[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord vragen van de leden Besselink en Kraneveldt-van der Veen over materialen die met rugzakmiddelen zijn aangeschaft en achterblijven op de school

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D08301, datum: 2009-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z02314:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  Den Haag

  DOCPROPERTY adres   



	  DOCPROPERTY plaats  Den Haag 	  DOCPROPERTY _onskenmerk  Ons kenmerk 
Uw  brief van 	  DOCPROPERTY _uwkenmerk  Uw kenmerk 

23 februari 2009  DOCPROPERTY datum   	JOZ/104780

2009Z02314/2080912920



  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY _bijlage   

  DOCPROPERTY onderwerp_fmt  Kamervragen van de leden Besselink en
Kraneveldt (beide leden PvdA) 	  DOCPROPERTY bijlage_fmt   



Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Besselink en
Kraneveldt-van der Veen van uw Kamer over materialen die met
rugzakmiddelen zijn aangeschaft en achterblijven op de school.

De vragen werden mij toegezonden met uw brief met kenmerk
2009Z02314/2080912920. 

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma

Antwoorden op de schriftelijke vragen van 11 februari 2009,  van de
leden Besselink en Kraneveldt-van der Veen (beiden PvdA) van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal  aan de staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over materialen betaald uit
‘rugzakjes’ die bij scholen moeten achterblijven. 

1

Bent u bekend met het feit dat materialen (zoals een laptop of een
aangepaste stoel), aangeschaft uit het rugzakje of leerling gebonden
financiering, voor ondersteuning van een leerling met een beperking, bij
vertrek van de leerling naar een nieuwe school aan de oude school
toekomen?

Het is mij bekend dat bij vertrek van een rugzakleerling, de met de
middelen uit de rugzak aangeschafte materialen aan de oude school
toekomen als de leerling vertrekt. De middelen in het rugzakje worden
toegekend aan de school om het onderwijs aan te passen en mogelijk te
maken voor een leerling die extra zorg behoeft. Dit kunnen materialen
zijn, maar het kan ook in de vorm van extra begeleidingstijd voor de
leerling of professionalisering van de leerkracht(en). In overleg met de
ouders kunnen scholen de middelen ook bundelen. 

Soms worden voor een leerling heel specifieke middelen aangeschaft.
Verandert een rugzakleerling van school dan behoudt de school in
principe de eventueel aangeschafte materialen. Deze kunnen worden
ingezet voor andere leerlingen met een zorgbehoefte. Als de aangeschafte
(specifieke) middelen voor de zorgleerling noodzakelijk blijven bij
verandering van school, maken de betrokken scholen en de ouders
afspraken over het wel of niet meeverhuizen van de materialen. 

Aangepast schoolmeubilair, zoals een aangepaste stoel, wordt door of
namens de leerling aangevraagd bij het UWV. Het UWV verstrekt het
meubilair op naam van de gehandicapte leerling. Afhankelijk van de
kosten van de voorziening wordt het meubilair in eigendom dan wel in
bruikleen verstrekt. In principe gaat het aangepaste meubilair mee
wanneer de leerling van school verandert.

2

Hoe beoordeelt u de situatie waarin ondersteunende middelen op deze
wijze niet met een behoevende leerling mee verhuizen, terwijl de
financiering van het materiaal persoonsgebonden was?

Zoals ik in vraag 1 al aangeef, ga ik er van uit dat scholen onderling
goede afspraken maken over het al dan niet mee verhuizen naar een nieuwe
school van ten behoeve van de leerling aangeschafte middelen. 

3

Kunt u aangeven hoe vaak het voorkomt dat dergelijke materialen niet met
de leerling meeverhuizen en wat de reden hier veelal voor is?

Ouders en school maken afspraken in het handelingsplan over de wijze
waarop het onderwijs voor de leerling wordt vormgegeven en de wijze
waarop de rugzakmiddelen worden ingezet. Ik heb geen zicht op de inhoud
van het handelingsplan. Ik kan dan ook niet aangeven hoe vaak afspraken
worden gemaakt over meeverhuizen van eventueel aangeschafte materialen. 


4

Deelt u het beeld dat het hierdoor mogelijk is dat specifieke,
persoonsgebonden ondersteunende materialen ongebruikt blijven op de oude
school, terwijl deze benodigd zijn voor de betreffende leerling op de
nieuwe school? Zo ja, wat kunt hier aan doen? Zo nee, waarom niet?

Zoals ik in vraag 1 heb aangegeven, kunnen scholen en ouders afspraken
maken over het mee verhuizen van middelen als die voor de van school
wisselende leerling noodzakelijk blijven. Ik heb er vertrouwen in dat
scholen dit doen van uit het belang van de leerling en de andere
(zorg)leerlingen op die school. 

  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  1 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
1 

  DOCPROPERTY e_organisatienaam  Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap 

  DOCPROPERTY v_adres  Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den
Haag  T   DOCPROPERTY e_telefoon_org  +31-70-412 3456  F   DOCPROPERTY
e_fax_org  +31-70-412 3450  W   DOCPROPERTY e_website_org  www.minocw.nl


  DOCPROPERTY _pagina  blad    PAGE  3 /  SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
3