Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Lempens over armoede op sociale werkplaatsen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D04517, datum: 2009-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z00106:
- Gericht aan: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.P.E. Lempens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
DOCPROPERTY iAdressering \* MERGEFORMAT De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal DOCPROPERTY iStraat \* MERGEFORMAT Binnenhof DOCPROPERTY iNr \* MERGEFORMAT 1 DOCPROPERTY iToev \* MERGEFORMAT A DOCPROPERTY iPostcode \* MERGEFORMAT 2513 AA DOCPROPERTY iPlaats \* MERGEFORMAT S GRAVENHAGE DOCPROPERTY iKixCode \* MERGEFORMAT 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl DOCPROPERTY kCP \* MERGEFORMAT Contactpersoon DOCPROPERTY kDoorkies \* MERGEFORMAT Doorkiesnummer DOCPROPERTY kOnsKenmerk \* MERGEFORMAT Ons kenmerk DOCPROPERTY iOnskenmerk \* MERGEFORMAT R&P/RPA/2009/511 DOCPROPERTY kDatum \* MERGEFORMAT Datum 3 februari 2009 DOCPROPERTY iDatum \@ "d MMMM yyyy" Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Karabulut en Lempens (beiden SP) over armoede op sociale werkplaatsen. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (J. Klijnsma) IF DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT NRC Handelsblad, 5 januari 2009: FNV: armoede op sociale werkplaatsen = "" "" " " IF DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT = "" "" IF DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT iBijlagen = "" " " " " " " IF DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT = "" "" DOCPROPERTY kCC \* MERGEFORMAT c.c.: IF DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT = "" "" " " DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT 2080909120 Kamervragen van de leden Karabulut en Lempens ( beiden SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over armoede op sociale werkplaatsen. 1 Wat is uw oordeel over het bericht dat Nederland een grote groep werkende armen kan verwachten als de voorgenomen bezuinigingen van de Commissie De Vries in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) worden voortgezet? 2 Deelt u de mening van het FNV dat er met de geplande bezuinigingen op de Wsw een nieuwe categorie werkende armen wordt geboren? Zo ja, bent u bereid de geplande bezuinigingen (uit het advies van de Commissie De Vries) in de Wsw te schrappen? Zo nee, waarom niet? 3 Bent u bereid structurele maatregelen te treffen om de verwachte stijging van het aantal werkende armen in sociale werkplaatsen tegen te gaan? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet? Antwoord op 1 en 2 en 3: Op 9 oktober 2008 heeft mijn ambtsvoorganger het advies van de Commissie fundamentele herbezinning Wsw in ontvangst genomen. Zoals in de brief van 24 december 2008 aan uw Kamer is gemeld, zal de kabinetsreactie op dit advies eind februari 2009 aan uw Kamer worden toegezonden. 4. Wat zijn volgens u de oorzaken van het stijgend aantal mensen dat met hun werk onvoldoende verdient om in het eigen levensonderhoud te voorzien? Antwoord: Uit cijfers van CBS blijkt dat in de periode 2000-2006 geen sprake is van een toename van het aantal werkenden met een laag inkomen, maar juist van een afname van het aantal werkenden met een laag inkomen. Had bijvoorbeeld in 2000 4,6% van de huishoudens met als primaire inkomensbron inkomen uit arbeid een laag inkomen, in 2006 is dit percentage gedaald tot 3,4%. Onder zelfstandigen is het percentage huishoudens met een laag inkomen gedaald van 13,0% in 2000 naar 12,0% in 2006 (bron: CBS Statline). Ook in armoederamingen voor de periode 2007-2009 van het SCP wordt geen toename van het aantal werkenden met een laag inkomen verwacht, maar veeleer een verdere afname. Hierbij kan nog worden aangetekend dat voor de overgrote meerderheid van de werknemers en zelfstandigen geldt dat zij slechts kortdurend een laag inkomen hebben. Minder dan 20% van de âarmeâ werknemers en zelfstandigen heeft langdurig (i.e. vier jaar of meer) een laag inkomen. Daarbij heeft het kabinet een groot aantal maatregelen genomen om werken meer lonend te maken, waaronder invoering van de inkomensafhankelijke arbeidskorting, de invoering van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, de omzetting van de kinderkorting in de kindertoeslag en het verlagen van de WW-premie voor werknemers (zie ook antwoorden op de Kamervragen van de leden Spies en Van Hijum (beiden CDA) van uw Kamer over de artikelen 'Aantal werkende armen groeit' en 'Werkend Arm in Nederland' (nr. 2080908570, zie mijn brief van 22 januari 2009, kenmerk R&P/RSA/08/37194). 5. Bent u bereid te onderzoeken in welke banen mensen terecht komen als zij vanuit de bijstand aan het werk gaan? Bent u bereid te onderzoeken of deze mensen daadwerkelijk aan armoede ontsnappen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Voor de vraag of deze mensen al dan niet aan armoede ontsnappen is het salarisniveau dat met dat werk verbonden is relevant en niet zozeer het soort werk. In het verleden is door SCP en CBS onderzoek gedaan naar de mate waarin het mensen met een laag inkomen die zonder werk zijn, lukt om boven de lage-inkomensgrens uit te klimmen door te gaan werken. Hierbij werden mensen met een laag inkomen die eerst geen baan hadden een aantal jaren gevolgd nadat zij een baan gevonden hadden. Uit deze analyse kwam naar voren dat na vier jaar het reĂ«le besteedbare huishoudinkomen meer dan anderhalf maal zo hoog lag dan voordat men aan het werk ging. Verder was het huishoudinkomen van bijna 80% van deze groep na vier jaar boven de lage-inkomensgrens uitgekomen. Het gaat hier weliswaar om onderzoek uit 1999, maar gezien de maatregelen die sindsdien genomen zijn om werken meer lonend te maken, is te verwachten dat resultaten op dit moment eerder gunstiger zijn dan ongunstiger. Mijns inziens blijft de conclusie dan ook dat aan het werk gaan heel nadrukkelijk helpt om aan armoede te ontsnappen. Ook het bij het antwoord op vraag 4 aangehaalde feit, dat slechts een zeer beperkt deel van degenen met een inkomen onder de lage-inkomensgrens langdurig een laag inkomen heeft, wijst hierop. Voorts heeft het CBS onlangs berekend dat de uitstroom naar werk als percentage van de totale uitstroom uit de bijstand in 2004 34% bedroeg, in 2005 38%, in 2006 43% en in 2007 46% (< 65 jaar). In de voorafgaande cijfers gaat het om volledige uitstroom uit de uitkering, zonder dat er een aanvullende uitkering aan te pas komt. Dat impliceert dat het netto inkomen van deze mensen ten minste boven het voor hen geldende bijstandsniveau ligt. Dit niveau wordt voldoende geacht om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Ook is uit een ander onderzoek van het CBS bekend dat in 2007 109.490 banen zijn bezet door personen van 15-65 jaar die in enige maand een jaar eerder een bijstandsuitkering (WWB, IOAW, IOAZ) ontvingen. Ongeveer 43% van de 109.490 banen betreft volledige uitstroom, de rest is deeltijduitstroom. De deeltijduitstromers kennen naast hun werk een aanvullende bijstandsuitkering, zodat in een inkomen op minimumniveau is voorzien. 6. Hoe beoordeelt u het feit dat steeds meer mensen niet in staat zijn om een inkomen boven de armoedegrens te verdienen met hun werk? Antwoord: Zoals ook in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, is er op basis van gegevens van CBS en CPB geen sprake van een toename van het aantal mensen dat niet in staat is een inkomen boven de lage-inkomensgrens te verdienen. 7. Bent u van mening dat de huidige armoederegelingen vanuit het Rijk en op lokaal niveau voldoende zijn om de werkende armen te ondersteunen om in het eigen levensonderhoud te voorzien? Zo nee, welke hiaten ziet u in de huidige armoederegelingen? Antwoord: In mijn antwoorden op de Kamervragen van de leden Spies en Van Hijum (beide CDA) van uw Kamer over de artikelen 'Aantal werkende armen groeit' en 'Werkend Arm in Nederland' (nr. 2080908570, zie mijn brief van 22 januari 2009, kenmerk R&P/RSA/08/37194), heb ik een overzicht gegeven van maatregelen die de armoedeval tegengaan. Ook heb ik maatregelen genoemd die het Rijk en de gemeenten nemen om het gebruik van voorzieningen te bevorderen. Ik ben van mening dat wanneer de voorzieningen gebruikt worden, de regelingen voldoende zijn om werkende armen te ondersteunen om in het eigen levensonderhoud te voorzien. 8. Bent u bekend met het relatief hoge aantal loonbeslagen bij sociale werkvoorzieningen en het hoge aantal Wsw-ers dat in de schuldhulpverlening zit? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om de schuldenproblematiek onder Wsw-ers te doen afnemen? Zo nee, bent u bereid om onderzoek te doen naar de schuldenproblematiek onder Wsw-ers? Antwoord: Van loonbeslag is sprake als in opdracht van de schuldeiser beslag wordt gelegd op het salaris van een Wsw-werknemer. Navraag bij Cedris (brancheorganisatie van sw-bedrijven) heeft uitgewezen dat geen gegevens bekend zijn over het aantal loonbeslagen bij Wsw-werknemers. Er worden voor de Wsw-ers maatregelen genomen gelijk de algemene maatregelen voor alle burgers die in een schuldenproblematiek zitten. Om de schuldenproblematiek het hoofd te bieden, heeft het kabinet in de afgelopen periode een groot aantal maatregelen genomen: het verbeteren van de financiĂ«le bewustwording van burgers, het voorkomen van overkreditering, het bevorderen van vroegsignalering en samenwerking en het verbeteren van de effectiviteit en de kwaliteit van schuldhulpverlening. U bent hierover verschillende malen geĂŻnformeerd, voor het laatst in de brief van 15 september 2008. Om inzicht in het aantal en de kenmerken van huishoudens met problematische schulden te verkrijgen, loopt nu als verdieping op de monitor betalingsachterstanden een onderzoek. Naar verwachting wordt het onderzoek in juli 2009 opgeleverd. Sociaal en Cultureel Planbureau. Ramingen armoedepercentage 2009. Addendum bij Armoedebericht 2008. December 2008. CBS en SCP, Armoedemonitor 1999, Den Haag, SCP, november 1999. O. Baydar, M. Rienstra, N. Sluiter en E. Vieveen, Uitstroom naar werk vanuit de bijstand 2004â2007, ten behoeve van de Kernkaart, CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek, 2008, paper 08011. W. de Jong, H. van Maanen en F. van der Linden, Startende banen in 2007 met of zonder re-integratieondersteuning, CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk), 2008. Kamerstukken II, 2007-2008, nrs. 119, 124 en 140. DOCPROPERTY kOnsKenmerk \* MERGEFORMAT Ons kenmerk DOCPROPERTY iOnskenmerk \* MERGEFORMAT R&P/RPA/2009/511 PAGE 4 DOCPROPERTY i2eGeledingTxt \* MERGEFORMAT PAGE 2