[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Arib en De Roon inzake de Wet tijdelijk huisverbod

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D08353, datum: 2009-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z09871:

Onderdeel van zaak 2008Z09872:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

17 februari 2009

Onderwerp

Beantwoording kamervragen leden Arib (PvdA) en De Roon (PVV) inzake de
Wet tijdelijk huisverbod



Hierbij doen wij u de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen van
de leden Arib (PvdA, kenmerk 2008Z09871 / 2080908130) en De Roon (PVV,
kenmerk 2008Z09872 / 2080908140) aan de Ministers van Justitie en van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het toepassen van de Wet
tijdelijk huisverbod (ingezonden 18 december 2008).

De Minister van Justitie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,





Antwoorden van de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op de vragen van het lid Arib over de
Wet tijdelijk huisverbod (ingezonden 18 december 2008, nr. 2080908130)

Vraag 1:

Hebt u kennisgenomen van de berichtgeving over het huisverbod in een
uitzending van Radio 1? 

Antwoord 1:

Ja.

Vraag 2:

Klopt het dat de politie maar gedeeltelijk wil meewerken aan het
opleggen van een huisverbod aan daders die zich schuldig maken aan
huiselijk geweld of daarmee dreigen? 

Vraag 3:

Klopt het dat de reden van het weigeren een huiselijk verbod op te
leggen is dat in bijna de helft van de gemeenten de hulpverlening niet
op orde is en dat de politie wil voorkomen dat de plegers na
uithuisplaatsing terug naar huis gaan en de slachtoffers weer bedreigen
of mishandelen?

Antwoord vraag 2 en 3:

De Wet tijdelijk huisverbod geeft de burgemeester de bevoegdheid om in
situaties van (acute dreiging van) huiselijk geweld een huisverbod op te
leggen aan de persoon die deze dreiging veroorzaakt. Gedurende de
periode van het huisverbod dient hulpverlening op gang te komen voor
zowel de uithuisgeplaatste als de achterblijvers, zodat het risico op
nieuwe dreiging van huiselijk geweld kan worden weggenomen.
Hulpverlening is cruciaal in het hele traject rondom het huisverbod. Als
tijdens de tien dagen die het huisverbod in eerste instantie duurt geen
hulpverlening op gang komt, kan aan een belangrijk doel van het
huisverbod geen invulling worden gegeven. De hulpverlening moet dus goed
georganiseerd zijn. Dat is een uitgangspunt waar alle betrokken partijen
(kabinet, gemeenten, politie en hulpverlening) het over eens zijn. Het
op gang brengen van de hulpverlening en het maken van afspraken tussen
de verschillende partners vinden plaats onder regie van de gemeenten.
Alle gemeenten zijn zich volledig bewust van deze taak; zij zijn in 2008
begonnen met het treffen van de voorbereidingen op de inwerkingtreding
van de wet. Niet alle gemeenten zijn in staat gebleken deze
voorbereidingen voor 1 januari 2009 gereed te hebben.

Vraag 4:

Hoe kan het dat een aantal gemeenten de hulpverlening en de opvang van
plegers van huiselijk geweld nog niet op orde heeft? Wat zijn de
oorzaken hiervan? Om welke gemeenten gaat het precies? Hoe lang is al
bekend dat de Wet tijdelijk huisverbod per 1 januari 2009 in werking
treedt?

Antwoord 4:

Bij de invoering van de Wet tijdelijk huisverbod onder regie van de
gemeenten zijn veel verschillende partijen betrokken, zoals politie,
Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld (ASHG’s), jeugdzorg (Bureaus
Jeugdzorg, AMK), algemeen maatschappelijk werk, reclassering,
instellingen voor plegerhulpverlening, verslavingszorg en GGD’en. Ook
gaat het om afspraken en afstemming tussen de centrumgemeenten
vrouwenopvang en regiogemeenten. 

Uiteraard wordt er aangesloten bij de reeds bestaande netwerken rondom
huiselijk geweld. Maar voor deze wet moet er ook iets nieuws worden
geregeld. Ten eerste de crisisinterventie onmiddellijk bij het
huisverbod. In de tien dagen van het huisverbod moet er een
hulpverleningsplan worden opgesteld en eventueel al gestart worden met
de hulp. Daarnaast  moet na deze tien dagen de crisisinterventie
naadloos overgaan in een hulpverleningstraject op basis van het
hulpverleningsplan. Dit vraagt om goede afspraken tussen partijen (wie
doet wat), in een aantal gevallen om het werven van personeel voor de
crisisinterventie, het vastleggen van een goede coördinatie, het
regelen van een sluitende aanpak. Soms spelen ook andere redenen een rol
zoals een late begrotingsbehandeling door de gemeenteraad. 

Dergelijke complexe processen vragen tijd en moeten zorgvuldig worden
uitgevoerd. 

Wij houden de vinger aan de pols. Ons is bekend dat ĂĄlle gemeenten
intensief met de voorbereidingen bezig zijn en dat een groot deel op 1
januari van dit jaar is gestart. Een aantal gemeenten begint later om de
redenen die hierboven uiteengezet zijn, maar dan toch in elk geval medio
2009. Wij zullen, samen met de VNG, erop toezien dat hieraan de hand
wordt gehouden.  

In september 2008 is in overleg met de VNG 1 januari 2009 als datum voor
inwerkingtreding van de wet vastgesteld; deze datum is formeel opgenomen
in de publicatie van de wet in het Staatsblad van 4 november 2008.
Gemeenten wisten informeel al eerder dat deze wet op 1 januari 2009 in
werking zou treden. Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten voor gemeenten
rond de zomer van 2008 is dit aan de orde gekomen. 

Vraag 5:

Welke ervaringen zijn opgedaan met de hulpverlening aan plegers van
huiselijk geweld in de pilotprojecten die voorafgaand aan
inwerkingtreding van de wet in een aantal steden zijn gehouden?

Antwoord 5:

Door Research voor Beleid (RvB) zijn de pilots huisverbod geëvalueerd
(Eindrapport ‘Evaluatie pilots huisverbod’, 30 oktober 2007). De
Tweede Kamer is daarover op 13 december 2007 schriftelijk geĂŻnformeerd
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2007 – 2008, 28345 en 30657, nr. 52).
Deze evaluatie bevestigt dat snelle hulpverlening, gericht op motivering
ten tijde van de crisis, van groot belang is voor de acceptatie van
hulpverleningstrajecten door uithuisgeplaatsten en achterblijvers,
waaronder ook kinderen. 

De evaluatie en de rapporten van de pilots zelf zijn beschikbaar gesteld
aan de gemeenten via de website   HYPERLINK "http://www.huisverbod.nl" 
www.huisverbod.nl . Op deze website is ook het uitvoeringsadvies ‘Wet
tijdelijk huisverbod. Lessen uit de pilots en handvatten voor
implementatie’ (Den Haag, 7 oktober 2008) te vinden. In dit advies
zijn de ervaringen van de pilots verwerkt.

Vraag 6:

Deelt u de mening dat, mocht de bovenstaande informatie kloppen, deze
werkwijze onverantwoord is en verregaande gevolgen kan hebben voor de
gehele aanpak van huiselijk geweld, waar het tijdelijk huisverbod een
onderdeel van is? Zo ja, wat gaat u ondernemen om de aanpak van
huiselijk geweld, inclusieve het tijdelijk huisverbod, zo spoedig
mogelijk op orde te hebben? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6:

Nee, zoals uit bovenstaande blijkt vinden wij de werkwijze van gemeenten
niet onverantwoord. Ook zijn wij niet van mening dat hiermee de hele
aanpak van huiselijk geweld staat of valt. Ten eerste bouwt de invoering
van de Wet tijdelijk huisverbod voort op al datgene wat al bij gemeenten
in gang is gezet om huiselijk geweld aan te pakken en te bestrijden. De
wet geeft een extra impuls om de bestaande ketenaanpak te verstevigen.
Daarnaast hebben de gemeenten, zoals uit de beantwoording van de vorige
vragen naar voren komt, de voorbereidingen op de invoering van de wet
serieus en grondig opgepakt.  

Ook de VNG garandeert dat de hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld
in alle gemeenten is gewaarborgd (persbericht 16 december 2008). 

Wij zien dan ook geen aanleiding om naast het reeds in gang gezette
beleid in het kader van het Plan van aanpak De volgende fase (Kamerstuk
2007-2008, 28345, nr. 70) en de beleidsbrief ‘Beschermd en weerbaar,
intensivering van de opvang en hulp bij geweld in
afhankelijkheidsrelaties’ (d.d. 10 december 2007, Kamerstukken II,
vergaderjaar 2007 – 2008, 28 345 en 22 894, nr. 51) over te gaan tot
extra maatregelen. 

Vraag 8:

Klopt het dat in 2007 van alle moorden en doodslagen dan wel pogingen
daartoe 18,8% in verband staan met huiselijk geweld? Klopt het dat in
2007 64.822 incidenten van huiselijk geweld zijn geregistreerd? 

Antwoord 8:

Ja, dit zijn politiecijfers over het jaar 2007.

Vraag 9:

Deelt u de mening dat zowel bovengenoemde cijfers als de hele gang van
zaken rondom de medewerking van een aantal gemeenten duidelijk maken dat
een Wet tijdelijk huiselijk geweld gerechtvaardigd is? Zo ja, bent u
bereid met een wetsvoorstel huiselijk geweld te komen waarbij gemeenten
verplicht worden (mede)verantwoordelijkheid te dragen voor de
bestrijding van huiselijk geweld? Zo neen, waarom niet? 

Antwoord 9:

De regierol van gemeenten bij de aanpak van huiselijk geweld  is door
middel van de Wet maatschappelijke ondersteuning wettelijk verankerd. 

Zoals bij het AO over de aanpak van huiselijk geweld op 19 november 2008
(Tweede Kamer, 2008-2009, 28345, nr. 73) is aangegeven, zal aan de hand
van de voorstellen van de G4 met betrekking tot een wet Huiselijk geweld
per onderdeel bekeken worden of er wetgeving nodig is dan wel dat er een
andere manier is om hetzelfde doel te bereiken. Te zijner tijd ontvangt
u hierover bericht. 

1) Radio 1, 13 december 2008;

 HYPERLINK
"http://www.radio1.nl/contents/2935-politie-voert-huisverbod-niet-uit"
http://www.radio1.nl/contents/2935-politie-voert-huisverbod-niet-uit  

Antwoorden van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties op de vragen van het lid De Roon over de
Wet tijdelijk huisverbod (ingezonden 18 december 2008, nr. 2080908140)

 

Vraag 1:

Deelt u de mening dat er grote rechtsongelijkheid kan ontstaan indien
het tijdelijk huisverbod in sommige delen van het land wel en in andere
delen van het land niet wordt toegepast? Zo neen, waarom niet? 

Antwoord 1:

De Wet tijdelijk huisverbod is een ingrijpende wet, die gepaard gaat met
een complex uitvoeringsproces. Dat wetende hebben wij zeer tijdig een
groot pakket aan maatregelen opgesteld om gemeenten zo adequaat en
gericht mogelijk te ondersteunen bij de invoering van de wet:
voorlichtingsbijeenkomsten, trainingen, een gereedschapskist met o.a.
een uitvoeringsadvies, modellen en handreikingen voor gemeenten en
politie, een website   HYPERLINK "http://www.huisverbod.nl" 
www.huisverbod.nl , met de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen en
vragen te stellen, extra financiële middelen. 

Ondanks deze ondersteuning is het niet alle gemeenten gelukt om per 1
januari 2009 klaar te zijn met de voorbereidingen. Een dergelijk proces,
waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn, kost tijd en moet
zorgvuldig worden uitgevoerd. Wij zullen met de gemeenten die later
beginnen in overleg treden om – waar mogelijk – snelle invoering van
de wet te bevorderen.

Vraag 2:

Hoe is het mogelijk dat in de helft van het land er geen adequate
hulpverlening beschikbaar is om het tijdelijk huisverbod adequaat en
zinvol toe te kunnen passen? Sinds wanneer is dat bij u bekend? Op
welke wijze houdt u daarmee rekening bij de beslissing om op 1 januari
2009 de Wet tijdelijk huisverbod in werking te laten treden?

Vraag 3:

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de voor een zinvolle toepassing van het
tijdelijk huisverbod vereiste hulpverlening alsnog zo snel mogelijk op
orde komt?

Antwoord vraag 2 en 3:

Het gaat naast de vraag of er adequate hulpverlening beschikbaar is,
vooral om de organisatie van de keten rondom het huisverbod. Daarbij
zijn veel verschillende partners en instellingen betrokken, zoals
politie, diverse hulpverleningsinstellingen (voor de uithuisgeplaatste,
het slachtoffer en de eventuele kinderen) en verschillende gemeentelijke
diensten. Ook moet de crisisinterventie goed worden geregeld. Verder
vraagt het om afstemming en samenwerking tussen centrumgemeenten en
regiogemeenten. Dit alles vraagt om een zorgvuldige regievoering door
gemeenten en goede afspraken (onder andere over verantwoordelijkheden).
Zo’n proces kost tijd. Alle gemeenten zijn intensief met de
voorbereidingen bezig. Zoals bij het antwoord op vraag 1 aangegeven
zullen wij met de gemeenten die later beginnen in overleg treden om –
waar mogelijk – snelle invoering van de wet te bevorderen.

In september 2008 is de inwerkingtredingdatum van 1 januari 2009 met de
VNG afgesproken, conform de afspraken tussen Rijk en de VNG over
inwerkingtredingtermijnen van nieuwe wetten. 

Dat een aantal gemeenten iets later start is gelet op het complexe
proces van invoering begrijpelijk. Voorop staat voor ons een zorgvuldige
invoering, in afstemming tussen centrumgemeenten vrouwenopvang en
regiogemeenten Ă©n in gezamenlijkheid met alle betrokken partijen. Wij
zijn er van overtuigd dat de (centrum)gemeenten daarop inzetten.

In de afgelopen periode zijn er verschillende maatregelen getroffen om
de gemeenten zich te laten voorbereiden. Enkele voorbeelden. De
Staatssecretaris van VWS heeft vanaf 2008 structureel extra middelen
beschikbaar gesteld in het kader van de beleidsbrief  ‘Beschermd en
weerbaar, intensivering van de opvang en hulp bij geweld in
afhankelijkheidsrelaties’ (d.d. 10 december 2007, Kamerstukken II,
vergaderjaar 2007 – 2008, 28 345 en 22 894, nr. 51).  Deze middelen
zijn ook bestemd voor de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod
(vanaf 2009 € 10 miljoen structureel voor de versterking van de
Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld, € 6 miljoen voor
crisisinterventie en opvang van de uithuisgeplaatste en € 2.6 miljoen
voor hulpverlening aan slachtoffers en plegers nĂĄ het huisverbod). Er
is een gereedschapskist ontwikkeld met o.a. een uitvoeringsadvies, er
zijn modellen en handreikingen voor gemeenten en politie. En er is een
website   HYPERLINK "http://www.huisverbod.nl"  www.huisverbod.nl , met
de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen en vragen te stellen. 

Vanzelfsprekend zullen wij de invoering blijven monitoren. 

 

1)  HYPERLINK
"http://www.dag.nl/10117387/NIEUWS/Artikelpagina-Nieuws/Huisverbod-wordt
-deels-uitgevoerd.htm"
http://www.dag.nl/10117387/NIEUWS/Artikelpagina-Nieuws/Huisverbod-wordt-
deels-uitgevoerd.htm  

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid
Arib (PvdA), ingezonden 18 december 2008 (vraagnummer 2008Z09871 /
2080908130)

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directie Justitieel Jeugdbeleid

Civiel

Datum

17 februari 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5583115/09/DJJ 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  6  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  7  



Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directie Justitieel Jeugdbeleid

Civiel

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5583115/09/DJJ

Uw kenmerk

2080908130 en 2080908140

Bijlagen

1

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts Ă©Ă©n zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  7 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  7  " " "  Pagina 1 van 7   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  DEN HAAG