Lijst van vragen over veiligheid in en om het onderwijs
Veiligheid op school
Lijst van vragen
Nummer: 2009D06697, datum: 2009-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. van Bochove, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2009Z01095:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: algemene commissie voor Jeugd en Gezin
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-01-27 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-29 10:00: Procedure en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-02-11 12:00: Veiligheid op school (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-02-12 10:00: Procedure en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-04-01 11:00: Rondetafelgesprek over Veiligheid in en om school (openbare deel) (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-04-09 10:00: Veiligheid in en om het onderwijs (Algemeen overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-06-11 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
29240 Veiligheid op school Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn) De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft minister en de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd over hun brief Veiligheid op school (Kamerstuk 29240, nr. 30). De minister en de staatssecretarissen hebben deze vragen beantwoord bij brief van …. De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Van Bochove Adjunct-griffier van de commissie, Bošnjaković-van Bemmel Nr Vraag Blz van tot 1 Hoe staat het met het opstellen door hogescholen van een gedragscode ten aanzien van ongewenste intimiteiten? Hoeveel scholen hebben al zo’n gedragscode? Welke niet? Werkt het hanteren van deze code in de praktijk? 0 2 Hoeveel scholen in het primair onderwijs hebben gebruik gemaakt van nascholing op het terrein van agressie en geweld? 0 3 Zijn er gegevens bekend welk percentage scholen in de diverse sectoren de informatie van het centrum school en veiligheid over digitaal pesten benutten? Op welke wijze kan dit percentage vergroot worden? 0 4 Is er bekend in hoeverre scholen, docenten, ouders tevreden zijn met het functioneren van het Zorg- en adviesteam? 0 5 Op welke wijze participeren centra voor Jeugd en Gezin in het beleid ten aanzien van veiligheid op scholen? 0 6 Welke maatregelen gaan er concreet genomen worden om de toename van pesten in het speciaal onderwijs tegen te gaan? 0 7 Is er een verschil in incidenten tussen witte, zwarte en gemengde scholen? Hoe ziet dit verschil eruit (kwantitatief, soort incidenten, etc.)? 0 8 Waarom heeft een school geen wettelijke plicht een veilige omgeving voor leerlingen te waarborgen? 0 9 Is in de afgelopen jaren ook de ernst van de incidenten op scholen toegenomen? Zo ja, in welke zin? 1 10 Hoe verloopt tot nu toe de uitvoering van een verplichte registratie van incidenten, het inrichten van kwaliteitsteams veiligheid die scholen op maat kunnen adviseren en het verbeteren van de informatievoorziening over de veiligheidsinstrumenten, die de afgelopen periode samen met het onderwijsveld ter hand zijn genomen? Wat zijn de meetbare doelstellingen van deze maatregelen? 1 11 Kan een overzicht gegeven worden waaraan de € 90 miljoen, die sinds 2004 jaarlijks extra is geïnvesteerd, werd besteed? Is er inzicht in de effectiviteit van de besteding van deze middelen? 2 12 In hoeverre bevestigen de bevindingen van de verschillende onderzoeken dat we op de scholen terug moeten naar de menselijke maat omdat kennen en gekend worden voorwaarden vormen voor een veilig schoolklimaat? 3 13 Is ook gemeten in hoeverre er (naast het digitaal pesten) op scholen gepest wordt via mobiele telefoons? Zo neen, waarom niet? 3 14 Waarom maakt slechts 15% van het aantal vestigingen in het voortgezet onderwijs momenteel gebruik van het IRIS-registratiesysteem? Hoe komt het dat zo weinig scholen hiervan gebruik maken? 4 15 Heeft de verplichte registratie van zwaardere incidenten zodanig gewerkt dat bijvoorbeeld ook het incident van de havoscholier van het Assense Nassau College die zich in december 2006 door medescholieren had laten opjutten om een hondendrol op te eten, werd geregistreerd? Zo neen, waarom niet? Vindt u dat scholen adequaat reageren bij dergelijke incidenten, of houden zij deze bij voorkeur onder de pet? 5 16 Hoeveel uur per week besteden scholen aan het registreren van incidenten? Kan dit worden aangegeven per schooltype? 5 17 Waarom zal de verplichte incidentenregistratie niet via het IRIS-registratiesysteem gaan verlopen? 5 6 18 In hoeverre is de vervolging van ernstige geweldsincidenten in het onderwijs afhankelijk van het initiatief van de slachtoffers? Hoe vaak is het de afgelopen tijd voorgekomen dat de schoolleiding aangifte deed van een geweldsincident omdat het slachtoffer (de betrokken leerling of leraar) dat niet durfde? 6 19 Hoe vaak leidt het subjectieve karakter van de beoordeling of er sprake is van grove incidenten ertoe dat incidenten op scholen ongeregistreerd blijven waarvan de inspectie achteraf lucht krijgt en oordeelt dat deze wel degelijk als grof hadden moeten worden aangemerkt? 6 20 Heeft het aantal incidenten op een school invloed op de beoordeling van de onderwijsinspectie? Heeft het veiligheidsbeleid van een school invloed op de beoordeling van de school door de onderwijsinspectie? Op wat voor manier? 6 21 Wat verstaat u onder grove pesterijen? 6 22 Hoe zullen scholen over de verplichte incidentenregistratie ingelicht worden? 6 23 Wat betekent het voor de administratieve lasten van onderwijsinstellingen dat gegevens over incidenten op het niveau van de onderwijsinstelling verzameld moeten worden en zij zelf moeten rapporteren aan medezeggenschapsraad, politie en gemeente? Zou een centraal registratiesysteem niet een hoop administratieve lasten kunnen besparen? 6 24 Is het advies over de juiste definities van verschillende soorten incidenten inmiddels door het onderzoeksbureau aangeleverd? Zo neen, hoe lang gaat dit duren? 6 25 Worden scholen verplicht gesteld in de schoolgids ouders en leerlingen te informeren over het eigen incidentenregistratiesysteem en mogelijk ook de jaarlijkse resultaten? Zo neen, waarom niet? 6 26 In welke regio's zal met de pilots voor registratiesystemen begonnen worden? Wat is hiertoe het budget en uit welke post op de begroting wordt dit bekostigd? 6 27 Zal in de incidentenregistratie ook de etniciteit van de veroorzaker(s) van het incident worden opgeslagen? Zo neen, waarom niet? 6 28 Hoe groot zijn kwaliteitsteams (in fte)? Wat is hun profiel? Welke opleiding/achtergrond hebben leden van een kwaliteitsteam? Verschilt dit per type onderwijs waarin zij actief zijn? 6 7 29 Hoe kan het dat vanaf 2009 € 103 miljoen beschikbaar zou zijn gekomen voor onder meer versterking van de begeleiding van zorgleerlingen in het mbo terwijl in de beantwoording van de Kamervragen van het lid Depla staat dat er in 2010 extra geld komt voor leerlinggebonden financiering en er niets staat over extra geld in 2009 voor begeleiding zorgleerlingen in mbo, buiten de € 15 miljoen die de Kamer bij de algemene politieke beschouwingen met de motie Hamer c.s. voor schoolmaatschappelijk werk uittrok? 8 30 Wat gaat u doen aan het feit dat reboundvoorzieningen niet voldoende functioneren doordat o.a. de samenwerking met scholen problematisch verloopt, onvoldoende onderwijstijd gerealiseerd wordt en het cognitieve aanbod onder druk staat? Bent u bereid strengere eisen aan reboundvoorzieningen te stellen? Zo neen, waarom niet? 8 31 Hoe verenigt u de constatering in het Onderwijsverslag 2006-2007 dat het percentage geweldsincidenten tussen leraren en leerlingen en tussen leraren en ouders in vrijwel alle sectoren is afgenomen ten opzichte van het voorafgaande schooljaar, met de cijfers uit het Personeels- en mobiliteitsonderzoek 2008, waaruit blijkt dat in de laatste twee jaar het aantal onderwijsmedewerkers dat minstens eenmaal met agressie door ouders, leerlingen en dergelijke te maken heeft gehad met 4% is gestegen? Komt alle winst die geboekt is neer op een gelijkmatiger verdeling van de geweldsincidenten over het onderwijspersoneel? 9 32 In hoeverre is er professionele hulp voor onderwijsmedewerkers wanneer zij met agressie worden geconfronteerd? Door wie wordt deze hulp georganiseerd? 9 33 Vindt u dat scholen in een veiligheidsplan ook afspraken zouden moeten maken over aangifte doen bij de politie, en/of de school aangifte doet of de docent? Gebeurt dit al voldoende? 10 34 Is de school verplicht het veiligheidsplan openbaar te maken? 10 35 Wordt de beoogde veiligheidscampagne uitgevoerd in samenwerking met centrum school en veiligheid? Zo neen, is dit niet juist een taak voor deze bekostigde organisatie? 10 36 Wat is de waarde van een landelijke norm voor ongewenst gedrag op scholen? Zijn of komen er (landelijke) sancties om de norm te kunnen handhaven? 10 37 Wat houdt de landelijke norm voor gewenst gedrag, die op 29 mei 2008 werd getekend, in en wat vindt u de norm voor gewenst gedrag? 11 38 Wat komt er terecht van de gedachte dat in 2010 alle gemeenten een integraal veiligheidsplan hebben? Hoeveel gemeenten hebben zo’n integraal veiligheidsplan al, en is bekend in hoeveel gevallen er afspraken gemaakt zijn over de inzet van de politie? 13 39 Hoe verloopt de samenwerking tussen scholen en lokale partners over het algemeen? Worden landelijk ‘best practices’ verzameld over goede projecten zodat scholen van elkaar kunnen leren? Zo neen, bent u bereid dit te initiëren? 13 40 Moet worden geconstateerd dat het antipestbeleid heeft gefaald nu het percentage jongeren in het voortgezet onderwijs dat zegt dat er op hun school (heel) vaak wordt gepest, tussen 2005 en 2007 slechts is gedaald van 13% naar 11%? Worden er in het buitenland betere resultaten geboekt? Welke lessen trekt u uit de effectiviteit van antipestprojecten in binnen- en buitenland, zoals bijvoorbeeld ook de aanpak die men in Noorwegen hanteert? 14 41 Is er speciaal pestbeleid voor het speciaal (basis & voortgezet) onderwijs? 14 42 Waarom heeft u niet direct besloten veiligheidsplannen verplicht te stellen maar het aan CAO's over te laten? Is het niet zo dat u nu het risico loopt dat u in 2011 de veiligheidsplannen alsnog verplicht moet stellen omdat niet voldoende scholen een veiligheidsplan hebben? Kunnen we ons deze vertraging wel permitteren? 14 43 Acht u de motie inzake de bestrijding van digitaal pesten van Jan Jacob van Dijk en Depla met de stappen die u heeft gezet volledig uitgevoerd? Zo neen, wat gaat u dan nog ondernemen? Welke actie heeft u ondernomen? Welke stappen zijn er gezet in de richting van de providers? Wat is er terechtgekomen van de acties die in het dictum gevraagd zijn? 14 15 44 Waar kunnen ouders terecht als een leerling wordt gepest en de school weigert actie te ondernemen? 15 45 Hoe werkt het eigen antipestbeleid en het pestprotocol van scholen in de praktijk? Heeft u onderzoek gedaan naar de effectiviteit hiervan? 15 46 Waarom bestaat er geen landelijke richtlijn voor scholen ten aanzien van pestbeleid? 15 47 Acht u het niet in het belang van de betrokkenheid van ouders bij de veiligheid op school dat ouders ten alle tijden het leerlingdossier van hun kind kunnen inzien? Wat vindt u van de gedachte dit dossier digitaal voor ouders toegankelijk te maken? 15 48 Moet de zin: "Ook spelen de bonden een essentiële rol bij het opnemen van het onderwerp ‘agressie en geweld’ in de sectorale arbocatalogus" worden opgevat als een constatering of als een wens die wordt uitgesproken? Op welke wijze(n) maken de bonden die rol zoal waar? 16 49 Waarop zijn de vermoedens van de Inspectie van het Onderwijs gebaseerd dat ondanks dat er relatief weinig incidenten rond homofoob geweld gemeld worden, de problemen in werkelijkheid groter zullen zijn? 18 50 Beperkt het inspectietoezicht met betrekking tot de bijdrage(n) van scholen aan sociale integratie zich tot controle inzake actief burgerschap? Op welke wijze(n) houdt de inspectie zicht op de manier waarop scholen gestalte geven aan de ontmoeting met andere culturen die in Nederland voorkomen? 21 Aanhangsel Handelingen II 2008/2009 nr. 1492 Kamerstuk 31700, nr. 15 Kamerstuk 29240, nr. 18 FILENAME GRP_RGR_OCW_29240-30 PAGE 1 / NUMPAGES 4