Preview document (🔗 origineel)

---

Datum

19 februari 2009

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van de leden De Rouwe (CDA) en Madlener (PVV)
over het artikel 'Is de camera feilbaar?'



In antwoord op uw brief van 12 december 2008, deel ik u mede dat de
vragen van de leden De Rouwe (CDA) en Madlener (PVV) van uw Kamer over
het artikel ‘Is de camera feilbaar?’ (ingezonden 11 december 2008)
worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.



De Staatssecretaris van Justitie,

	

Antwoorden van de Staatssecretaris van Justitie op vragen van de leden
De Rouwe (CDA) en Madlener (PVV) over het artikel “Is de camera
feilbaar?” (Ingezonden 11 december 2008; nr. 2080907550)

1

Bent u bekend met het artikel ”Is de camera feilbaar?” waaruit
blijkt dat een automobilist door de Kantonrechter vrij is gesproken na
(mogelijk) te hard rijden op de A10?

2

Zo ja, wat is uw visie op dit geheel en in hoeverre verwacht u in de
toekomst vergelijkbare zaken?

Antwoorden 1 en 2

De kantonrechter heeft in deze zaak het beroep gegrond verklaard en de
initiële beschikking en de bestreden beslissing op het administratieve
beroep vernietigd.   

De betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat zijn voertuig
was uitgerust met een betrouwbaar GPS-systeem, dat aangaf dat hij niet
te hard had gereden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het openbaar
ministerie in dit geval niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het
GPS-systeem van betrokkene niet betrouwbaar en secuur zou zijn. Bij dit
oordeel is vooral van belang dat de rechter opmerkt dat technisch
onderzoek deze informatie wel kan bieden. Het openbaar ministerie heeft
ter zitting ook gevraagd om een aanvullend technisch onderzoek. De
kantonrechter heeft hier toe niet besloten, omdat de hoogte van de
sanctie onvoldoende was om een aanvullend onderzoek te gelasten. Gegeven
de hoogte van de opgelegde sanctie was het op grond van artikel 14 lid 1
van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften, ook wel de
Wet Mulder genoemd, ook niet mogelijk om hoger beroep in te stellen. 

Het is mogelijk dat in een Mulder-procedure in de toekomst dezelfde
grieven aan worden gevoerd. Gelet op de uiteenzetting in het antwoord op
vraag 4 van het verschil tussen de betrouwbaarheid van een GPS-systeem
en een trajectcontrolesysteem, hoeft dit geenszins tot eenzelfde
uitkomst als in deze zaak te leiden. 

3

Is het waar dat binnen trajectcontroles meerdere mini-controles
plaatsvinden en dat dit niet bekend is gemaakt op de website van het
BVOM?

Antwoord 3

Op de websites   HYPERLINK "http://www.verkeershandhaving.nl" 
www.verkeershandhaving.nl  en   HYPERLINK
"http://www.trajectcontrole.nl"  www.trajectcontrole.nl  wordt het
basisprincipe van trajectcontrolesystemen uitgelegd. Een aantal
trajectcontroles bestaat uit meerdere ‘secties’. Bij vijf
trajectcontroles is op enig moment gebruik gemaakt van deze zogenoemde
‘secties’, meestal omdat binnen het traject op- en afritten zijn.
Met het in gebruik nemen van secties verandert de werking van een
trajectcontrolesysteem niet. Nog steeds wordt over langere afstand de
gemiddelde snelheid gemeten. Informatie over de locatie en werking van
secties binnen een trajectcontrole staat op de bovenstaande websites.

4

Is het trajectcontrolesysteem voldoende betrouwbaar ten opzichte van de
GPS techniek, zoals genoemd in het artikel?

5

Zo neen, wat gaat u ondernemen teneinde de trajectcontrole voldoende
betrouwbaar te maken?

Antwoorden 4 en 5

Het trajectcontrolesysteem is, anders dan het GPS-systeem, specifiek
gericht op het meten van snelheden. De lengte van het traject van een
trajectcontrolesysteem wordt volledig door het Nederlands Meetinstituut
(NMI) in het wegvak ingemeten. Het NMI controleert tevens met behulp van
atoomklokken op de juiste tijdsynchronisatie van de trajectportalen. Het
NMI geeft voor de betrouwbare werking van het systeem een typekeuring
af. Tenminste één keer per jaar wordt een herkeuring uitgevoerd aan de
hand van metrologische eisen. 

 Elsevier, 8 november 2008.

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Datum

19 februari 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5586425/09 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  3  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5586425/09

Uw kenmerk

2080907550

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  " " "  Pagina 1 van 3   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EA  DEN HAAG