Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2009

Hierbij zend ik u mijn antwoord op uw vraag om een reactie op de e-mail
van mevrouw N. van den B. te P.

In de bovengenoemde e-mail beschuldigt mevrouw Van den B.
Staatsbosbeheer van onverantwoord kappen van bomen in de Staartse Heide,
onderdeel van het Grenspark De Zoom-Kalmthout. In het grenspark “de
Zoom-Kalmthoutse heide” heeft naast Staatsbosbeheer ook een aantal
“kleine eigenaren” eigendommen. 

Mevrouw Van den B. is een van hen. Zij treedt als enige op tegen de
voorgenomen dunningen. 

In het vastgestelde beheer- en inrichtingsplan van het Grenspark, dat
tot stand is gekomen in overleg met alle betrokkenen welke zijn
vertegenwoordigd in het overlegorgaan staat dat er een aantal bomen
moeten worden gekapt om het bos minder eentonig te maken en meer
afwisseling in natuurwaarde te brengen:

De bosrand wordt onregelmatiger en minder rechtlijnig gemaakt. Hierdoor
voelen veel diersoorten zich beter thuis.

De overgang tussen bos en heide wordt geleidelijker gemaakt. Aan de
grens met de heide wordt het bos opener. In de richting van de
Putsesteenweg blijft het bos dichter.

In het bos worden enkele groepen opengekapt. Daar zal vestiging van
inheems loofhout zoals berk en eik bevorderd worden.

In het hele bosgedeelte zijn ook bomen gemerkt als dunningskapping. De
overblijvende bomen krijgen daardoor meer licht en groeiruimte.

Deze kappingen zijn voorzien in het beheerplan van het nationaal park.
Het hout dat wordt geoogst als gevolg van de dunning wordt openbaar
verkocht voor de houthandel.

Naast natuurpark is het gebied ook aangewezen als een Natura
2000-gebied.

Over de voorgenomen beheersmaatregelen (de dunning) heeft mevrouw Van
den B. een klacht ingediend. Deze klacht is behandeld volgens de
klachtenprocedure Staatsbosbeheer. Er is een openbare hoorzitting
geweest. Staatsbosbeheer heeft de klacht ongegrond verklaard op basis
van een uitgebreide motivering. 

Ik heb veel waardering voor het feit dat mevrouw Van den B. opkomt voor
haar omgeving. Echter, naar mijn mening heeft Staatsbosbeheer gehandeld
in het belang van mijn opdracht voor natuurbeheer en heeft zich afdoende
ingespannen om de mening van de omwonenden en andere grondbezitters mee
te nemen. In dit geval loopt de mening van Staatsbosbeheer en die van
mevrouw Van den B. zover uiteen dat er geen sprake kan zijn van
overeenstemming. 

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN 

VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg