Antwoord op vragen van het lid Van der Vlies over de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION)
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D08219, datum: 2009-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z00905:
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: B.J. van der Vlies, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-01-22 13:30: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2009-02-19 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de kamervragen van het lid Van der Vlies (SGP) over de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) (ingezonden 21 januari 2009). 1 Bent u bekend met het bericht dat de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) veel rompslomp oplevert voor agrarische ondernemers? Antwoord Ja, ik ben bekend met het artikel uit de Boerderij. 2 Kunt u een inschatting geven van het aantal agrarische grondeigenaren dat te maken heeft met de aanwezigheid van kabels en/of leidingen in de grond van hun percelen, respectievelijk het aantal agrarische percelen waar kabels en/of leidingen in de grond liggen? Antwoord Nee, daar wordt geen registratie van bijgehouden. Netbeheerders houden decentraal de gegevens bij over de ligging van hun kabels en leidingen. Dit zorgt ervoor dat altijd over de meest actuele ligginggegevens kan worden beschikt. In de registratie van de netbeheerders wordt niet gespecificeerd naar het type grondgebruik. Inzicht hierin krijgen zou inhouden dat alle netbeheerders dit specifiek moeten gaan registreren. 3 Kunt een inschatting geven van het aantal incidenten in de afgelopen tien jaar waarbij agrarische grondeigenaren of derden bij de reguliere mechanische grondbewerking ondergrondse leidingen en/of kabels beschadigd hebben? Antwoord Het aantal gevallen van schade als gevolg van reguliere mechanische grondbewerkingen in agrarisch gebied is niet bekend. De netbeheerders houden de oorzaak van schades ook niet bij. Wel moeten netbeheerders met de komst van de WION jaarlijks het aantal schades aan hun net aan het Kadaster rapporteren. Daarmee komt een goed geaggregeerd beeld beschikbaar van het aantal schades per type net. 4 Zijn agrarische grondeigenaren verplicht om de ligging van kabels en leidingen aan de hand van kaarten van het kadaster te controleren, voordat gestart wordt met grondbewerkingen? Wie is hiervoor verantwoordelijk in geval de grondbewerking wordt uitbesteed aan derden? Hoe beoordeelt u de lastendruk van deze verplichting? Antwoord De wet bepaalt in artikel 2 dat een grondroerder zorgvuldig moet graven. Hij dient met het oog daarop in elk geval voor aanvang van de graafwerkzaamheden een graafmelding te doen en verder onderzoek te verrichten naar de ligging van netten op de graaflocatie om graafschade te voorkomen. Afhankelijk van de situatie ter plaatse kan dit onderzoek meer of minder uitgebreid zijn. De wet schrijft niet voor hoe dit onderzoek precies moet plaats vinden. Voor bijvoorbeeld netten met een gevaarlijke inhoud zal een uitgebreider onderzoek noodzakelijk zijn, waarbij echter de netbeheerders een eigen verantwoordelijkheid hebben. De wet schrijft voor dat, indien er een net met een gevaarlijke inhoud ligt, de netbeheerder voorzorgsmaatregelen treft, zoals het aanwijzen van de exacte ligging van het net. De agrariër kan de te verrichten werkzaamheden volledig uitbesteden, bijvoorbeeld aan een loonbedrijf. Dit loonbedrijf is dan verantwoordelijk voor de zorgvuldige uitvoering van de graafwerkzaamheden. Voor uw vraag over de lastendruk verwijs ik naar mijn antwoord bij vraag 5. 5 Erkent u dat de WION aanzienlijke administratieve lasten met zich meebrengt voor agrarische grondeigenaren, omdat mechanische grondbewerking een vast onderdeel is van de reguliere bedrijfsvoering en een groot oppervlak per bedrijf beslaat, en zij daarom onevenredig getroffen worden? 6 Hoe beoordeelt u de extra administratieve lastendruk die de WION met zich meebrengt voor agrarische grondeigenaren in het kader van het kabinetsbeleid gericht op administratieve lastenreductie met de daarbij behorende doelstellingen? 7 Bent u bereid te zoeken naar wegen om de genoemde lastendruk voor agrarische grondeigenaren te verminderen, bijvoorbeeld door de verantwoordelijkheid voor het controleren van de ligging van kabels en leidingen bij een externe instantie of organisatie te leggen? Antwoord 5 t/m 7, en 4 m.b.t. lastendruk Ik heb oog voor de signalen die mij vanuit de agrarische sector bereiken. Een belangrijk signaal dat door de sector naar voren wordt gebracht, is de administratieve lastendruk. Ik voer nader overleg met partijen die actief zijn in de agrarische sector, zoals LTO Nederland, Cumela Nederland en Nederlandse Akkerbouw Verbond (NAV) en inventariseer welke knelpunten zij ervaren. Op zich staat wel vast dat de werkzaamheden van agrariërs zich vaak uitstrekken over een groot gebied. Dit heeft een ongunstige uitwerking op de administratieve lastendruk van de WION voor agrariërs bij hun reguliere bedrijfsvoering. Ik zal onderzoeken wat mogelijk is om een eventueel disproportionele lastendruk te verminderen, zonder dat dit betekent dat agrariërs volledig worden vrijgesteld van hun eigenstandige verantwoordelijkheid in het voorkomen van graafschade. Graafschade voorkomen is immers een zaak van zowel netbeheerders als grondroerders. Binnen enkele weken informeer ik u per brief over de uitkomsten. 8 Is er bij de voorbereiding en totstandkoming van het betreffende wetsvoorstel overleg geweest met agrarische grondeigenaren of organisaties waarin zij vertegenwoordigd werden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze? Welke zienswijze is toen ingebracht? Antwoord In 2005 is LTO Nederland geïnformeerd over het wetsvoorstel WION. De belangen van de agrariërs zijn in het wetgevingstraject niet onbelicht gebleven. Ik heb in het wetsvoorstel expliciet rekening gehouden met hun belangen. Het wetsvoorstel zoals dat maart 2006 bij de Tweede Kamer is ingediend, bevatte een bepaling dat grondroerders, die graafwerkzaamheden in eigen grond uitvoeren dan wel in grond die in eigen beheer is, slechts eenmalig een graafmelding bij het kadaster hoeven te doen om te weten waar kabels en leidingen in de grond liggen. Ik verwijs hierbij ook naar de toelichting op het betreffende artikel 8. 9 Is bij u bekend hoeveel agrarische grondeigenaren op de hoogte zijn van de verplichtingen die de WION met zich meebrengt? Erkent u dat een groot deel van de agrarische grondeigenaren niet bekend is met deze verplichtingen? Antwoord De communicatie over de WION is door de overheidspartijen (ministerie van Economische Zaken, Agentschap Telecom en kadaster) gezamenlijk opgepakt. Er zijn diverse communicatiemiddelen ingezet, zoals brochures en folders, websites, het leveren van bijdragen aan artikelen in vaktijdschriften, beurzen en congressen. Het is mij niet bekend hoeveel agrarische grondeigenaren op de hoogte zijn van de WION-verplichtingen. Ook hebben tal van media bericht over de WION, waaronder ook vaktijdschriften voor agrariërs. Zo heeft augustus 2007 in de Boerderij een uitgebreid artikel gestaan, waarin de betekenis van de WION voor agrariërs is toegelicht. Verder hebben diverse landelijke dag-, week- of vakbladen, zoals de Cobouw, Land en Water en Het Loonbedrijf, over de WION bericht. Er was mijn inziens voldoende gelegenheid voor de agrarische sector om zich op de hoogte te stellen, evenals voor alle andere sectoren. In mijn gesprekken met de agrarische sector zal ik echter het aspect van de voorlichting meenemen. 10 Welke voorlichtingsactiviteiten worden door u, het kadaster, het Agentschap Telecom en/of betrokken organisaties richting de agrarische grondeigenaren ondernomen? Acht u deze inzet voldoende? Bent u bereid ervoor te zorgen dat de voorlichtingsactiviteiten richting agrarische grondeigenaren geïntensiveerd en/of uitgebreid worden? Antwoord Zie hiervoor mijn antwoord bij vraag 9. 11 Bent u bereid, in geval van onbekendheid met de nieuwe wetgeving, voor een bepaalde periode bij een eerste overtreding van de WION door een agrarische grondeigenaar geen sanctie op te leggen, zodat ruimte geboden wordt voor kennisname en handeling overeenkomstig de nieuwe wet? Antwoord Het doel van toezicht is de naleving van wetgeving te bevorderen, hiervoor zijn diverse instrumenten mogelijk. Bij het vaststellen van het toezichtarrangement van het Agentschap Telecom is een risicoanalyse uitgevoerd om de toezichtprioriteiten vast te stellen. In het toezichtarrangement staat dat in de eerste periode na inwerkingtreding van de wet de naleving onder meer gestimuleerd zal worden door communicatie en voorlichting. Het ligt daarom voor de hand om, waar dit verantwoord is, eerst andere instrumenten in te zetten om de naleving te bevorderen, zoals voorlichting en communicatie. (w.g.) Maria J.A. van der Hoeven Minister van Economische Zaken www.boerderij.nl, 13 januari 2009: “Nieuwe wet geeft boeren ongekende rompslomp” Kamerstuk 29 515 nr. 276 VERTROUWELIJK Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 4 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4 > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA ‘s-GRAVENHAGE Datum 23 februari 2009 Betreft Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten: beantwoording kamervragen van het lid Van der Vlies (SGP) Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 4 Directoraat-Generaal Energie en Telecom Directie Telecommarkt Ons kenmerk ET/TM / 9028964 Directoraat-Generaal Energie en Telecom Directie Telecommarkt Bezuidenhoutseweg 20 Postbus 20101 2500 EC Den Haag T 070-3798911 (algemeen) www.ez.nl Behandeld door mw. E.H.M. Paalman T 070 379 81 38 E.H.M.Paalman@minez.nl Ons kenmerk ET/TM / 9028964 Uw kenmerk 2009Z00905 / 2080910280