[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over private investeerders in de zorg

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D06491, datum: 2009-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z00082:

Preview document (🔗 origineel)


> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ  Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG

Datum  13 februari 2009

Betreft	Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven
(SP) over private investeerders in de zorg (2080909000).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over private
investeerders in de zorg.

(2080909000)

1

Wat is uw reactie op het artikel ‘private sector ziet brood in het
ziekenhuis’? 1)

1

Ik heb kennisgenomen van het bericht.

2

Hoe komt het volgens u dat private investeerders de gezondheidszorg zien
als een lucratieve sector?

2

Het aangehaalde artikel geeft weer dat er partijen zijn die interesse
hebben vanwege de vergrijzing en de ontwikkeling van de zorgvraag in de
toekomst. Anderen geven mij aan dat hun interesse in de zorg voortkomt
uit de belangstelling om met mensen te werken en dat zij om die reden de
zorgverlening verder willen verbeteren. Zo komen er diverse initiatieven
tot stand om meer maatwerk te leveren aan cliënten, bijvoorbeeld het
organiseren van ketenzorg aan chronisch zieken. Ook kan de wens om te
innoveren in de zorg een reden zijn om initiatieven in de zorg te
ontplooien. Er zijn dus zeer uitlopende motieven mogelijk om met de
gezondheidszorg bezig te zijn. 

3

Wat vindt u van het initiatief van investeerder Davaci om een nieuw
ziekenhuis op Walcheren te realiseren, terwijl het ziekenhuis Walcheren
en de Oosterscheldeziekenhuizen bezig zijn met de ontmanteling van het
ziekenhuis in Vlissingen?

3

Private initiatieven, zoals die thans in de zorgsector landelijk
opbloeien, ontstaan wellicht ook in Zeeland. Het staat investeerders
vrij de mogelijkheden van een eventueel zorgaanbod in een bepaalde regio
te verkennen. 

Om kwalitatief verantwoorde zorg in de regio Midden en Noord Zeeland in
de toekomst beschikbaar te houden, hebben de ziekenhuizen zich
genoodzaakt gezien bepaalde klinische functies, zoals de obstetrische en
de gynaecologische zorg, over te hevelen van Vlissingen naar Goes. De
kwaliteitsrisico’s die verbonden zijn aan het beschikbaar houden van
deze functies op twee locaties zijn volgens de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) te groot en kunnen leiden tot het (al dan niet
tijdelijk) in zijn geheel niet meer beschikbaar zijn van een kwalitatief
aanbod van deze zorg in de hele regio Midden en Noord Zeeland. Zoals ik
u eerder heb bericht, acht ik dit een zeer onwenselijke situatie die
voorkomen moet worden. De concentratie van functies is dan noodzakelijk.


4

Is het niet een ongerijmdheid dat een ziekenhuis op publieke grondslag
zonder winstoogmerk niet in staat lijkt of niet de wil toont om een
volwaardig ziekenhuis op Walcheren overeind te houden, terwijl private
partijen naast het bestaande ziekenhuis in Vlissingen kansen zien voor
een nieuw ziekenhuis waar aan verdiend kan worden? Is dit niet een
moreel failliet van de overheid? Zo nee, waarom niet?

4

De ziekenhuizen in Zeeland zijn private instellingen. Hun
bedrijfseconomische status is afhankelijk van tal van factoren. Ik acht
het van belang en zie het ook als mijn verantwoordelijkheid dat de
continuĂŻteit van de zorg in de regio zeker wordt gesteld. 

5

Verdient Walcheren niet een eigen volwaardig ziekenhuis? Is het
ziekenhuis in Vlissingen niet te beschouwen als een onmisbaar
ziekenhuis, dus als ‘systeemziekenhuis’ zoals de
IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad en Emmeloord, te meer daar voor ten
minste 4.100 inwoners van Walcheren de 45-minutennorm voor acute zorg
wordt overschreden bij concentratie van de acute zorg in Goes? 2) Zo
nee, waarom niet?

5

Zoals ik u in mijn antwoord op vraag 4 meedeelde, maak ik als het gaat
om de continuĂŻteit van zorg nadrukkelijk een onderscheid tussen de zorg
en de zorginstelling. Het kan zijn dat instellingen noodzakelijk zijn
voor de continuĂŻteit van zorg in een regio. Deze heb ik ook wel
aangeduid als ‘systeemziekenhuis’. De definitie en randvoorwaarden
van een dergelijk ziekenhuis zullen binnenkort nader worden uitgewerkt.
Ik heb u in mijn brief van 16 januari 2009, tijdens het AO op 18
december 2008 en tijdens het spoeddebat op 14 januari 2009 toegezegd met
een brief te komen over de lessen die we kunnen leren van de casus
‘IJsselmeerziekenhuizen’. Deze brief is van belang bij het verder
uitwerken van de definitie van ‘systeemziekenhuis’. 

6

Bent u bereid hier actief op te treden en niet het oordeel van de
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) over de fusieplannen af te
wachten om desastreuze gevolgen voor de ziekenhuiszorg op Walcheren te
voorkomen? Moet u hier niet uw verantwoordelijkheid nemen om te
voorkomen dat de chaos in de ziekenhuiszorg op Zeeland dezelfde kant
opgaat als bij de IJsselmeerziekenhuizen? Zo nee, waarom niet?

6

Ik ben bereid actief op te treden op het moment dat de continuĂŻteit van
kwalitatief goede zorg in het geding is. In de situatie Zeeland is dit
het geval geweest als gevolg van de concentratie van de functies
Obstetrie en Gynaecologie. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen en
heb allereerst de concentratie van de obstetrische en gynaecologische
zorg ondersteund teneinde de kwalitatief verantwoorde continuĂŻteit van
die zorg in de regio Midden en Noord Zeeland te blijven garanderen (zie
ook mijn antwoorden op eerdere vragen van de leden Van Gerven en
Langkamp, kenmerk CZ-K-U-2876000). Ten tweede heb ik voor het optredende
verlies aan bereikbaarheid voor 4.100 inwoners op Walcheren per direct
opdracht gegeven voor het plaatsen van een extra ambulancestandplaats in
de kop van Walcheren. Sinds afgelopen zaterdag 7 februari 2009 is deze
extra standplaats voldoende geëquipeerd en gereed voor gebruik.

7

Hoe beoordeelt u het gegeven dat de verloskundigen op Walcheren vanaf 1
januari zich genoodzaakt zien af te zien van thuisbevallingen in
Noordwest Walcheren vanwege de concentratie van de verloskundige zorg in
Goes? Deelt u de mening dat klinische verloskunde in de toekomst weer
aangeboden moet worden op Walcheren om thuisbevallingen mogelijk te
maken en om de bereikbaarheid van de klinische verloskunde in acute
situaties te verbeteren? Zo nee, waarom niet?

7

Ik heb u al eerder bij brief van 29 april 2008 in antwoord op de
kamervragen van Kamerlid Halsema en in mijn notitie ‘Kiezen voor
bereikbaarheid en kwaliteit van zorg’ aangegeven dat mijn inspanningen
erop gericht zullen blijven de mogelijkheid tot thuisbevallingen te
behouden. Ik zal me hiertoe ook blijven inspannen. Echter, de keuze voor
het thuis bevallen moet beschikbaar blijven, indien dit verantwoord voor
moeder en kind kan plaatsvinden. De kwaliteit bepaalt aldus of de
mogelijkheid tot het thuis bevallen nog verantwoord kan plaatsvinden. 

8

Hoe beoordeelt u de investeringen van de grootste Nederlandse
pensioenfondsen ABP en PGGM van werknemers uit de publieke sector in het
particuliere initiatief Waterland die privaat met winstoogmerk wil
investeren in een aantal ziekenhuizen. 

8

Het staat investeerders vrij om zich te oriënteren in de zorg. Ik sta
positief tegenover de bereidheid van investeerders om privaat geld voor
de zorg beschikbaar te stellen ten behoeve van een versterking van
continuĂŻteit en kwaliteit van zorg. Hierbij merk ik op dat de huidige
wetgeving geen winstuitkering door ziekenhuizen toestaat. 

Ziekenhuizen zullen bovendien als toegelaten instelling moeten (blijven)
voldoen aan de eisen van de wet (Wet Toelating Zorginstellingen). Zo zal
er een Raad van Toezicht moeten zijn, die onafhankelijk ten opzichte van
het bestuur en welk deelbelang dan ook, kritisch kan optreden en
ingrijpt wanneer nodig. 

9

Wat is uw mening over de brief die het Flevoziekenhuis naar u gestuurd
heeft waarin het zich beklaagt over de steun van de overheid aan de
IJsselmeerziekenhuizen ?3) Is hier niet sprake van een bekrompen visie
van het Flevoziekenhuis gebaseerd op vermeend eigenbelang terwijl het
algemeen belang van goede ziekenhuiszorg in Flevoland leidend zou moeten
zijn? Wordt een dergelijke houding niet bevorderd door de
geĂŻntroduceerde marktwerking en concurrentie? Zo nee, waarom niet?

9

Het staat ziekenhuizen vrij mij hun bezwaren kenbaar te maken. De
opmerkingen en vragen die het Flevoziekenhuis aan mij voorlegt in zijn
brief zijn vanuit het perspectief van dit ziekenhuis begrijpelijk. Zij
hebben bij de afwegingen die zijn gemaakt zeker ook een rol gespeeld. 

Zoals ik in mijn voorgaande correspondentie en overleggen met de Kamer
steeds heb aangegeven is de belangrijkste overweging mijn
verantwoordelijkheid voor de continuĂŻteit en kwaliteit van zorg
geweest. 

Het borgen van deze publieke belangen rechtvaardigt mijn betrokkenheid
bij de toekomst van dit ziekenhuis. Ik heb daarbij nadrukkelijk
onderscheid gemaakt tussen de zorg als zodanig en de zorginstelling.
Omdat ik besef dat er wellicht instellingen zijn die noodzakelijk zijn
voor de continuĂŻteit van zorg in een regio (deze heb ik ook wel
aangeduid als ‘systeemziekenhuis’) heb ik tijdens het AO op 18
december 2008 toegezegd een brief te sturen aan de Kamer over lessen die
we kunnen leren van de casus ‘IJsselmeerziekenhuizen’. Deze brief
is, zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 opmerkte, van belang bij het
verder uitwerken van de definitie van ‘systeemziekenhuis’. 

10

Hoe gaat u voorkomen dat door de concurrentieslag die momenteel
plaatsvindt in de Flevopolders waarbij St. Jansdal een polikliniek opent
in Dronten naast de polikliniek van de IJsselmeerziekenhuizen die er
gaat komen en waarbij het Antonius Ziekenhuis een ziekenhuis in
Emmeloord wil realiseren, terwijl er al een dagziekenhuis van de
IJsselmeerziekenhuizen bestaat in Emmeloord en de IJsselmeerziekenhuizen
alsnog het loodje leggen en failliet gaan? Bent u bereid deze
verspilling van middelen en menskracht tegen te gaan en in plaats van
concurrentie de samenwerking tussen ziekenhuizen te bevorderen? Zo nee,
waarom niet?

10

Ik kan en wil niet voorkomen dat andere instellingen zorgactiviteiten in
deze regio gaan ontplooien. Ik ben verantwoordelijk voor de
continuĂŻteit van zorg. Als een andere aanbieder in de regio gaandeweg
een marktaandeel krijgt en kwaliteit levert dan kunnen patiënten op
basis van keuzevrijheid voor een andere instelling kiezen. 

Het initiatief tot het maken van samenwerkingsafspraken met ziekenhuizen
en zorgaanbieders in de regio is de primaire verantwoordelijkheid van de
Raad van Bestuur van de IJsselmeerziekenhuizen. Voor bepaalde delen van
de zorg dienen in de regio afspraken gemaakt te worden. De WTZi schrijft
voor dat in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) afspraken over de
acute zorg moeten worden gemaakt. Ook zijn er richtlijnen van de
beroepsgroep die voorschrijven dat een ziekenhuis met IC-level 1
regionale afspraken over de IC-zorg schriftelijk dient vast te leggen en
dient te participeren in het regionale zorgnetwerk. De IGZ toetst de
voorwaarde van deze richtlijn en de verzekeraar ziet hier vanuit haar
bovenregionale functie op toe. 

11

Onderschrijft u de mening van de heer Maljers van de Plexusgroep dat
“de politiek zal moeten accepteren dat een ziekenhuis failliet kan
gaan”? Zo ja, onder welke omstandigheden is dat acceptabel? Zo nee,
waarom niet?

11

De “politiek” accepteert ook dat ziekenhuizen failliet kunnen gaan.
Wel altijd onder de randvoorwaarde dat de continuĂŻteit van de zorg
gegarandeerd blijft. 

In het debat van 18 december 2008 heb ik gezegd terug te komen op de
verantwoordelijkheidsverdeling tussen de overheid, de zorgverzekeraar en
de instelling ten aanzien van de het evenwicht tussen de continuĂŻteit
van een instelling en de continuĂŻteit van zorg en hoe deze
verantwoordelijkheden geborgd moeten worden. In mijn
lessons-learned-brief kom ik hier op terug. 

12

Deelt u de mening dat bij commerciële investeerders minder oog is voor
de langere termijn? Zo nee, waarom niet? Hoe gaat u de continuĂŻteit van
ziekenhuizen waarborgen?

12

Het is wat mij betreft te kort door de bocht om het beeld te bevestigen
dat investeerders alleen uit zijn op winst op korte termijn. Afgezien
van de verschillende motieven van partijen om in de zorg te investeren,
geldt dat ook investeerders baat hebben bij de continuĂŻteit van de
onderneming waarin zij risicodragende investeringen doen. Zij hebben dus
belang bij een bedrijfvoering die continuĂŻteit van de instelling, ook
op lange termijn, zeker stelt. ContinuĂŻteit van zorg blijft een
publieke belang, ook indien en voor zover er privaat geld wordt
geĂŻnvesteerd. Ik heb u aangegeven dat u overigens ook nader zult worden
geĂŻnformeerd over onze aanpak met betrekking tot het borgen van de
continuĂŻteit van zorg.

de Volkskrant, 31 december 2008.

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 2666.

http://www.almerevandaag.nl/nieuws/almere/article4197355.ece/Flevozieken
huis_stuurt_boze_brief

Bezoekadres:

Parnassusplein 5

2511 VX  DEN HAAG

T	070 340 79 11

F	070 340 78 34

www.minvws.nl

Ons kenmerk

CZ-K-U-2905873

Bijlagen

1

Uw brief

8 januari 2009

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding
van de datum en het kenmerk van deze brief.