[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Smeets en Heerts over schuldhulpverlening aan ondernemers

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D03935, datum: 2009-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z08109:

Preview document (šŸ”— origineel)


Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden
toekomen op de vragen van de leden Smeets en Heerts over
schuldhulpverlening aan ondernemers (ingezonden 1 december 2008).

1

Bent u bekend met de radioreportage ā€˜De persoonlijke dramaā€™s bij een
faillissementā€™? (Dit is de Dag (EO), 26 november 2008).

Antwoord

Ja.

2

Is de trend waarneembaar dat steeds meer MKBā€™ers failliet gaan? Kunt u
een overzicht verschaffen van het aantal faillissementen onder MKBā€™ers
in de afgelopen 12 maanden, uitgesplitst naar kleinbedrijf en
middenbedrijf?

Antwoord

Op het moment beschik ik niet over cijfermateriaal op basis waarvan deze
conclusie kan worden gerechtvaardigd. 

De gegevens van het CBS over het eerste halfjaar van 2008 laten juist
een positieve ontwikkeling zien. Hierbij past de kanttekening dat het
effect van de kredietcrisis zich nog niet kan aftekenen over deze
periode. Ook wordt in het cijfermateriaal geen onderscheid gemaakt naar
klein- en middenbedrijf, wel naar de juridische vorm van de onderneming.
De eenmanszaken vormen vanuit het oogpunt van de schuldhulpverlening de
beste benadering van het begrip kleinbedrijf ofschoon daar in de
praktijk ook kleine BVā€™s onder kunnen vallen. 

De meest recente gegevens van het CBS, die op 16 januari zijn
gepubliceerd, laten in oktober en november wel een toename zien van het
aantal ondernemingsfaillissementen. Het gemiddelde over de laatste drie
maanden kwam in november uit op 364 tegen 324 een maand eerder. Het CBS
hanteert een gemiddelde over 3 maanden omdat het aantal zittingsdagen
per maand sterk kan verschillen.

Ten tweede zijn er gegevens van het onderzoeksbureau van Graydon die
gemeten over een langere periode een meer genuanceerd beeld laten zien.
In de eerste drie kwartalen van 2008 werden 4.766 faillissementen
uitgesproken, tegenover 5.809 faillissementen in dezelfde periode van
2007 (een daling van 18%). Vanaf de laatste maanden van het jaar tekent
zich een stijging van het totale aantal faillissementen af: 538 in
oktober en 661 in november, hetgeen dus mogelijk erop kan duiden dat
zich een nieuwe ontwikkeling aftekent. 

Ook gezien de conjuncturele omstandigheden ligt het wel in de lijn der
verwachting dat in de laatste maanden van 2008 en waarschijnlijk voor
een groot deel van 2009 het aantal faillissementen en schuldsaneringen
zal toenemen. Het is echter prematuur om te stellen dat zich een trend
aftekent dat meer bedrijven, en nog specifieker meer MKB-bedrijven
failliet gaan. 

3

Deelt u de mening dat steeds meer MKB-bedrijven die in de financiƫle
problemen komen tussen wal en schip vallen bij de afwikkeling van het
faillissement? 

Antwoord

Nee. Allereerst is er momenteel geen cijfermateriaal dat hiervoor
voldoende onderbouwing geeft. Bovendien bestaan er mogelijkheden voor
(minnelijke en wettelijke) schuldhulpverlening en bijzondere bijstand,
waarop ondernemers een beroep kunnen doen om te voorkomen dat de
problematische schuldensituaties uitmonden in een faillissement.
Overigens kan een natuurlijk persoon die een beroep of onderneming
drijft Ć©n in een situatie verkeert waarin hij is opgehouden te betalen,
ter afwending van een dreigend faillissement een verzoek tot
schuldsanering (toelating Wet schuldsanering natuurlijke personen, Wsnp)
indienen. 

4

Deelt u de mening dat de gebrekkige toegankelijkheid van
schuldhulpverlening voor ondernemers debet is aan persoonlijke
financiĆ«le dramaā€™s? 

Antwoord

De schuldhulpverlening is toegankelijk voor ondernemers. Sterker nog,
voor ondernemers bestaan specifieke mogelijkheden die voor particulieren
ontbreken, zoals hulp uit hoofde van het Besluit Bijstandsverlening
Zelfstandigen. Wat wel een aandachtspunt is, is de kennis over deze
mogelijkheden bij ondernemers en in incidentele gevallen ook bij
medewerkers van diensten en instanties die daarop dienen te wijzen.
Derhalve is door de rijksoverheid gespecialiseerde schuldhulpverlening
voor ondernemers (SVO) gestimuleerd door gedurende drie jaren een pilot
schuldhulpverlening voor ondernemers te subsidiƫren. Deze SVO-aanpak
maakt het mogelijk om meer gericht ondernemers te adviseren over de
voorziening waarop ze een beroep kunnen doen in de hier bedoelde
situaties. Voorkomen dient te worden dat door gebrek aan kennis en soms
gebrekkige doorverwijzing hulp veelal in een zeer laat stadium gezocht
of gevonden wordt, waardoor de ondernemer belandt in een problematische
schuldensituatie. Ondanks het bestaan van adequate en vindbare
schuldhulpverlening voor ondernemers kan een faillissement van een
onderneming niet altijd worden voorkomen. Derhalve kan een ondernemer,
waarvan het bedrijf of beroep niet in de vorm van een rechtspersoon
wordt bedreven, een beroep doen op de Wet schuldsanering natuurlijke
personen. Wel gaat het daarbij om een zwaar traject van gewoonlijk 3
jaar waarin met een absoluut minimum aan middelen geleefd moet worden.
Dat is niet eenvoudig. Daar staat echter tegenover dat de vorderingen
van schuldeisers ā€“ bij een positieve beĆ«indiging van het Wsnp-traject
- niet langer invorderbaar zijn. Hierdoor wordt voorkomen dat deze
ondernemers ā€“ waarbij het vaak gaat om de kleine, meer kwetsbare
ondernemers ā€“ tot in lengte van dagen door de schuldeisers worden
achtervolgd.

5 

Is het waar dat ondernemers die failliet zijn gegaan niet zonder
advocaat naar een rechtbank kunnen gaan? Welke (inkomens)grens is er als
het gaat om verplichte bijstand van een advocaat in dergelijke
situaties? 

Antwoord

Of sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging hangt niet af van
de inkomensgrens maar van de soort procedure waarin betrokkene partij
is. Welke soort procedure van toepassing is, is bijvoorbeeld afhankelijk
van het soort verzoekschrift, de soort zaak of de hoogte van de
rechtsvordering die in geding is. Voor de aanvraag van een wettelijke
schuldsanering (Wsnp) of de aanvraag van zijn eigen faillissement hoeft
de verzoeker geen advocaat in te schakelen. Indien het faillissement of
de schuldsanering wordt uitgesproken worden deze procedures begeleid
door een curator respectievelijk bewindvoerder die worden aangewezen
door de rechtbank. Voor een faillissementsaanvraag door een schuldeiser
is wel een advocaat nodig. 

Op grond van de Wet op de rechtsbijstand wordt geen rechtsbijstand
verleend indien het rechtsbelang waarop de aanvraag betrekking heeft, de
uitoefening van een zelfstandig beroep of bedrijf betreft. De reden
hiervan is dat de wetgever ervan uitgaat dat een ondernemer bij zijn
bedrijfsvoering bij voorbaat rekening houdt respectievelijk rekening kan
houden met eventuele kosten voor rechtsbijstand en daar dus tijdig
voorzieningen voor kan treffen. Hierop zijn in de wet twee
uitzonderingen gemaakt. De eerste betreft de situatie dat de voorzetting
van het beroep of bedrijf, voor zover het niet in de vorm van
rechtspersoon wordt gevoerd, afhankelijk is van het resultaat van de
aangevraagde rechtsbijstand. Dit houdt in dat juist MKB-ers in de
geschetste kritieke situatie veelal aanspraak zullen hebben op
rechtsbijstand. De tweede uitzondering betreft de situatie dat het
beroep of bedrijf ten minste ƩƩn jaar geleden is beƫindigd, de
aanvrager in eerste aanleg als verweerder bij een procedure is betrokken
of betrokken geweest en de kosten van rechtsbijstand niet op andere
wijze kunnen worden vergoed.

6

Is het openstellen van de sociale advocatuur, als het gaat om juridische
bijstand van ondernemers die in de schuldhulpverlening zitten, een
oplossing voor deze groep ondernemers? Zo neen, welke oplossing staat u
dan voor ogen?

Antwoord

Voor rechtsbijstand terzake van het treffen van een afbetalingsregeling,
het aanvragen van het eigen faillissement of het kwijtschelden van een
schuld wordt geen toevoeging verleend aan ondernemers noch aan
particulieren.

Afgelopen december hebben de Raden voor rechtsbijstand advies
uitgebracht over de huidige mogelijkheden voor rechtsbijstand ingeval
van zakelijke vorderingen en welke uitbreidingen eventueel daarbij
wenselijk zijn. Aan dit onderzoek ligt ten grondslag de toezegging van
de Staatssecretaris van Justitie tijdens de plenaire behandeling in uw
Kamer van de wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende
invoering van het Juridisch Loket (TK 96-5440, d.d. 13 september 2007)
om de Raden een onderzoek te laten uitvoeren naar eventuele knelpunten
in de uitvoeringspraktijk terzake zakelijke vorderingen van
(ex-)ondernemers.

Uw Kamer kan op korte termijn het standpunt van de Staatssecretaris van
Justitie op dit advies tegemoet zien. 

7

Welke rol kan en moet de Kamer van Koophandel spelen om faillissementen
Ć©n persoonlijke financiĆ«le dramaā€™s te voorkĆ³men?

Antwoord

De Kamers van Koophandel vervullen een voorlichtende rol. Bij de Kamers
is veel informatie te krijgen over hoe te handelen in geval van
financiƫle problemen bij ondernemingen. Voor een deel wordt die
informatie zelfs automatisch aan starters verstrekt. Helaas krijgt die
informatie, zolang het goed gaat met de onderneming, meestal niet de
gewenste aandacht. En ook als het slechter begint te gaan is de
ondernemer veelal gericht op hard doorwerken op eigen kracht. Dat
arbeidsethos dwingt overigens ook terecht bewondering af voor de vele
hardwerkende ondernemers. Het is jammer dat dit er vaak toe leidt dat
pas in een zeer laat stadium hulp wordt gezocht. 

8

Deelt u de mening dat een faillissement niet moet betekenen dat een
ondernemer heeft gefaald? Welke andere maatregelen treft u om
ondernemers die failliet zijn gegaan weer op weg te helpen met het
opzetten van een nieuw bedrijf?

Antwoord

In principe is een faillissement, mits er niet is gebleken van fraude of
er sprake is van opvallende aantallen faillissementen in het verleden
van een ondernemer, geen beletsel om opnieuw een onderneming te
beginnen. Naar verwachting zal een herstarter door zijn eerdere ervaring
als ondernemer al beschikken over de nodige kennis en ervaring waardoor
zijn slagingskans toeneemt. Als het gaat om het rijksbeleid en
bijbehorende voorzieningen, is de herstarter niet anders dan een gewone
starter en kan dus van dezelfde faciliteiten (zoals bijvoorbeeld de
BBMKB) gebruik maken. Wel is het een gegeven dat een ondernemer die wil
herstarten na een faillissement een zeer beperkte financiƫle basis
heeft die het wellicht lastiger maakt om financiering te verkrijgen. Hij
heeft immers doorgaans geen eigen vermogen meer over. Ook daarmee
bevindt de herstarter zich overigens in een positie die vele ā€˜eerste
keerā€™ starters ook hebben. 

(w.g.)	drs. F. Heemskerk

Staatssecretaris van Economische Zaken





VERTROUWELIJK	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  4 



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4 



> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag



De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 

Binnenhof 4 

2513 AA  's-GRAVENHAGE





Datum	30 januari 2009



Betreft	Schuldhulpverlening aan ondernemers 



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4 



Directoraat-Generaal

Ondernemen & Innovatie

Directie Ondernemen





Ons kenmerk

OI/O / 9022408









Directoraat-Generaal

Ondernemen & Innovatie

Directie Ondernemen

Bezuidenhoutseweg 20 

Postbus 20101

2500 EC Den Haag

T 070-3798911 (algemeen)

www.ez.nl

Behandeld door

mr. drs. J.S.H. de la Bursi-Franssen

T	070 379 78 28

j.s.h.delabursi@minez.nl



Ons kenmerk

OI/O / 9022408