[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Gerven en Leijten over het bericht dat wanbeheer in de zorg het Rijk 73 miljoen kost

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D05567, datum: 2009-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z00083:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

Datum  10 februari 2009

Betreft	Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van VWS, de
antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van Gerven en Leijten (SP)
over het bericht dat wanbeheer in de zorg het Rijk 73 miljoen kost
(2009Z00083 / 2080909010).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Leijten over
het bericht dat wanbeheer in de zorg het Rijk 73 miljoen kost.

(2009Z00083/2080909010)

1

Wat is uw reactie op het bericht dat wanbeheer in de zorg het Rijk 73
miljoen euro kost? 

Het aantal van 34 instellingen, dat de afgelopen 11 jaar steun heeft
gekregen van de Nza is gering. Zeker gezien het totaal van ongeveer 1500
zorginstellingen (cure en care). Ook het totaal bedrag van de steun van
euro 73 mln. over 11 jaar is gezien de totale kosten in de zorg van
ongeveer euro 75 mrd. per jaar, relatief gering. Bovendien constateren
wij, dat alle instellingen die steun hebben ontvangen nog steeds
bestaan. Dit neemt niet weg, dat betrokken casussen leiden tot grote
onrust onder de patiƫnten en cliƫnten en gepaard gaan hoge
maatschappelijke kosten. In die zin is iedere euro aan steun aan
instellingen, die over het algemeen door tekort schietend management in
de problemen zijn gekomen, te veel. Omdat de laatste maanden het aantal
probleemgevallen lijkt toe te nemen en het er op lijkt, dat ook de
complexiteit en de omvang van de problemen toenemen, hebben wij het
voornemen een aantal maatregelen te nemen. Zie het antwoord op vraag 2.

2

Welke maatregelen gaat u nemen om wanbeheer in de zorg aan te pakken en
het toezicht op falend bestuur te verscherpen? In hoeverre voldoen uw
plannen voor een Early warning-systeem hier aan?

In eerste instantie is de zorginstelling zelf verantwoordelijk om orde
op zaken te stellen. De Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen is
in eerste instantie aan zet om falende bestuurders aan te spreken en
maatregelen af te dwingen. Ook kunnen belanghebbenden zoals de
cliƫntenraad bij falend bestuur naar de Ondernemingskamer
(enquĆŖterecht). 

Vanuit onze verantwoordelijkheid zijn wij voornemens om de
governance-eisen uit de WTZi aan te scherpen in het voorstel van Wet
cliƫntenrechten zorg. Ook spreken wij de veldpartijen aan op
aanscherping van de Zorgbrede governance code en een betere handhaving
van de naleving daarvan. In dit verband verwijzen wij u naar onze brief
d.d. 20 januari 2009 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer over goed
bestuur bij zorgaanbieders.

Het door ons toegezegde early warning systeem moet ā€“ meer dan nu het
geval is ā€“ vroegtijdig zicht geven op zorginstellingen die risico
lopen wanneer het gaat om de continuiteit van zorg. Op die manier kan de
zorginstelling zelf meer vroegtijdig worden aangesproken om zelf
afdoende maatregelen ter verbetering te nemen. 

3

Erkent u dat de zorgbrede governance code te vrijblijvend is? Zo ja,
welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet?

Wij spreken de veldpartijen aan op aanscherping van de Zorgbrede
governance code en een betere handhaving van de naleving daarvan. De
naleving van de code wordt ook door de veldpartijen zelf als een punt
ter verbetering gezien. Zoals hiervoor reeds naar voren gebracht, zullen
wij de governance-eisen in de Wet cliƫntenrechten zorg aanscherpen.

4

Welke mogelijkheden ziet u om het meer dan nu mogelijk te maken om
falende bestuurders op te laten draaien voor de geleden verliezen indien
zij daar de oorzaak van zijn?

Op grond van het Burgerlijk Wetboek is iedere bestuurder tegenover de
rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak.
Indien de bestuurder hierin te kort schiet dan is hij jegens de
rechtspersoon (persoonlijk) aansprakelijk voor de vergoeding van de
schade die als gevolg van het falende bestuur is opgetreden. Wij
onderzoeken of deze - voor  zorginstellingen - bestaande mogelijkheid om
jegens de eigen bestuurder een procedure te kunnen voeren, voor de
zorgsector concreter moet worden ingevuld in het wetsvoorstel Wet
Cliƫntenrechten  Zorg. Een dergelijke sectorspecifieke invulling van
deze interne aansprakelijkheidsregeling moet er toe leiden dat het in
bepaalde omstandigheden gemakkelijker is om de schade op de eigen
bestuurder te verhalen.  

5

Bent u bereid ook voor interim-bestuurders in de zorg een code voor de
bezoldiging in te stellen? Zo nee, waarom niet? 

Over de normering van de inkomens van de interim-bestuurders heeft de
minister van BZK uitgebreid met de Kamer van gedachten gewisseld in het
AO van 26 november 2008. Kortheidshalve verwijzen wij u naar het verslag
van dat AO in TK 2008-2009, 28479, nr. 41. 

6

Erkent u dat, gezien het feit dat cliƫntenraden voor de financiering
van de rechtsgang bij de Ondernemingskamer, bij vermoedens van wanbeheer
door het bestuur, bij ditzelfde bestuur moeten aankloppen, dit de
mogelijkheden van cliƫntenraden kan belemmeren? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, bent u bereid een fonds in te stellen waaruit de rechtsgang namens
cliƫntenraden gefinancierd kan worden? Zo nee, waarom niet? Op welke
wijze wilt u de positie van cliƫntenraden in dergelijke situaties
verbeteren?

Wij zijn voornemens om in het Wetvoorstel Wet cliƫntenrechten zorg
duidelijker te verankeren dat cliƫntenraden bevoegd zijn om een
enqueteverzoek als bedoeld in artikel 345 boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek bij de Ondernemingskamer in te dienen. Wij onderkennen dat de
financiering van een dergelijke rechtsgang een belemmering zou kunnen
betekenen voor clientenraden om een dergelijke procedure aan te vangen.
Om die reden hebben wij eveneens het voornemen om in het wetsvoorstel te
regelen dat de zorgaanbieder gehouden is de kosten die verbonden zijn
aan een dergelijke procedure te vergoeden.

7

Is de lijst in de Volkskrant 1) uitputtelijk? Zo ja, waarom staat
Meavita bijvoorbeeld niet vermeld? 2) Zo nee, kunt u de Kamer het gehele
overzicht verstrekken van de steun die in de afgelopen tien jaar gegeven
is?  

Ja, de lijst is uitputtend voorzover er daadwerkelijk balanssteun is
verleend op basis van de beleidsregel steunverlening aan instellingen
met financiƫle problemen (CA-174). Instellingen die wel een verzoek om
financiƫle steun hebben ingediend, maar waarbij het verzoek niet is
gehonoreerd, staan niet op de lijst. Meavita staat niet op de lijst
omdat er geen balanssteun is verleend op basis van de betreffende
beleidsregel.

nvt 

8

In hoeveel gevallen was de noodsteun een gevolg van het niet betalen van
productie door behaalde productieafspraken? 

In geen van de gevallen is steun verleend als gevolg van het niet
vergoeden van geleverde zorg boven de productieafspraak.

9

Zijn er eisen gesteld aan het verstrekken van financiƫle steun, zoals
vermindering van overhead, het beperken van salarissen in de top en het
aantrekken van personeel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke eisen en hoe
is er aan die eisen voldaan? Bent u bereid om mogelijkheden te zoeken om
in de toekomst wel eisen te stellen aan dergelijke zaken? Zo nee, waarom
niet?

Bij het besluit om steun te verlenen wordt getoetst aan de voorwaarden
zoals gesteld in de beleidsregel. Deze voorwaarden zijn samengevat:

er is sprake van een negatief eigen vermogen

er bestaat behoefte aan continuĆÆteit van de door de instelling
geleverde zorg

er moet sprake zijn van een saneringsplan met een sluitende begroting en
exploitatie

er is vertrouwen in de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht

de instelling levert een bijdrage in het wegwerken van het negatieve
eigen vermogen.

10

Zijn de bestedingen van zorginstellingen die financiƫle steun hebben
ontvangen gevolgd, met andere woorden, is er zich geweest op beter
beheer? Zo ja, hoe zijn die bestedingen terecht gekomen?

Zo nee, waarom niet?

De financiƫle steun wordt in termijnen beschikbaar gesteld. In beginsel
gebeurt dit in drie tranches. De beschikbaarstelling van iedere tranche
is afhankelijk van een rapportage waarin de financiƫle positie van de
instelling op dat moment is weergegeven. Daarnaast vergt iedere
beschikbaarstelling een expliciet besluit van het bestuur van de NZa,
waarbij wederom wordt getoetst of de instelling voldoet aan de
voorwaarden voor steunverlening. Daar waar het bestuur van de NZa dat
nodig vond, is gekozen voor de inzet van een deskundige van het College
Sanering Zorginstellingen om het saneringsproces te monitoren.

11

Wat is de reden, dat de Kamer hierover niet eerder is geĆÆnformeerd?

Bij verzoeken om steun aan de NZa door instellingen in financiƫle
problemen gaat het om bedrijfseconomische gegevens van individuele
instellingen. Op grond van het Informatiestatuut dat tussen NZa en VWS
is overeengekomen verstrekt de NZa slechts bij uitzondering
bedrijfsvertrouwelijke informatie aan VWS.Ā DieĀ uitzondering is aan de
orde bijĀ zorginstellingen met zodanige problemen dat de continuĆÆteit
van zorg wordt bedreigd. In het Informatiestatuut is verder bepaald dat
de Minister de bedrijfsvertrouwelijke informatie die de NZa heeft
verstrektĀ niet openbaar maakt. Het isĀ aan de NZa om haar besluiten
omtrent steun openbaar te maken. De NZa heeftĀ op grond van een
WOB-verzoek van de Volkskrant de steunverleningsbedragen openbaar
gemaakt. Reden hiervoor was dat de tariefbesluiten op grond van artikel
20 van de Wet marktordening gezondheidszorg reeds openbaar gemaakt
waren.

Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG

T	070 340 79 11

F	070 340 78 34

www.minvws.nl

Ons kenmerk

MC-K-U-2905878

Bijlagen

1

Uw brief

8 januari 2009

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding
van de datum en het kenmerk van deze brief.