[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing; New York, 18 december 2002

Nader rapport

Nummer: 2009D08394, datum: 2009-02-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2008Z08013:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Afdeling Verdragen

DJZ/VE-024/09

AAN DE KONINGIN

Voorstel van rijkswet, houdende goedkeuring van het op 18 december 2002
te New York totstandgekomen Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen
foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of
bestraffing (Trb. 2005, 243 en Trb. 2006, 64) 

		

 ’s-Gravenhage, 9 februari 2009

		

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 november
2008, no. 08.002236, machtigde Uwe Majesteit mij het Protocol waarop het
bovenvermelde voorstel van rijkswet betrekking heeft, met het oog op
stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de beide Kamers der
Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen en de
Staten van Aruba.

Bij brieven van 27 november 2008 heb ik vervolgens het Protocol
overgelegd (Kamerstukken II, 2008-2009, 31 797 (R1871), nr. 1/A).

Op 23 december 2008 heeft de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en
bekendmaking verdragen, de wens te kennen gegeven dat het Protocol aan
de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden
onderworpen.

In verband hiermee bied ik U, mede namens de Minister van Justitie, het
hierbovenvermelde voorstel van rijkswet aan. 

Op grond van artikel 15b, onder b, van de Wet op de Raad van State kan
het horen van de Raad van State van het Koninkrijk achterwege blijven
aangezien de Raad al gehoord is in het kader van de stilzwijgende
goedkeuringsprocedure.

Ik moge U derhalve verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet
en de memorie van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van
Aruba te zenden.

De Minister van Buitenlandse Zaken