[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Gent en Dibi over het verwachte tekort aan werkleerplaatsen voor mbo-leerlingen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D05276, datum: 2009-02-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z00506:

Preview document (šŸ”— origineel)




De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag 



	  DOCPROPERTY plaats  Den Haag 	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 
  DOCPROPERTY _uwbriefvan   	  DOCPROPERTY _uwkenmerk  Uw kenmerk 

6 februari 2009 	  DOCPROPERTY onskenmerk  BVE/I en I /98747	 
DOCPROPERTY uwbriefvan   	  DOCPROPERTY uwkenmerk  2009Z00506/
2080909690 



  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY _bijlage  Bijlage(n) 

Vragen van de leden Van Gent (GL) en Dibi (GL) 

over het verwachte tekort aan werkleerplaatsen	  DOCPROPERTY bijlage_fmt
 1 



Hierbij zend ik u mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid de beantwoording van de Kamervragen van de leden Van
Gent (GL) en Dibi (GL) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het verwachte tekort aan werkleerplaatsen voor mbo-leerlingen
(ingezonden 15 januari 2009).

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

2009Z00506/ 2080909690

Vraag 1.

Heeft u kennisgenomen van het bericht ā€˜Recessie treft de zwakste
leerlingen in het mboā€™?

Antwoord:

Ja.

Vraag 2.

Herkent u de signalen dat er door de recessie een dreigend tekort aan
werkleerplaatsen aankomt? Deelt u de mening dat het hier gaat om een
zorgelijke ontwikkeling? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

De meest recente Colo-barometer van december 2008, waarin de actuele
stand van zaken op de stageplaatsen- en leerbanenmarkt wordt
weergegeven, laat vooralsnog geen grote verschillen zien tussen het
aanbod en de vraag naar bpv(beroepspraktijkvorming)-plaatsen. De meeste
branches geven daarin juist aan dat vooral door vergrijzing de
vervangingsbehoefte momenteel (nog) dusdanig groot is dat een
teruglopende werkgelegenheid geen direct gevolg zal hebben voor de
plaatsingsmogelijkheden van mbo-leerlingen. MKB-Nederland onderstreept
dat er momenteel geen reden is voor zorg dat er een tekort komt aan
bpv-plaatsen. 

Desalniettemin neem ik de signalen serieus. Des te meer omdat het Colo
mij recentelijk heeft bericht dat uit de wat meer conjunctuurgevoelige
sectoren, in het bijzonder de technische en logistieke sector, signalen
komen dat de huidige economische situatie op termijn wel gevolgen zou
kunnen hebben voor de beschikbaarheid van bpv-plaatsen. Aangezien de
beroepspraktijkvorming een essentieel onderdeel vormt van het middelbaar
beroepsonderwijs (mbo), zal ik de ontwikkelingen op dit terrein
nauwlettend volgen. 

Vraag 3.

Deelt u de mening dat het voor mbo-leerlingen niveau 1 en 2 van groot 
belang is dat zij de beroepsbegeleidende leerweg kunnen blijven volgen?
Zo ja, wat gaat u hier aan doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja. In het algemeen is het voor mbo-leerlingen op niveau 1 en 2 van
belang dat de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) kan worden gevolgd.

Op dit moment zijn er ā€“ zoals ik in mijn antwoord bij vraag 2 al
aangeef ā€“ nog geen concrete signalen dat tekorten aan bpv-plaatsen
voor deze leerlingen dreigen. Gelet op de huidige economische
ontwikkelingen valt echter niet uit te sluiten dat zich op enig moment
tekorten in sommige sectoren zullen voordoen. Ik verwacht echter dat bij
een tekort aan bpv-plaatsen zich een toename zal voordoen van het aantal
deelnemers in de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) waarbij een zwaarder
accent wordt gelegd op leren in de school. Het complementaire karakter
van de BOL en BBL maakt het immers mogelijk het onderwijsaanbod te laten
meebewegen met schommelingen op de arbeidsmarkt. 

Daarnaast verwacht ik dat een aantal reeds bestaande initiatieven  -
vervat in de Strategische Agenda Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie
2008-2011 Werken aan vakmanschap die ik op 27 maart 2008 aan uw Kamer
heb aangeboden ( 27 451, nr. 85) ā€“ het aantal beschikbare bpv-plaatsen
voor deze categorie leerlingen positief zal beĆÆnvloeden. Hieronder ga
ik kort in op een paar van deze initiatieven.

In het kader van de Regeling Stagebox Beroepsonderwijs wordt ook de
komende jaren ā‚¬ 35 miljoen op jaarbasis door het kabinet aan het mbo
beschikbaar gesteld voor het werven van bpv-plaatsen voor, en de
begeleiding van moeilijk plaatsbare mbo-leerlingen Ʃn het creƫren van
simulatieplaatsen. Bij deze simulatieplaatsen, die zijn bedoeld voor
leerlingen die er niet in slagen een bpv-plaats te vinden, geschiedt het
praktijkleren binnen het opleidingsinstituut zelf.

Verder is het afgelopen jaar in vier regioā€™s gestart met de zgn.
Regionale Agenda waarbij betrokken partijen (onderwijsinstellingen,
kenniscentra, leerbedrijven, gemeenten, sectoraal en regionaal
bedrijfsleven) structureel om de tafel zitten om informatie over de
arbeidsmarkt te delen en te komen tot regionale afspraken over de
aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Onderwijsinstellingen
kunnen hierdoor hun opleidingsprogramma goed afstemmen op de
arbeidsmarkt en (potentiƫle) leerlingen adequaat informeren over het
arbeids- en stageperspectief van een opleiding. Dit sluit aan bij de
zorgplicht die ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs geldt voor
onderwijsinstellingen om alleen beroepsopleidingen met voldoende
arbeidsmarktperspectief aan te bieden. 

Ten slotte zet het programma ā€˜ondersteuning leerbedrijvenā€™ dat ik
voor de periode 2008-2010 heb ingesteld, in op een verbetering van de
operationele samenwerking, afstemming en informatie-uitwisseling tussen
bedrijven, scholen en kenniscentra. Naar verwachting zal hierdoor de
bereidheid van het bedrijfsleven om bpv-plaatsen open te stellen
toenemen en vindt ook een betere match plaats tussen leerling en
leerbedrijf.

Vraag 4.

Bent u bereid met de relevante partijen, zoals de ROCā€™s, gemeenten en
bedrijfsleven, om de tafel te gaan zitten om te komen tot een oplossing,
zodat mbo-leerlingen ook volgend jaar de beroepsbegeleidende leerweg
kunnen blijven volgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja, daartoe ben ik bereid.

Op het moment dat kenbaar wordt in welke sectoren en voor welke
leerlingen daadwerkelijk tekorten aan bpv-plekken dreigen, zal ik met
organisaties als de MBO Raad en het Colo in gesprek gaan om te bezien op
welke wijze toch voldoende bpv-plaatsen kunnen worden gerealiseerd.

Ook voor de duurzaamheid van bedrijfssectoren is het van belang dat er
structureel geĆÆnvesteerd blijft worden in (jonge) aanwas om de sterke
vergrijzing van het personeelsbestand van de afgelopen en komende jaren
voldoende op te vangen. Als grote tekorten aan bpv-plaatsen dreigen, zal
ik ook met de sociale partners in gesprek gaan om te bezien op welke
wijze extra bpv-plaatsen kunnen worden gerealiseerd. Bedrijfssectoren
zouden bijvoorbeeld hun Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O &
O-fondsen) kunnen inzetten ten behoeve van het behoud van bpv-plaatsen. 

 de Volkskrant, 12 januari 2009

  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  2 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
2 

  DOCPROPERTY e_organisatienaam  Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap 

  DOCPROPERTY v_adres  Rijnstraat 50,Ā Postbus 16375,Ā 2500 BJĀ Den
HaagĀ  T   DOCPROPERTY e_telefoon_org  +31-70-412 3456  F   DOCPROPERTY
e_fax_org  +31-70-412 3450  W   DOCPROPERTY e_website_org  www.minocw.nl


  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  4 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
4 

 

  DOCVARIABLE clausule