[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31769, bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 12 februari 2009)

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2009D06917, datum: 2009-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2008Z06711:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 12 februari 2009)



31 769	Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten
in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen



	Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het
Burgerlijk Wetboek en in enkele bijzondere wetten de beslistermijnen aan
te passen met het oog op de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en
beroep bij niet tijdig beslissen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	Aan artikel 7 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid
toegevoegd, luidende:

	7. Onze Minister van Justitie doet de schriftelijke mededeling van het
voornemen binnen twintig weken.

ARTIKEL II

	In artikel IIB van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
wordt “of het Soeverein Besluit van 12 december 1813” vervangen
door: , het Soeverein Besluit van 12 december 1813, titel 2, afdeling 5,
van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of de Wet opneming
buitenlandse kinderen ter adoptie.

ARTIKEL III

	De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt als volgt
gewijzigd:

	1. In artikel 37 wordt onder vernummering van het tweede tot derde lid
een lid ingevoegd, luidende:

	2. Indien Onze Minister voornemens is afwijzend te beslissen op de
aanvraag, bedoeld in het eerste lid, beslist hij binnen acht weken na
ontvangst van de aanvraag.

	2. In artikel 38 wordt onder vernummering van het tweede tot en met
vierde lid tot derde tot en met vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

	2. Indien Onze Minister voornemens is afwijzend te beslissen op de
aanvraag, bedoeld in het eerste lid, beslist hij binnen twaalf weken na
ontvangst van de aanvraag.

ARTIKEL IV

Vervallen

ARTIKEL V

	Aan artikel 4 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en
recherchebureaus wordt een lid toegevoegd, luidende:

	8. Onze Minister beslist binnen dertien weken op de aanvraag van een
vergunning.

ARTIKEL VI

	Artikel 4 van de Wet wapens en munitie wordt gewijzigd als volgt:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Onze Minister beslist binnen dertien weken op het verzoek tot
ontheffing.

ARTIKEL VII

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

 PAGE    

 PAGE   2