Antwoord op vragen van het lid Smits inzake het naar huis sturen van leerlingen van een school voor voortgezet speciaal onderwijs vanwege lerarentekort
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D08585, datum: 2009-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z02095:
- Gericht aan: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M. Smits, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Voortgezet onderwijs en Beroepsonderwijs, het antwoord op de vragen van het Kamerlid Smits (SP) van uw Kamer inzake het naar huis sturen van leerlingen van een school voor voortgezet speciaal onderwijs vanwege lerarentekort. De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009Z02095/2080912590 De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sharon A.M. Dijksma Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Smits (SP) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 9 februari 2009 kenmerk 2009Z02095/2080912590) Vraag: Wat is uw oordeel over het bericht ‘Lerarentekort: school geeft leerlingen vrij.’, waarin staat dat ouders bij toerbeurt hun kinderen een dag thuis moeten houden? Antwoord: Ik heb kennisgenomen van het betreffende artikel. 2. Vraag: Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is wanneer een school leerlingen naar huis moet sturen vanwege een gebrek aan leerkrachten? Hoe rijmt u deze gang van zaken met de wettelijke leerplicht? Antwoord: Scholen berichten ouders om uiteenlopende redenen, bijvoorbeeld studiedagen, dat zij incidenteel geen lesgeven. Dat laat onverlet dat scholen de wettelijk voorgeschreven onderwijstijd moeten realiseren, dat scholen zich moeten inspannen om te voorkomen dat er leerlingen naar huis worden gestuurd en dat zij helder en tijdig moeten communiceren wanneer er sprake is van voorziene lesuitval. Dat geldt ook voor deze school voor voortgezet speciaal onderwijs. De Inspectie ziet toe op de gerealiseerde onderwijstijd. Voor de relatie met de leerplicht verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 7. 3. Vraag: Deelt u de mening dat het lerarentekort in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) mede wordt veroorzaakt door de gebrekkige financiering en de daarmee samenhangende hoge werkdruk? Is ook het tekort aan invalkrachten te verklaren vanuit de tekortschietende bekostiging? Zo ja, wat gaat u doen om het tekort aan invalkrachten op te lossen? Antwoord: Uit het betreffende artikel komt niet naar voren dat bekostiging de oorzaak is van de uitval van de leerkrachten en evenmin wordt er een relatie gelegd tussen werkdruk en bekostiging of tussen tekort aan invalkrachten en bekostiging. Het artikel heeft betrekking op een specifieke situatie, waarin de griepepidemie een piek veroorzaakt in uitval van leerkrachten. De werkdruk zoals die in het onderwijs als geheel en ook in het voortgezet speciaal onderwijs wordt ervaren is echter een complexe aangelegenheid, die door tal van factoren wordt beïnvloed. 4. Vraag: Wordt het tekort aan invalkrachten mede veroorzaakt door de uitstroom van vso-leerkrachten die ambulant begeleider worden in het regulier onderwijs? Zo ja, hoe verklaart u deze uitstroom en wat kunt u doen om deze tegen te houden? Antwoord: Er is geen relatie bekend tussen een al dan niet tekort aan invalkrachten en uitstroom van leerkrachten als ambulant begeleider. 5. Vraag: Deelt u de mening dat in een groep met twintig leerlingen niemand fatsoenlijk onderwijs meer krijgt? Zo ja, deelt u de mening dat een gebrek aan leerkrachten in het vso des te schrijnender is, gezien het feit dat kleine klassen een absolute voorwaarde zijn voor goed onderwijs? Zo nee, wat vindt u een aanvaardbare klassengrootte voor dit type onderwijs? Antwoord: In zijn algemeenheid deel ik die mening niet. In het betreffende artikel stelt de directeur van de school dat het aantal leerlingen per groep is verhoogd van twaalf naar maximaal vijftien leerlingen. Ik ga ervan uit dat de directeur een zodanig goed zicht heeft op deze specifieke leerlingenpopulatie dat hij goed kan inschatten waar de grens van effectief onderwijs ligt. 6. Vraag: Is op meer plaatsen in het land sprake van een tekort aan invalkrachten voor het vso? Zo ja, kunt u de Kamer hiervan een overzicht verschaffen? Antwoord: Dit is mij onbekend; op landelijk niveau worden hierover geen gegevens bijgehouden. 7. Vraag Deelt u de mening dat u verantwoordelijk bent voor het naleven van de leerplicht en dat u dus alles moet doen om te voorkomen dat leerlingen naar huis worden gestuurd. Zo ja, bent u bereid de bekostiging van het vso te verhogen, zodat voldoende leerkrachten kunnen worden aangetrokken? Antwoord: Het handhaven van de leerplicht is in Nederland de verantwoordelijkheid van de gemeente. In de betreffende situatie zal de leerplichtambtenaar van de gemeente, mede op grond van informatie van de school, een afweging moeten maken over de vraag of het bevoegd gezag redelijkerwijs kan worden verweten nalatig te zijn geweest. Het feit dat het bevoegd gezag actie heeft ondernomen om op korte termijn een tijdelijk team te formeren met personeel van andere scholen en daarnaast nieuwe vaste krachten aantrekt, zal daarbij meewegen. blad PAGE 3 / NUMPAGES 3 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl Den Haag DOCPROPERTY _onskenmerk JOZ/10365 DOCPROPERTY onskenmerk DOCPROPERTY _uwbriefvan Uw brief van 9 februari 2009 DOCPROPERTY _uwkenmerk DOCPROPERTY uwkenmerk DOCPROPERTY datum 24 februari 2009 Onderwerp DOCPROPERTY _bijlagen DOCPROPERTY bijlagen Lijst van vragen Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl DOCPROPERTY adres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DOCPROPERTY docnr OCW 11446