[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over Genezingsrituelen onder Hiv-geïnfecteerden

Seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa)

Lijst van vragen

Nummer: 2009D03916, datum: 2009-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z08739:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29 220     Seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa)             

Nr. XXXX

 

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld …………. 2009

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er
bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de
brief van 8 december 2008 inzake genezingsrituelen onder
hiv-geïnfecteerden (29 220, nr. 14).

De op 30 januari 2009 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door
de minister bij brief van …….. 2009 toegezonden antwoorden hieronder
afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

Adjunct-griffier van de commissie,

Clemens

Inhoudsopgave

I.	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II.	Reactie van de minister

I.	VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen
van de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over
het optreden van de overheid tegen de zogenaamde homo- en hiv-healings.

Deze leden zijn verbaasd over de houding van de minister terzake. De
minister is van mening dat als met religieuze rituelen zieke personen
worden afgehouden van reguliere behandeling er sprake kan zijn van
aantasting van een volksgezondheidsbelang en dat er naast de kans op
schade aan de gezondheid van betrokkenen bovendien een besmettingsgevaar
voor anderen kan ontstaan. Vervolgens wordt aangegeven dat de huidige
regelgeving onvoldoende is. Er wordt bezien of aanpassing van de
strafbepaling in artikel 96 van de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (Wet BIG) en invoering van een bevelsmogelijkheid jegens
alternatieve behandelaren effectief zijn. De leden van de fractie van de
PvdA vragen hoe lang het nog duurt voordat dit onderzocht is en er een
knoop wordt doorgehakt. Wanneer wordt de uitslag van het onderzoek
precies verwacht en wanneer kan de Kamer hiervan kennisnemen?

 

Artikel 96 van de Wet BIG stelt degene strafbaar die bij het verrichten
van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, buiten
noodzaak een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een
ander veroorzaakt. De leden van de fractie van de PvdA vragen of de
minister van mening is dat de genezingsrituelen onder
hiv-geïnfecteerden een ‘kans op schade aan de gezondheid van een
ander veroorzaken’. Zo neen,  waarom niet? Zo ja, waarom wordt artikel
96 dan niet toegepast? Deze leden vragen waarom er gesteld wordt dat er
‘onvoldoende aanknopingspunten’ zijn die duiden op overtreding van
artikel 96 van de Wet BIG. Welke aanwijzingen dienen (minimaal)
vastgesteld te worden om overtreding van artikel 96 van de Wet BIG vast
te stellen? 

Wat wordt verstaan onder ‘oriënterend onderzoek’ door het Bureau
Opsporing van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ? Welke
onderzoeken en oriënterende onderzoeken zijn het laatste jaar door het
Bureau Opsporing verricht? Waarom zijn deze onderzoeken niet naar de
Kamer toegestuurd? Wil de minister deze onderzoeken op korte termijn
naar de Kamer zenden?

De leden van de fractie van de PvdA onderkennen dat ingrijpen in
religieuze bijeenkomsten raakt aan de geloofsvrijheid en keuzevrijheid
van mensen. Met het COC zijn deze leden echter van mening dat de
godsdienstvrijheid geen beletsel is om in te grijpen. Grondrechten
dienen immers afgewogen te worden tegenover andere grondrechten en
belangen. In dit verband wijzen deze leden op het beleid van de
bloedbanken die het bloed van homoseksuelen weigeren. De Commissie
Gelijke Behandeling heeft geoordeeld dat die weigering in strijd is met
de Algemene wet gelijke behandeling, maar deze discriminatie is
gerechtvaardigd door het algemene belang van veilig bloed voor de
volksgezondheid. Geldt een dergelijke redenering ook ten aanzien van de
homo/hiv-healings, vragen deze leden.

 

De leden van de PvdA-fractie vragen waar de IGZ onderzoek heeft gedaan
naar healings en waaruit deze onderzoeken bestaan. Zij vragen of door de
IGZ onderzoek is gedaan naar homo/hiv-healings die door Yvette Lont
worden gegeven. Yvette Lont treedt op als gebedsgenezeres en biedt de
healings aan via de website van haar therapeutisch centrum. Deze leden
vragen of deze vermenging van functies in strijd is met de wet en welke
resultaten onderzoek door de IGZ heeft opgeleverd.

De leden van de fractie van de PvdA zijn van mening dat het taboe op
hiv-besmetting preventie en zorg bemoeilijkt. In antwoord op
schriftelijke vragen van het Kamerlid Arib wordt gesteld dat in de
afgelopen jaren veel is geïnvesteerd in een actiever testbeleid. Kan
precies aangegeven worden waaruit deze investering bestaat? Kan
daarnaast worden aangegeven welk resultaat gewenst was en welk resultaat
is behaald? 

Wanneer is de evaluatie van het subsidiebeleid voor bestrijding van
seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) en hiv beschikbaar?

 

De leden van de fractie van de PvdA vragen nogmaals of aangegeven kan
worden welke risicogroepen in de praktijk moeilijk bereikbaar zijn,
welke maatregelen voor elk van deze groepen zijn genomen om mensen tóch
te bereiken, hoeveel geld (van de Subsidieregeling publieke gezondheid)
voor elk van deze groepen is ingezet en hoe dit geld is/wordt besteed.
Deze leden vragen nadrukkelijk niet naar het hen bekende gegeven dat
deze regeling GGD’en stimuleert om juist hoogrisicogroepen (waaronder
migranten) te benaderen en te testen. Zij vragen naar de concrete
resultaten van de ingezette middelen.

 

De leden van de PvdA-fractie vragen welke concrete initiatieven zijn
genomen om de preventie van hiv bij risicogroepen te intensiveren. Welke
knelpunten zijn naar voren gekomen tijdens de expertmeeting over de
soa/hiv-problematiek bij etnische minderheden op 29 oktober 2008? Op
welke wijze worden deze knelpunten omgezet in concrete initiatieven? Kan
een overzicht gegeven worden van de concrete maatregelen die genomen
worden om de preventie van hiv te intensiveren bij risicogroepen,
waarbij tevens wordt aangegeven welke resultaten gewenst zijn en wanneer
deze behaald zullen worden? 

De leden van de fractie van de PvdA vragen in hoeverre er een verband
bestaat tussen de homo-en hiv-healings en de hoge zelfmoordcijfers
vooral onder de Surinaamse gemeenschap. Kan de combinatie van homofobie
en het geloof dat homoseksualiteit te ‘genezen’ is een verklaring
zijn voor het hoge aantal zelfmoorden?  Is onderzoek naar dit verband
gedaan? Zo ja, wat zijn de resultaten en wat gaat de minister hiermee
doen? Welke gevolgen hebben deze resultaten voor het beleid ten aanzien
van preventie van zelfmoord onder Surinamers? 

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie ergeren zich al een tijd aan het feit dat het
moeilijk toezicht houden is op zaken die buiten de reguliere zorg
gebeuren, bijvoorbeeld in privéklinieken, in de alternatieve sector en
nu bij genezingsrituelen onder hiv-geïnfecteerden. Al eerder hebben
deze leden gepleit om het toezichtgebied van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg uit te breiden van BIG-geregistreerden en
zorginstellingen die een toelating hebben op grond van de Wet toelating
zorginstellingen (WTZi), naar alle instellingen en beroepsbeoefenaren
die menen de gezondheid van mensen te kunnen beïnvloeden. De capaciteit
van de Inspectie dient daartoe wel te worden uitgebreid. Ook zouden zij
hier nogmaals willen pleiten voor het vergroten van de kennis van
medische zaken bij het Openbaar Ministerie. Om die reden stellen
genoemde leden een aanpassing van de strafbepaling in artikel 96 van de
Wet BIG en invoering van een bevelsmogelijkheid richting alternatieve
behandelaren zeer op prijs.

Welke concrete maatregelen of onderzoeken naar het voorkomen van
genezingsrituelen onder hiv-geïnfecteerden worden er nu gedaan? 

Voorts willen de leden van de SP-fractie graag pleiten voor uitbreiding
van de voorlichting over seksueel overdraagbare aandoeningen en over
behandelingsmogelijkheden van hiv vooral onder Antillianen en
Surinamers.

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de brief van de minister over de genezingsrituelen onder
hiv-geïnfecteerden. 

Naar de mening van deze leden zijn mensen in Nederland vrij om hun leven
zo in te richten als zij zelf willen. Zij zijn ook vrij om te bepalen
welke therapie ze wel en welke ze niet willen volgen. Als mensen kiezen
voor alternatieve geneeswijzen dan is dat aan hen. De overheid heeft
daar een rol waar alternatieve genezers de toegang tot de reguliere zorg
voor patiënten blokkeren.

In de situatie die ten grondslag ligt aan deze brief, is er sprake van
een ‘behandeling’ door de niet-reguliere zorg. Met name Surinaamse
homoseksuelen en hiv-geïnfecteerden wordt door de Pinkstergemeente in
Amsterdam gezegd dat ze kunnen worden genezen van de hiv-infectie.

Terecht merkt de minister hierbij op dat de Inspectie geen bevoegdheden
heeft ten aanzien van de niet-reguliere zorg. De bevoegdheid die er wel
bestaat, is dat het Bureau Opsporing van de Inspectie kan toetsen aan
artikel 96 van de Wet BIG. Dit wetsartikel handelt over het schade
toebrengen aan mensen die behandeld worden door iemand zonder
BIG-registratie.

In dit specifieke geval heeft het Bureau Opsporing onvoldoende
aanknopingspunten gevonden die duiden op een overtreding van artikel 96
Wet BIG. Dit wordt niet nader toegelicht, terwijl dit een belangrijke
vraag is. Kan de minister hier nader op ingaan? Mediaberichten over deze
zaak lijken erop te wijzen dat er wel degelijk sprake kan zijn van het
toebrengen van schade door de uitvoerders van deze rituelen. Als het
waar is dat er gezegd is dat er geen medicijnen genomen hoefden te
worden, dan zou dit erop kunnen wijzen dat er wel degelijk toegang tot
de reguliere zorg is onthouden.

De leden van de VVD-fractie vragen ook de visie van de minister op de
invulling van de blokkering van de toegang tot de reguliere zorg. In
sommige situaties is dat overduidelijk, bijvoorbeeld als de arts in het
geheel niet bezocht wordt als gevolg van de uitlatingen van de
alternatieve genezer. Maar er is ook een grijs gebied denkbaar, namelijk
dat de arts niet zo vaak bezocht wordt als dat op basis van het
ziektebeeld verantwoord is. Kan de minister aangeven hoe hij tegen dit
grijze gebied aankijkt?

De beantwoording van de vraag over artikel 96 BIG is daarom cruciaal,
omdat de invulling en de overwegingen op grond van de berichtgeving in
de media erop lijken te wijzen dat er sprake kan zijn van buiten
noodzaak toebrengen van schade of een aanmerkelijke kans op schade aan
de gezondheid van een ander. 

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de hiv-healings
ongewenst zijn. Maar de instrumenten om hier vanuit de overheid tegenop
te treden zijn er alleen als de uitvoerders de patiënt de toegang tot
de reguliere zorg ontzeggen. 

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van de brief van de
minister. Zij vinden dat de minister zich er erg makkelijk vanaf maakt.
Mag niet, kan niet en veel eigen keuze. Ligt hier niet ook een taak van
het OM? Het gaat om gebedsdiensten en niet over alternatieve
behandelaars. Gevolg van deze diensten is, dat mensen ten onrechte
denken genezen te zijn en daarmee dus een groot risico (met mogelijk
dodelijke afloop) voor de volksgezondheid vormen. Wanneer mensen of
groeperingen zich schuldig maken aan ernstige misleiding zoals
gebedsgenezing van hiv-geïnfecteerden welke mogelijkheden heeft het
kabinet dan om deze mensen te vervolgen c.q. te laten stoppen met hun
handelingen? 

Vragen en opmerkingen van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis
genomen van de brief van de minister en hebben naar aanleiding daarvan
een aantal vragen.

1.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat de voorbede in
kerken en de reguliere gezondheidszorg niet tegen elkaar mogen worden
uitgespeeld. Beide kunnen een belangrijke rol spelen in het
genezingsproces van een zieke. Dit neemt niet weg dat gebedsgenezing de
reguliere gezondheidszorg niet in de weg mag staan. Als gebedsgenezers
misbruik maken van hun positie en patiënten bewust weghouden van een
arts, moet daar tegen opgetreden kunnen worden. Heeft de minister
aanleiding om te veronderstellen dat dit vaak voorkomt? 

2.

Welke rol ziet de minister weggelegd voor de IGZ? Zijn er naast een
mogelijke aanpassing van artikel 96 van de Wet BIG nog andere
maatregelen die door de minister worden overwogen? 

3.

De leden van de fractie van de ChristenUnie willen in dit kader ook
aandacht vragen voor de gevolgen van ritueel misbruik, onder meer door
satanische sekten. Welke maatregelen worden er op dit moment genomen om
ritueel misbruik tegen te gaan? Is de minister bereid om samen met de
minister van Justitie te onderzoeken hoe ritueel misbruik effectiever
kan worden aangepakt? 

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met
betrekking tot homo- en hiv-healings door Pinkstergemeenten waarin deze
aangeeft op dit moment te onderzoeken of, en zo ja, hoe een eventuele
aanpassing van wetgeving kan bijdragen tot effectieve handhaving van de
huidige regelgeving ten opzichte van alternatieve behandelaars. Deze
leden zijn met de minister van mening dat patiënten in beginsel het
recht hebben te kiezen welke zorg zij wensen te ontvangen en van wie
inclusief alternatieve zorgverleners. 

Genoemde leden stemmen in met de constatering van de minister dat
optreden door de overheid gecompliceerd is, daar de overheid
behandelmethodes niet kan opleggen. Zij hechten aan een duidelijk
onderscheid tussen het reguliere en het alternatieve circuit. 

De leden van de D66-fractie volgen met grote interesse het traject dat
de minister doorloopt richting eventuele aanpassing van wetgeving. 

Op grond van de Wet BIG kan tegen alternatieve genezers uitsluitend
langs strafrechtelijke weg worden opgetreden als zij handelingen
verrichten op het gebied van individuele gezondheidszorg die buiten
noodzaak een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een
ander veroorzaken. Deze leden zijn vanwege praktische en theoretische
bezwaren uiterst terughoudend in het uitbreiden van de bevoegdheden van
de IGZ naar toezicht op de niet-reguliere zorg. De buitengewoon
opsporingsambtenaren die verbonden zijn aan het Bureau Opsporing van de
IGZ zijn volgens deze leden het correcte instrument om
opsporingsonderzoek te verrichten naar mogelijke overtreders van artikel
96 van de Wet BIG. De vraag is echter of de minister de middelen en de
mankracht van dit onderdeel van de IGZ voldoende acht. 

Op het moment dat er sprake is van bedrog zal het OM vervolgen en is in
uiterste instantie de rechter daar om te oordelen. Deze zal ook moeten
oordelen of de persoonlijke keuze van een persoon anderen schaadt. Kan
de minister inzichtelijk maken hoe vaak het OM daadwerkelijk overgaat
tot vervolging van malafide genezers buiten de reguliere zorg? Is de
minister van mening dat het OM malafide praktijken van alternatieve
genezers voldoende in kaart heeft en dat vervolging plaatsvindt waar
nodig? Zo neen, kan de minister aangeven wat de oorzaak is van deze
problematiek?    

De leden van de fractie van D66 vragen of de minister een rol ziet voor
zorgverzekeraars in het reguleren en controleren van alternatieve
genezers, bijvoorbeeld door het aanbieden van aanvullende pakketten voor
laatstgenoemden. Ziet de minister een beleidsmatige taak voor GGD’en
bij het voorkomen van excessen waaronder homo- en hiv-healings? 

Het Bureau Opsporing heeft oriënterend onderzoek gedaan. Uit de brief
van de minister blijkt dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn
gevonden die duiden op overtreding van artikel 96 van de Wet BIG. De
minister weidt helaas niet verder uit. De leden van de fractie van D66
zouden graag geïnformeerd worden over de handelingen en constateringen
van het Bureau Opsporing aangaande de hiv-healings bij
Pinkstergemeenten, en over de conclusie niet over te gaan tot nader
onderzoek. 

Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben kennis genomen van de brief van de
minister in reactie op het verzoek van Kamerlid Arib over
genezingsrituelen onder hiv-geïnfecteerden. Zij stemmen in met de
conclusie van de minister dat uiterste voorzichtigheid betracht moet
worden als het gaat om de individuele keuzes die mensen maken op basis
van hun geloofsovertuiging. De kracht van het gebed wordt veelvuldig
genoemd in de Bijbel, en de leden van de SGP-fractie geloven dat God ook
vandaag de dag op het gebed nog grote wonderen doet. De voorbede in
kerken voor zieke mensen is daar een uitingsmiddel van. Ook
onderschrijven de leden van de SGP-fractie de plaats van de
keuzevrijheid van de patiënt om te kiezen welke zorg zij wensen te
ontvangen en door wie, ook als dat een alternatieve zorgverlener is. 

Tegelijkertijd is het de overtuiging van de leden van de SGP-fractie dat
God ook vaak door de middelen wil werken. Met andere woorden: het geloof
in de kracht van het gebed hoeft een behandeling in, of een controle
door de reguliere medische sector niet in de weg te staan. De aan het
woord zijnde leden vinden dat een genezing door het gebed of een
alternatieve geneeswijze altijd gecontroleerd moet kunnen worden door
een medische instantie. Er is immers niets te verbergen? Jezus zelf
stuurde de mensen die hij genezen had door naar de priesters (de
toenmalige daartoe bevoegden in Israël), zodat die de genezing
objectief konden vaststellen (Mattheüs 8:2, Markus 1:44, Lukas 17:14).

Wel menen de leden van de SGP-fractie dat erop moet worden gelet of
betrokken patiënt iets in de weg wordt gelegd om een reguliere arts te
raadplegen. In sommige gevallen wordt een te grote pychisch-geestelijke
druk daartegen in stelling gebracht, in het licht van een (te) hoge
verwachting van genezing door een wonder die tegelijk wordt gewekt. De
eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hiervan helaas ook enkele voorbeelden
bestaan. Hoe moet de beleidsreactie hierop zijn?

Vanuit de hierboven geschetste context beoordelen de leden van de
SGP-fractie de brief van de minister. Zij begrijpen de overwegingen van
de minister om te onderzoeken of een eventuele aanpassing van de wet kan
bijdragen tot effectievere handhaving van de huidige regelgeving ten
opzichte van alternatieve behandelaars (bijvoorbeeld door aanpassing van
de strafbepaling in artikel 96 van de Wet BIG en de invoering van een
bevelsmogelijkheid jegens alternatieve behandelaren). Zij plaatsen daar
gezien het eerder geschetste beoordelingskader wel een aantal
kanttekeningen bij. 

Een aanscherping van de wet mag er volgens de leden van de SGP-fractie
niet toe leiden dat er wettelijk een einde wordt gemaakt aan alle
genezingsdiensten, of dat de vrijheid van kerken wordt ingeperkt om
voorbede te doen voor zieken. Dit zou volgens de aan het woord zijnde
leden teveel ingrijpen in het persoonlijk geloofsleven van heel veel
mensen, en is dus ongewenst. De leden van de SGP-fractie vragen een
instemmende reactie van de minister op dit punt.

De leden van de SGP-fractie vragen de minister uiterste voorzichtigheid
te betrachten als het gaat om de inperking van de vrijheid van mensen om
een keuze te maken voor een bepaalde zorgverlener, alternatieve genezer,
of genezing door het gebed.

Overigens willen de leden van de SGP-fractie tenslotte nog aandacht
vragen voor de notie dat voorkomen van hiv altijd beter is dan genezen.
De aandacht van het werkelijke probleem, namelijk een stijging van het
aantal hiv-geïnfecteerden in 2008 na een jarenlange daling, moet met de
huidige discussie niet ondersneeuwen. De bestrijding en behandeling van
het virus is de laatste jaren wel succesvoller, maar door het gestegen
risicogedrag is er toch een stijging waarneembaar. Wat doet de minister
om dit gestegen risicogedrag tegen te gaan?

II.	REACTIE VAN DE MINISTER

 Onder andere Trouw, Healing homo’s levensgevaarlijk   HYPERLINK
"http://meer.trouw.nl/nieuws-en-debat/healing-homo-s-levensgevaarlijk#bo
dyanchor-7900" 
http://meer.trouw.nl/nieuws-en-debat/healing-homo-s-levensgevaarlijk#bod
yanchor-7900 ), Het Parool, Homo- en hivhealings vormen gevaar ( 
HYPERLINK
"http://www.parool.nl/parool/nl/266/Religie-en-spiritualiteit/article/de
tail/35382/2008/10/03/Genezer-homo-s-vormt-gevaar.dhtml" 
http://www.parool.nl/parool/nl/266/Religie-en-spiritualiteit/article/det
ail/35382/2008/10/03/Genezer-homo-s-vormt-gevaar.dhtml ) en 'Genezen'
homo uitgehuwelijkt (  HYPERLINK
"http://www.parool.nl/parool/nl/5/Politiek/article/detail/35519/2008/10/
04/Genezen-homo-uitgehuwelijkt.dhtml" 
http://www.parool.nl/parool/nl/5/Politiek/article/detail/35519/2008/10/0
4/Genezen-homo-uitgehuwelijkt.dhtml ) 

 PAGE    

 PAGE   1