Antwoord op vragen van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink over de naleving van de kwaliteitsnormen voor gastouderbureaus
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D06153, datum: 2009-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z01429:
- Gericht aan: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: I. Dezentjé Hamming-Bluemink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY adres DOCPROPERTY plaats Den Haag DOCPROPERTY _onskenmerk Ons kenmerk DOCPROPERTY _uwbriefvan DOCPROPERTY _uwkenmerk Uw kenmerk 12 februari 2009 DOCPROPERTY datum DOCPROPERTY onskenmerk KO/97126 DOCPROPERTY uwbriefvan DOCPROPERTY uwkenmerk 2009Z01429/2080910910 DOCPROPERTY _onderwerp Onderwerp DOCPROPERTY _bijlage DOCPROPERTY onderwerp_fmt Vragen van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) over de naleving van de kwaliteitsnormen voor gastouderbureaus DOCPROPERTY bijlage_fmt Bijgaand stuur ik u de antwoorden op bovengenoemde vragen van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD). de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sharon A.M. Dijksma 2009Z01429 / 2080910910 Vragen van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over de naleving van de kwaliteitsnormen voor gastouderbureaus. (Ingezonden 29 januari 2009) 1 Herinnert u zich de uitzending van Tros Radar 1) waarin gastouderbureaus werden getoond die zeer veel geld verdienden aan het bemiddelen tussen ouders en gastouders terwijl ze daarbij totaal geen oog hadden voor kwaliteitsaspecten? Ja. 2 Heeft u onderzocht of de situatie rond gastouderbureaus inmiddels is verbeterd sinds het nieuwe convenant ‘kwaliteit kinderopvang’? Zo ja, heeft de aanscherping van normen geleid tot meer ‘bonafide’ gastouderbureaus die kwaliteit hoog in het vaandel hebben staan en gastouders aan kwaliteitscriteria houden? Zo nee, wilt u dit alsnog onderzoeken? De GGD onderzoekt of gastouderbureaus zich houden aan de kwaliteitsnormen vastgelegd in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (ontleend aan het nieuwe convenant ‘kwaliteit kinderopvang’). Gastouderbureaus die tot 1 april 2008 ( invoering nieuwe beleidsregels) zijn geïnspecteerd hadden nog te maken met het oude regime. Gemeenten en GGD’en hebben bij de inspecties na 1 april 2008 geïnspecteerd op basis van de nieuwe kwaliteitseisen. Daaruit bleek dat veel gastouderbureaus prima hebben geanticipeerd op de nieuwe normen. In andere gevallen waren gastouderbureaus bezig om hun werkwijzen aan te passen op de nieuwe normen. Het vergt tijd om cursussen en scholing aan te bieden. Het (nieuwe) protocol kindermishandeling lijkt relatief snel geïmplementeerd te zijn. In gevallen waar houders van gastouderbureaus nog niet op de hoogte waren van de nieuwe kwaliteitsnormen bestond de handhavende taak van GGD’en en gemeenten er enerzijds uit om houders te informeren en anderzijds te bewegen zo snel mogelijk aan de nieuwe normen te voldoen. De Inspectie van het Onderwijs is begin 2009 gestart met een onderzoek gericht op de uitvoering van het gemeentelijk toezicht op gastouderbureaus. Onderzocht wordt of het gemeentelijk toezicht op de gastouderbureaus rekening houdt met de per 1 april 2008 aangescherpte normen en of er verschillen tussen gemeenten waarneembaar zijn. Ook brengt de inspectie in kaart hoe het proces verloopt tussen gemeenten en GGD-en. Dat geeft mij inzicht in eventuele kritische elementen in dat proces. De resultaten van dit onderzoek zullen deze zomer beschikbaar komen. 3 Op welke wijze houden gemeenten toezicht op de naleving van de nieuwe kwaliteitsnormen door gastouderbureaus? Is een protocol opgesteld aan de hand waarvan op ieder gastouderbureau op soortgelijke wijze toezicht wordt gehouden? De nieuwe kwaliteitseisen zijn vastgelegd in het Toetsingskader gastouderopvang. Dat Toetsingskader is door mij landelijk vastgesteld. Alle GGD’en voeren hun inspecties uit op basis van dit Toetsingskader. Hiermee is gewaarborgd dat alle gastouderbureaus op dezelfde kwaliteitsnormen worden getoetst. De werkwijze van de GGD is landelijk geüniformeerd in de Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang. 4 Kan het voorkomen dat sommige gastouderbureaus zich wel aan de nieuwe normen houden door cursussen aan te bieden aan gastouders, terwijl andere gastouderbureaus dit niet doen? Zo ja, deelt u de mening dat hierdoor oneerlijke concurrentie optreedt en de welwillende gastouderbureaus de dupe worden? Er is geen sprake van oneerlijke concurrentie. Alle gastouderbureaus moeten voldoen aan dezelfde kwaliteitsnormen, zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Als een gastouderbureau bijvoorbeeld niet voldoet aan de norm om cursussen aan te bieden heeft de gemeente de taak hierop te handhaven. 5 Kunt u toezeggen na te zullen gaan in welke mate de kwaliteitsnormen in de gastouderopvang momenteel worden nageleefd en indien nodig gemeenten aansporen strenger toezicht te houden op de naleving van de kwaliteitsnormen, opdat een meer eerlijke en duidelijke situatie ontstaat voor de gastouderbureaus? Zo nee, waarom niet? Zie mijn antwoord op vraag 2. Ik deel uw visie dat het toezicht op de gastouderbureaus zo uniform mogelijk door gemeenten en GGD’en moet worden uitgevoerd. Wel heeft de gemeente een autonome bevoegdheid in de keuze van het handhavingsinstrument, om een kwalitatief onvoldoende uitvoering te corrigeren. Die bevoegdheid is door de wetgever bewust decentraal neergelegd om maatwerk mogelijk te maken. Mocht uit onderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs blijken dat gemeenten de handhaving onvoldoende uitvoeren, dan heeft de inspectie de bevoegdheid om daarover in overleg te gaan met de gemeente. Dat geldt overigens niet alleen bij het gemeentelijk toezicht op de gastouderopvang, maar ook bij het toezicht op locaties dagopvang en buitenschoolse opvang. 1) Tros Radar, 21 april 2008 DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 DOCPROPERTY e_organisatienaam Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap DOCPROPERTY v_adres Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T DOCPROPERTY e_telefoon_org +31-70-412 3456 F DOCPROPERTY e_fax_org +31-70-412 3450 W DOCPROPERTY e_website_org www.minocw.nl DOCPROPERTY _pagina blad PAGE 2 / SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 4 DOCVARIABLE clausule