[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Velzen, Van der Ham en Azough over paddo-incidenten

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D05371, datum: 2009-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z01065:

Preview document (🔗 origineel)


> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

Datum  9 februari 2009

Betreft	Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van
Velzen (SP), Van der Ham (D66) en Azough (GroenLinks) over
paddo-incidenten (2080910540).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Velzen (SP), Van der
Ham (D66) en Azough over paddo-incidenten (2080910540). 

1

Kent u de antwoorden van uw ambtgenoot van Justitie op eerdere
Kamervragen? Bent u eveneens bekend met het vonnis van de Rechtbank
’s-Gravenhage in kort geding tussen de Vereniging Landelijk Overleg
Smartshops (VLOS) en de Staat der Nederlanden van

28 november 2008?

1 

Ja, deze vragen zijn beantwoord door mijn ambtgenoot van Justitie mede
namens mij. 

Ook ben ik bekend met het vonnis van de Rechtbank ’s-Gravenhage van 28
november 2008. 

2

Hoe verhoudt zich de vaststelling in het vonnis dat «de Staat ter
zitting (heeft) bevestigd dat er in geen van de incidenten waaraan door
de Minister is gerefereerd, een causaal verband is vastgesteld tussen
paddogebruik en het incident» tot uw antwoord op eerdere schriftelijke

vragen: «Uit nader onderzoek is inderdaad gebleken dat er bij dit
specifieke incident geen causaal verband kon worden aangetoond met
betrekking tot het gebruik van paddo’s. Het verbod is evenwel
gebaseerd op een aantal incidenten, waarbij dit wel het geval was.»

Deelt u de mening dat uw antwoord niet strookt met de opstelling van de
Staat ter zitting?

2

De Staat heeft ter zitting aangegeven dat het verband niet is onderbouwd
door uitkomsten van toxicologisch onderzoek, maar dat deze incidenten
door zowel de hulpverleners van de GGD als door de deskundigen van het
CAM zijn aangemerkt als paddo-gerelateerd.

Bij de beantwoording van de kamervragen ben ik uitgegaan van het begrip
“causaal” zoals dat wordt gebruikt in het normale spraakgebruik.
Hiermee heb ik aangegeven dat er bij een aantal incidenten sprake is
geweest van een “oorzakelijk” verband tussen paddogebruik en het
incident, een verband dat door deskundige hulpverleners is
gerapporteerd. Daarmee is naar mijn oordeel voldoende komen vast te
staan dat de incidenten (mede) het gevolg waren van het gebruik van
paddo’s.

3

Op welke incidenten doelt u precies? Kunt u een overzicht geven van de
incidenten waarbij causaal verband is aangetoond met paddogebruik? Kunt
u aangeven of er bij deze incidenten ook andere middelen in het spel
waren, met andere woorden of uitsluiten dat paddogebruik het incident
heeft veroorzaakt? 

3

In 2007 heeft een aantal incidenten plaatsgevonden (mede) als gevolg van
het gebruik van paddo’s. In dat jaar werd 149 maal de ambulance
opgeroepen in verband met incidenten na gebruik van paddo’s. Bij 1 op
de 20 ambulanceritten was er aanleiding tot opname in het ziekenhuis. In
4 gevallen was sprake van een potentieel ernstige of levensbedreigende
situatie als gevolg van letsel ontstaan onder invloed van paddo’s. Een
17-jarig Frans meisje overleed nadat zij onder invloed van paddo’s van
een brug sprong, drie anderen liepen snijwonden of fracturen op. 

In de zomer van 2008 heeft zich weer een incident voorgedaan, waarbij
paddogebruik een rol speelde. Een 18-jarige jongen uit Den Haag overleed
na een sprong uit het raam. Hij was volgens zijn vrienden die de politie
belden onder meer onder invloed van paddo’s. Navraag bij de Centrale
Post Ambulancevervoer leert ook dat in 2008 tot en met 31 augustus 2008
in Amsterdam in totaal 97 ritten bekend zijn waarbij in de
ritbeschrijving een relatie werd gelegd met het gebruik van paddo’s 

Gelet op de hierboven genoemde cijfers van GGD Amsterdam en de Centrale
Post Ambulancevervoer (CPA) was er in al deze gevallen sprake van een
“oorzakelijk” verband tussen het gebruik van paddo’s en het
incident. Met andere woorden, de incidenten deden zich voor nadat iemand
paddo’s had gebruikt. 

Bij een aantal van deze incidenten waren ook andere middelen in het
spel, zoals alcohol, cannabis en cocaïne.

4

Wat is uw reactie op de verklaring van toxicoloog Prof. dr. F.A. de
Wolff, die in een brief van 21 november 2008 heeft verklaard dat in geen
van de incidenten in Amsterdam en Den Haag is vastgesteld er
daadwerkelijk paddo’s zijn gebruikt en evenmin dat de waargenomen
klinische effecten aan paddo’s kunnen worden toegeschreven, zo ze al
zijn gebruikt? 

4

Dat paddogebruik niet op basis van toxicologisch onderzoek is bevestigd,
wil niet zeggen dat het niet heeft bijgedragen aan het optreden van
gezondheidsschade. Ik zie geen reden om te twijfelen aan de expertise en
de rapportages van de GGD Amsterdam en Den Haag. 

5

Bent u bereid het door u ingevoerde verbod op hallucinogene
paddenstoelen te heroverwegen?

5

Nee. Daartoe ben ik niet bereid. 

 Aanhangsel Handelingen, 2008–2009, nr. 1281.

 Vonnis van de Rechtbank ’s-Gravenhage van 28 november 2008.
www.rechtspraak.nl, LJN nummer BG6117.

 Rechtsoverweging 2.16 van het vonnis onder noot 2.

Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG

T	070 340 79 11

F	070 340 78 34

www.minvws.nl

Ons kenmerk

VGP-CB-U-2909235

Bijlagen

1

Uw brief

26 januari 2009

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding
van de datum en het kenmerk van deze brief.