  \* MERGEFORMAT  Postbus 20011 2500 EA  Den
Haag 

  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  Aan  \* MERGEFORMAT  Aan de Koningin 



  DOCPROPERTY  Datum_kop  \* MERGEFORMAT  Datum 	  DOCPROPERTY  Datum 
\* MERGEFORMAT  22 januari 2009 

  DOCPROPERTY  Onderwerp_kop  \* MERGEFORMAT  Betreft 	  DOCPROPERTY 
Onderwerp  \* MERGEFORMAT  Nader rapport inzake het voorstel van wet tot
wijziging van enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en
beroep bij niet tijdig beslissen 



  DOCPROPERTY  Rubricering  \* MERGEFORMAT   	Pagina   PAGE   \*
MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4