Antwoord op vragen van het lid Van der Ham over de verkoop van Essent aan RWE
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D08222, datum: 2009-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z01704:
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Indiener: B. van der Ham, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Hierbij zend ik u de antwoorden op vragen van het lid Van der Ham (D66) over de verkoop van Essent aan RWE van 3 februari 2009, met kenmerk 2009Z01704 / 2080911820. 1 Kunt u aangeven waarom er door de aandeelhouders van Essent voor is gekozen om bij de verkoop van RWE aan Essent, de koopsom voor een deel uit een lening van ongeveer ā¬ 2,6 miljard van de aandeelhouders aan het netwerkbedrijf te laten bestaan, waarover de aandeelhouders rente ontvangen? 2 Waarom is er niet voor gekozen om dit bedrag in het netwerkbedrijf te laten zitten en ten goede te laten komen van de klanten, bijvoorbeeld door het verlagen van de tarieven? Hoe beoordeelt u deze constructie? Antwoord 1 en 2 De precieze financiĆ«le vormgeving van de verkoop van RWE aan Essent is primair een zaak van de bedrijven en de aandeelhouders. Essent heeft mij in hoofdlijn hierover geĆÆnformeerd. Uit informatie die ik van Essent heb gekregen, zou er sprake zijn van een lening van Essent NV op het netwerkbedrijf van Essent. Volgens Essent worden momenteel gesprekken gevoerd met aandeelhouders en financiers over de wijze waarop bij splitsing en verkoop met deze lening zal worden omgegaan. De precieze financiĆ«le constructie is mij op dit moment dus niet bekend. Bij de beoordeling van het splitsingsplan van Essent zal ik niettemin toetsen of er ā vanuit het oogpunt van een onafhankelijke en financieel gezonde netbeheerder - sprake is van een ongeoorloofde of onwenselijke constructies. De beoordeling van het splitsingsproces van Essent is nog in volle gang en ik wil daar niet op vooruit lopen. 3 Hoe schat u de risicoās in van de handelsactiviteiten van Essent in ScandinaviĆ« en Azie? Kunt u aangeven of Essent op haar handelsactiviteiten verlies heeft geleden en/of door het uitbreiden van deze activiteiten naar andere landen de risicoās niet aanzienlijk worden vergroot? Antwoord De hoogte van het bedrijfsrisico is afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het bedrijf zoals onder meer de vermogenspositie, de financieringstructuur, de gevoeligheid voor koersschommelingen en het de wijze waarop wordt gehandeld. Ik ben niet op de hoogte van deze specifieke omstandigheden en kan dan ook geen inschatting te maken van de hoogte van de risicoās van individuele productie- en leveringsbedrijven. Dit is ook niet mijn taak. Het productie- en leveringsbedrijf van Essent is een commercieel bedrijf, dat opereert op een dynamische markt. Het risicomanagement in een dergelijk bedrijf is primair de verantwoordelijkheid van het management en de raad van commissarissen. Het management heeft de taak om door middel van haar bedrijfsvoering te zorgen voor een concurrerend en financieel gezond bedrijf. Het handelen in grondstoffen is onderdeel van deze bedrijfsvoering. Wat voor mij wel van belang is dat de risicoās die hiermee gepaard gaan, geen invloed kunnen hebben op het netwerkbedrijf. Dit is dan ook de reden geweest om over te gaan tot de tot splitsing van de energiebedrijven. Door splitsing wordt gewaarborgd dat de commerciĆ«le risicoās van de productie- en leveringsbedrijven nooit ten koste kunnen gaan van het netwerkbedrijf. 4 Is er een risico dat voordat de splitsing van de energiebedrijven is afgerond, de energiebedrijven zodanige verliezen leiden dat het gevolgen heeft voor de financiĆ«le positie van de netwerkbedrijven? Antwoord Tot het moment dat er daadwerkelijk wordt gesplitst, is er sprake van een groepsstructuur, waarbinnen bepaalde banden blijven bestaan tussen de holdingorganisatie en het netwerkbedrijf. Bedrijfsrisicoās die voor splitsing worden genomen, kunnen invloed hebben op de financiĆ«le gezondheid van de gehele groep. Het is dan ook niet volledig uit te sluiten dat ook het netwerkbedrijf hier invloed van ondervindt. Dit is een gevolg van de getrapte inwerkingtreding van de Wet onafhankelijk netbeheer. Wel zijn al enkele bepalingen in werking getreden die dit risico verkleinen. Ik wijs hierbij in het bijzonder op het Besluit financieel beheer netbeheer. Dit besluit stelt eisen aan de financiĆ«le gezondheid van de netwerkbedrijven. Hiermee wordt gewaarborgd dat netwerkbedrijven altijd over voldoende financiĆ«le middelen beschikken om hun publieke taak naar behoren uit te voeren. Dit betekent dat een eventuele verslechtering van de financiĆ«le positie van een geĆÆntegreerd energiebedrijf als gevolg van genomen bedrijfsrisicoās, niet of slechts in zeer beperkte mate kan worden doorgegeven aan het netwerkbedrijf omdat dit bedrijf op het moment van splitsing aan financiĆ«le eisen moet voldoen. 5 Hoe beoordeelt u de huidige inrichting van het toezicht op het risicomanagement van de energiebedrijven, waarvan de aandelen geheel of gedeeltelijk in handen van lagere overheden zijn? Antwoord Zoals bekend, zijn de productie- en leveringsbedrijven na splitsing commerciĆ«le bedrijven, waarvan het risicoprofiel per bedrijf kan verschillen. Deze bedrijven hebben een normale corporate governance structuur. Binnen deze structuur ligt de verantwoordelijkheid voor risicomanagement primair bij het management van deze bedrijven. De raad van commissarissen houdt hier onder meer via de auditcommissie toezicht op. De externe accountant schuift in de regel aan bij deze commissievergaderingen. In lijn met de toepasselijke wettelijke bepalingen rapporteert hij over zijn controlewerkzaamheden aan de raad van bestuur en aan de raad van commissarissen en stelt daarbij die onderwerpen (zoals bijvoorbeeld risicomanagement) met betrekking tot zijn controle aan de orde die hij onder de aandacht van het bestuur wil brengen. Daarnaast is de aandeelhoudersvergadering bevoegd om vragen te stellen over het risicomanagement van de onderneming en het is uiteindelijk aan haar om de jaarrekening al dan niet vast te stellen. Het risicomanagement van een individuele onderneming is dus zaak van de betrokken partijen van die onderneming. Wel wordt via wet- en regelgeving gewaarborgd dat eindverbruikers niet worden benadeeld in het geval commerciĆ«le risicoās zouden leiden tot faillissement van een energiebedrijf. De Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omvatten regels ten behoeve van de bescherming van de eindgebruiker in het geval van faillissement van een energiebedrijf. Deze regels garanderen dat de levering aan kleinverbruikers altijd doorgaat, doordat bij faillissement de levering wordt overgenomen door een ander bedrijf. (w.g.) Maria J.A. van der Hoeven Minister van Economische Zaken Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Jansen (SP), ingezonden 21 januari 2009 (vraagnummer 2009Z00914/2080910310), het lid Van der Ham (D66), ingezonden 29 januari 2009 (vraagnummer 2009Z01442/2080911040) en het lid Vendrik (GroenLinks) ingezonden 29 januari 2009 (vraagnummer 2009Z01444/2080911060) HYPERLINK "http://www.fd.nl/" \o "http://www.fd.nl/" www.fd.nl , 16 januari 2009ā: āProvincies laten deel Essent-geld in netwerk.ā HYPERLINK "http://www.essent.nl/" \o "http://www.essent.nl/" www.essent.nl , 12 december 2008: āEssent Trading breidt uit naar Scandinavie en Azie.ā HYPERLINK "http://www.fd.nl/" \o "http://www.fd.nl/" www.fd.nl , 9 januari 2009: ā Toezicht op handel van energiebedrijven is een blinde vlekā Directoraat-Generaal Energie en Telecom Directie Energiemarkt Ons DOCPROPERTY Kenmerk_kop \* MERGEFORMAT Kenmerk ET/EM / 9036847 DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 3 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3 Directoraat-Generaal Energie en Telecom Directie Energiemarkt Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC Den Haag T 070-3798911 (algemeen) www.ez.nl Behandeld door L.N. den Ouden T 070 379 64 59 F 070 379 66 56 l.n.denouden@minez.nl Ons kenmerk ET/EM / 9036847 DOCPROPERTY Retouradres_kop \* MERGEFORMAT > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA ās-GRAVENHAGE DOCPROPERTY Datum_kop \* MERGEFORMAT Datum 23 februari 2009 DOCPROPERTY Onderwerp_kop \* MERGEFORMAT Betreft Beantwoording kamervragen Van der Ham over Essent DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3